
Er zijn vandaag weinig landen waar de convicties zo uitgesproken zijn als in China. Ze liggen in het verlengde van de Chinese ambities en noodwendigheden. Ik zie er drie heel concreet: technologie, consumptie en groene energie.
China wil technologie integreren in alle strategische geledingen van haar economie (gezondheid, onderwijs, etc.). Stilaan is er het besef dat zonder een versnelling van de consumptie de groei op apegapen ligt. Tot slot is een groene economie niet alleen noodzakelijk voor China op zich, maar er is het besef dat het een internationaal exportproduct van de bovenste plank is. Samen moeten de drie strategische domeinen daarenboven ertoe bijdragen dat China ontsnapt aan de fameuze middle income trap. We overlopen ze één voor één.
1. Technologie
Dat China de technologie wil integreren in haar economie is geen geheim. We kennen allemaal de plannen “Made in China 2025” en haar veertiende Vijfjarenplan (o.a. AI en robotica) of de Digitalisering (big data, cloud). Al deze zaken wil China toegepast zien in alle sectoren: industrie, gezondheid, diensten, stadsontwikkeling, controlesystemen, BRI, enz.
Recent zagen we bijvoorbeeld hoe de Chinese overheid de private sector opnieuw betrekt in haar opzet om het netwerk in AI-infrastructuur een boost te geven via een samenwerking van lokale overheid en start-up bedrijven. Via DeepSeek probeert men om chiptechnologie beter in clusters te laten ageren, ten voordele van het bedrijfsleven. De samenwerking tussen Infinigence AI en de start-up Silicon Flow om een platform te bouwen voor AI-toepassingen is een ander voorbeeld. Op de markt is er veel scepticisme rond DeepSeek. Toch moet men zich de vraag stellen of China hier niet bezig is haar aloude strategie van bestaande zaken op de markt fors te verbeteren, op te schalen en dan spotgoedkoop in de markt te zetten.
Het moet duidelijk zijn dat de Chinese overheid de private sector aan het herpositioneren is als een cruciale pijler in de technologische wereldwijde run voor suprematie. Dat Hong Kong’s Hang Seng één van de beste performers is sedert begin dit jaar mag dan ook geen verrassing zijn.
2. De consument
Meer en meer beseft de Chinese overheid dat het zonder consumenten geen verdere stabiele groei kan realiseren. Ondertussen probeert men de bouwsector te stabiliseren (o.a. via tussenkomst van de lokale besturen), verlaagt men de rentevoeten (in de laatste twaalf maanden is bijvoobeeld sprake van een daling van de loan prime rate van 3.45 tot 3.1 procent) en zijn er concrete stimuli voor de consumenten. Ik geeft er enkele als voorbeeld: verhoging van pensioenen en medische subsidies, ondersteuning voor gezinnen met meerdere kinderen, ondersteuning bij inruil van oude consumptiegoederen of ondersteuning van huisvesting via sociale huisvesting, loongroeibevordering en financiële ondersteuning om het geboortecijfer op te trekken. Om dit te realiseren zal de overheid het tekort laten oplopen van 3 tot 4 procent en ook bijkomende overheidsobligaties uitgeven.
De Chinese overheid spreekt in dit verband over “vigorous efforts” (krachtige inspanningen). Vandaag spendeert de Chinese overheid amper 6 procent van haar BNP aan individuele consumptie (via sociale zekerheid, pensioenen, gezondheid, ..), terwijl de gezinnen zelf vandaag bijna 40 procent voor hun rekening nemen (bron: FT en World Bank). Het contrast met andere landen kan niet groter zijn: de Verenigde Staten respectievelijk 6 en 70 procent, het Verenigd Koninkrijk 15 en 60 procent, Indië 4 en 60 procent en Japan 13 en 55 procent.
Onder academici leeft reeds langer het geloof dat structurele veranderingen noodzakelijk zijn om de potentiële kracht van de uitgaven van consumenten op de groei te benutten. Zo wees de heer Huang (PBoC adviseur) op het risico van een deflatierisico en stuurde hij aan op 2 à 3 procent inflatie, met zelfs het idee van helikoptergeld. President Xi is pragmatisch: hij heeft schrik voor Europees “welfarism” maar erkent de noodzaak aan stimuli om het consumentenvertrouwen op te krikken.
3. Groene economie: China onmisbaar voor de energietransitie
Er is reeds veel inkt gevloeid rond de Chinese klimaatinspanningen. Ik zal me hier dan ook beperken tot het citeren van de Chinese productiecapaciteiten wereldwijd (bron: IEA-De Tijd).
- 3.1. Zonnepanelen: siliconen halfgeleiders, fotovoltaïsche cellen en modules (respectievelijk 97, 85 en 75 procent);
- 3.2. Wind onshore: motorgondel, wieken en toren (62, 61 en 54 procent);
- 3.3. Wind offshore: idem (84, 73 en 54 procent);
- 3.4. Overige: batterijen (76), EV (54) en warmtepompen (39 procent).
Om maar één sector toe te lichten: de batterij-aanmaak. Hier zien we een consolidatiebeweging met meer nadruk op rentabiliteit. De lagere vraag vanuit Europa en de VS naar autobatterijen (respectievelijk 6 en 7 procent, bron: Rho Motion) liet immers haar sporen na. Nieuwe regelgeving dwong een aantal kleinere spelers noodgedwongen uit de markt. Ook werden hogere standaarden opgelegd voor energie-intensiteit, vermogensdichtheid, levensduur, enz. Volgens Citi-analisten moet dit de grote jongens ten goede komen (denk aan BYD en CATL).
De impact van de vertraging liet niet op zich wachten: zo daalden de inkomsten en winsten bij 107 lithiumbatterij-fabrikanten met respectievelijk 18 en 50 procent jaar op jaar. Maar zoals geschreven moeten de topbatterijbedrijven hier sterker uitkomen: ze blijven investeren, maar op een meer rendabele manier.
4. Beleggen in China
Beleggen in China krijgt internationaal meer aandacht. Geduld was hier de laatste jaren een mooie deugd. Waar en hoe te beleggen is een open deur intrappen: de drie aangehaalde sectoren zijn een must in een gediversifieerde aandelenportefeuille. Chinese technologie via bedrijven actief in robotica, AI-serverinfrastructuur en in haar kielzog bedrijfssoftware en alles wat inzet op automatisatie. Voor de consumptie-impuls moeten we zoeken naar bedrijven in de vrijetijdssector in de breedte of de reissector (nu het coronaslot opnieuw open is). Tot slot hebben we de groene beweging waar we uiteraard terechtkomen bij de elektrische auto, maar evengoed bij de uitbouw van het elektrisch netwerk, batterijen. kortom alles wat bijdraagt aan een beter klimaat.
Zijn er aandachtspunten? Uiteraard. China moet navigeren en zich aanpassen aan de handelstarieven en de onzekerheid rond Taiwan. Twee risico’s die we niet zomaar kunnen negeren. De handelsoorlog is geen alleenstaande problematiek voor China maar wordt meer en meer een wereldprobleem. China houdt veel stokken achter de deur (denk alleen nog maar aan haar zeldzame grondstoffen). Trump is een dealmaker die zoekt tot waar hij de hand van zijn handelspartner kan omwringen. Op mogelijke scenario’s rond Taiwan kom ik in een volgende column in detail terug. Ook blijft er het gebrek aan transparantie en gebrekkige controle op beursgenoteerde bedrijven. Geen week gaat voorbij of een politicus of bestuurder wordt aangeklaagd voor corruptie.
Vandaag weten we wel dat we beleggen op een beurs die goedkoop noteert (Koers op Verwachte Winst 11.7, met een verwachte winstmarge van 5.3 procent (in 2023 nog 4.5 procent), een verwachte winstgroei van bijna 10 procent, Koers op Boekwaarde 1.4, technologie Koers op Winst 23 (vergelijk dit met Amerika). Inzetten op de strategische bouwstenen van de Chinese overheid kan geen slechte insteek zijn.
Jan Vergote is onafhankelijk financieel consultant en analist.