
Het Verenigd Koninkrijk dreigt in een dodelijke schuldenspiraal verzeild te geraken, zo voorspelde hedgefondsmanager Ray Dalio (Bridgewater Associates) onlangs. Maar is dat pessimisme wel terecht?
Eerst de cijfers op een rij. De Covid-periode was een diepe aderlating voor het Verenigd Koninkrijk: met een tekort van meer dan 15 procent steeg de schuld van het land van 85 naar 105 procent van het bbp. Vandaag flirt de schuldgraad met 100 procent.
Jaren met tekorten boven 3 procent, in combinatie met een magere groei van net geen 1 procent, vormden een slechte economische cocktail. De vorige legislatuur bouwde de investeringen fors af, wat leidde tot een doom loop, een neerwaartse spiraal van economische stagnatie en ondermaatse productiviteit. Dit maakt het voor premier Keir Starmer zeer moeilijk om zijn ‘paradigma shift’, namelijk de sterkste groeier van de G7 te worden, te realiseren.
De overname van de overheidsfinanciën van de vorige regering is reeds een Herculestaak op zich en nu komen de obligatiehaviken nog extra roet in het eten gooien. In enkele maanden tijd steeg de tienjarige rente van 3,8 naar 4,95 procent begin januari. Eind 2020 stond deze nog op 0,3 procent, een lang vervlogen droom.
Dat maakt de uitdaging van minister van Financiën Rachel Reeves moeilijker: het begrotingstekort richting 3,6 procent brengen in 2025-2026. Daarbij wil ze tegen eind 2029 enkel nog lenen om te investeren - nu maakt ze nog een onderscheid tussen lenen om te investeren en lenen voor dagelijkse uitgaven.
Zowel zij als de eerste minister noemen dit engagement ‘ijzersterk en niet onderhandelbaar’. Ze willen inzetten op Kunstmatige Intelligentie ‘die voor iedereen werkt’, decarbonisatie van het elektriciteitsnet tegen 2030 en investeringen in infrastructuur.
Volgens het UK Office for Budget Responsibility zou een stijging met 1 procent van de publieke investeringen de potentiële output na vijf jaar verhogen met 0,5 procent en met 2 procent over tien tot vijftien jaar. Men schrijft dat dit nog zeer voorzichtige ramingen zijn. Fysieke investeringen, zoals woningbouw, schoolinfrastructuur, hospitalen en het wegennet, vormen immers de ruggengraat van een economie en zorgen voor essentiële diensten en connectiviteit.
Cruciale vragen
Overheidsinvesteringen mogen evenwel niet leiden tot een destabilisatie van de economie door fundingproblemen en ook niet tot forse belastingsverhogingen of uitgavenverminderingen. Een IMF-studie, die aan bod komt in een analyse van de denktank IPPR, komt tot enkele cruciale vragen.
- Hoeveel rente moet de overheid betalen om haar schulden te financieren? De rentebetalingen en looptijden moeten uitgetekend worden in de tijd.
- Blijft de netto-schuld van de overheid hierbij beheersbaar? Het is daarbij van belang een horizon langer dan een legislatuur van vier tot vijf jaar te nemen, tien à vijftien jaar lijkt eerder aangewezen.
- Worden de schulden aangegaan voor toekomstige uitgaven? Worden lonen bijvoorbeeld betaald via schulden, terwijl ze eigenlijk betaald zouden moeten worden met belastingsgeld?
- Maken de gemaakte schulden de economie sterker en weerbaarder?
Politici hebben geen kristallen bol en het is geen exacte wetenschap. Premier Starmer geeft alvast veel signalen dat hij met die vragen - die je ook op België en andere eurozonelanden kan toepassen - rekening houdt.
Geen nieuw Truss-moment
De vergelijking met 2022 en Liz Truss is niet gewettigd. Eerst en vooral stegen de rentevoeten twee jaar fors, het moment waarop mevrouw Truss met ongedekte belastingsverminderingen naar voor kwam. Hierbij passeerde ze voorbij institutionele checks & balances, wat haar zaak zeker niet vooruithielp. Wat de emmer deed overlopen waren de pensioenfondsen die met margin calls werden geconfronteerd. Ten tweede was er het wereldwijde fenomeen van een inflatie die onvoldoende daalde en de rentevoeten wereldwijd hoger duwde.
Vandaag zitten we met een totaal andere context. Het ergste van de inflatie ligt achter ons, centrale banken halen langzaam de voet van het rentepedaal en de pensioenfondsen zijn meer onder controle.
Besluit
Nu is het aan mevrouw Reeves, samen met premier Starmer, om een duurzaam en productief budgetparcours voorop te stellen. Hoe geloofwaardiger, hoe sneller de obligatiehaviken tot rust komen en de ingezette weg van productieve investeringen, via schulden, aanvaard worden.
Dat Ray Dalio wijst op het risico van een dodelijke schuldspiraal toont de nood aan een ernstige monetaire -en fiscale politiek. De FTSE250 gelooft in ieder geval in de woorden ‘ijzersterk en niet-onderhandelbaar’ van de premier en de Minister van Financiën. Met een verlies van amper 2,8 procent de laatste maanden ziet de Britse aandelenmarkt de huidige hoge rente als een tijdelijk maar geen structureel probleem. Ik behoud het vertrouwen in de Britse regering, rente en beurs.
Jan Vergote is onafhankelijk financieel consultant en analist.