Han de Jong
Untitled_Artwork 6.png

De inflatie is in veel landen de laatste tijd zo sterk gedaald dat centrale bankiers zich er hun verbazing over uitspreken. Als je de prijsontwikkeling over de laatste drie of zes maanden neemt en die omrekent naar een jaarcijfer, dan kom je in veel landen lager uit dan de 2 procent-doelstelling van de meeste centrale banken.

Je kunt dus stellen dat die doelstelling feitelijk al is bereikt en in eigen land is het beeld niet anders. Het algemeen prijspeil lag in november volgens het CBS 1,6 procent hoger dan in november 2022. In de zes maanden tot en met november zijn de prijzen nauwelijks gestegen. Zo lijkt de inflatie als sneeuw voor de zon verdwenen. En dat zonder al te veel pijn in de vorm van een stevig krimpende economie en oplopende werkloosheid.

Dit roept de vraag op waar die verrassend sterke daling van de inflatie vandaan komt. De eerste factor is dat de prijs voor energie al een poos daalt. Volgens het CBS betaalden we in november 42,8 procent minder voor energie dan een jaar eerder. De prijsontwikkeling van veel goederen wordt met vertraging beïnvloed door de energieprijzen. Voeding is daarvan een voorbeeld. Het is daarom geen verrassing dat de inflatie bij voedingsmiddelen daalt. Ze waren in november nog wel 6,3 procent duurder dan in november 2022, tegen 18,4 procent in maart. Sinds mei zijn de prijzen voor voedingsmiddelen echter per saldo licht gedaald.

Opmerkelijk veel zaken worden goedkoper

Dan zijn er goederen waarvan de prijzen door de logistieke verstoringen in en na de pandemie fors waren opgelopen. Nu die verstoringen verdwenen zijn en de vraag zwak is, dalen veel van die prijzen. Als je langs de gedetailleerde cijfers van het CBS loopt, valt op hoeveel productgroepen de laatste maanden goedkoper zijn geworden. Dat geldt bijvoorbeeld, zomaar een greep, voor meubels en stoffering, vloerbedekking, huishoudelijke apparaten, farmaceutische producten, auto’s, elektrische fietsen, et cetera. 

Dit is natuurlijk allemaal zeer heugelijk, maar het probleem is dat tenminste een deel van deze prijsdalingen correcties zijn op eerdere prijsstijgingen. Die prijzen blijven waarschijnlijk niet dalen. Hun drukkende werking op de inflatie is tijdelijk, al zal die nog wel even aanhouden.

Wat in de prijsstatistieken van het CBS ook opvalt, is dat het tempo van prijsstijgingen van arbeidsintensieve diensten ver boven het gemiddelde ligt. In de onderstaande tabel heb ik een reeks van zulke diensten opgenomen. De hoge inflatie bij deze diensten houdt ongetwijfeld verband met de forse stijging van de arbeidskosten. Gelukkig is de inflatie hier veelal over haar hoogtepunt. In de meest rechtse kolom heb ik de stijging over de laatste zes maanden opgenomen. In alle gevallen, behalve bij strak gereguleerde prijzen, suggereert die stijging over zes maanden dat de (jaar-op-jaar) inflatie bij deze diensten verder zal afnemen.

Procentuele prijsveranderingen

Productgroepen

Nov. ‘23 jaar-op-jaar

Hoogste waarde

Nov’23 t.o.v. mei ‘23

Reparatie audio app.

10,4

14,2 (juni)

1,5

Onderhoud & reparatie privé voertuigen

9,5

9,8 (aug)

2,1

Onderhoudsdiensten voor de woning

9,1

14,3 (maart)

1,7

Stomen en reparatie van kleding

9,0

10,4 (aug)

5,4

Diensten van artsen & paramedici

8,6

8,6

0

Reparatie huishoudelijke apparaten

8,2

10,9 (dec ’22)

6,4

Diensten voor huisdieren

8,1

8,3 (dec ’22)

2,4

Diensten van tandartsen

7,7

7,7

0

Restaurants, café’s e.d.

7,5

10,4 (mrt)

2,0

Kappers en schoonheidssalons

7,1

7,5 (juli)

3,6

Diensten voor recreatie en sport

4,7

5,3 (feb)

1,7

Bron: CBS

Bovenstaande impliceert dat er achter het officiële inflatiecijfer van 1,6 procent veel ‘onrust’ schuilgaat. Opmerkelijk veel goederen worden in absolute zin goedkoper, maar de prijzen van arbeidsintensieve diensten stijgen nog altijd fors. Dit zal allemaal wel tot rust komen. Of we dan bij of zelfs onder 2 procent uitkomen is lastig te voorspellen.

Veel zal afhangen van de ontwikkeling van de lonen. Die matigt zich, maar is nog ruim boven het niveau dat consistent is met 2 procent inflatie. Tijdens haar jongste persconferentie wees ECB-president Lagarde er terecht op dat we in een fase zijn beland waarin de inflatie in belangrijke mate wordt gedreven door de stijging van de loonkosten per eenheid product. 

De huren verdienen nog een specifieke vermelding. Die maken 20 procent uit van het Nederlandse inflatiemandje. De huren worden zwaar gereguleerd. Door overheidsmaatregelen beloopt de stijging dit jaar slechts 2 procent. Volgend jaar bedraagt de maximale huurverhoging 5,5 procent. Dat maakt het waarschijnlijk dat huren in januari, de maand waarin een verhoging wordt geëffectueerd, het inflatiecijfer een duw omhoog zullen geven.

De conclusie dat de inflatie nu onder controle is, is volstrekt prematuur. Inflatie drukkende factoren zullen tijdelijk blijken te zijn, maar inflatie opdrijvende factoren ook. Waar de inflatie uitkomt als al het stof is neergedaald valt te bezien. Dat kan best bij 2 procent zijn, maar zou ook zomaar een stuk lager of hoger kunnen liggen. Centrale banken kunnen het risico mijns inziens niet nemen dat het dubbeltje de verkeerde kant uitvalt. Tenzij zich een nare recessie zou voordoen.

Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Investment Officer  over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No