Jan Vergote
Jan Vergote

Centraal bankier Jerome Powell werd tijdens zijn recentste persconferentie opnieuw geconfronteerd met een aantal kritische vragen. We overlopen deze een voor een.

Om er enkele te noemen: wat met het (door de Fed reeds jaren uitgesproken) engagement van 2 procent inflatie? Quid de impact van de inflatie en de handelsheffingen op de arbeidsmarkt? Waarom zijn er zo’n grote verschillen in de rentevooruitzichten? Opmerkelijk was dat hij soms aarzelde of de vraag ontweek. 

1. Een aantal bedrijven nemen de handelstarieven reeds voor hun rekening. Zijn de tarieven de reden waarom we een vertraging zien, met name op de arbeidsmarkt en niet zozeer in de inflatie?

‘We zien inderdaad dat de prijs van goederen de grootste impact hadden op de inflatie. Misschien zelfs de enige impact’, antwoordde Powell daarop. Pro memorie: het laatste jaar schat men de goedereninflatie op 1,2 procent in, wat een bijdrage van 0,3-0,4 procent gaf tot de kerninflatie van 2,9 procent eind augustus (jaar op jaar). Al bij al een beperkte impact, maar de Fed verwacht dat die zal stijgen de komende trimesters. 

Er kan inderdaad een invloed zijn op de arbeidsmarkt, zegt de Fedvoorzitter, maar het grootste effect komt van de verandering in de immigratie. Het aanbod van werknemers daalde fors. De jobcreatie daalde van 200.000 begin dit jaar richting 15.000 vandaag, zegt hij, maar tezelfdertijd kwam de vraag naar werkkrachten ook fors naar beneden  - ‘A speedy decline in both’ - waardoor we een zeldzame balans krijgen. Omdat de vraag naar arbeid iets meer daalde, ging de werkloosheid licht omhoog.

2. Was er geen druk voor een grotere renteverlaging?

De Fed heeft een duaal mandaat: prijsstabiliteit én maximale werkgelegenheid. ‘Waar het risico in de eerste helft van het jaar vooral lag bij de inflatie, zitten we nu in meer gelijke situatie tussen inflatie en werkgelegenheid’, zo schatte Powell in. Een verlagingvan de rente richting een meer neutraal niveau was dus aangewezen. De risico’s verschuiven richting de arbeidsmarkt, maar tezelfdertijd zijn de groeivooruitzichten licht verhoogd en de werkloosheid blijft met 4,3 procent zeer laag.

3. De inflatie blijft bijna een vol procent boven uw doelstelling. Is 2 procent als inflatie niet langer haalbaar en krijgt u een geloofwaardigheidsprobleem?

‘Zo werkt het inderdaad’, antwoordde Powell op die vraag. ‘Je tekent een tijdsbestek uit, wetende dat de toekomst onzeker is, met de bedoeling om de doelstelling van 2 procent te bekomen.’ 

Een kort antwoord, maar niet veelzeggend. Mijn antwoord hierop: bewust een hogere inflatie tolereren heeft enkele voordelen. Men kan zo de rente wat hoger houden om in tijden van recessie meer dalingsmarge te hebben. Het stimuleert ook de groei want het moedigt investeringen aan, ontmoedigt sparen en het geeft bedrijven marge om lonen te verhogen. Een extra reden kan de hoge overheidsschuld zijn: het vermindert de reële waarde van de schulden en met de hoge overheidsschuld is dit een impliciet voordeel.

4. Wat gaat de Fed doen als de prijzen meer stijgen dan verwacht?

‘We moeten ervoor zorgen dat de impact van de goedereninflatie beperkt blijft tot eenmalige effecten en zo ageren we vandaag’, antwoordde Powell. ‘De inflatie-impact is iets kleiner dan we voorzagen (met een zwakkere arbeidsmarkt), waardoor het risico van een uitbraak van de inflatie kleiner geworden is. Het risico op ons arbeidsmandaat wordt iets groter, vandaar onze beweging richting neutraal. Maar we blijven binnen  onze twee mandaten.’

Het evenwicht behouden tussen de twee mandaten is moeilijk, erkende Powell, want hoge inflatie en haperende arbeidsmarkt tezelfdertijd aanpakken is onmogelijk. ‘Hoe ver is ieder mandaat van het doel en hoe lang zal het duren om er te komen? We zitten met een laag ontslagcijfer, maar ook met een laag aanwervingcijfer. Als de ontslagen plots groter worden, zitten we met een probleem van hogere werkloosheid. Nu is er vooral een risico voor de arbeidsmarkt en we bewegen dus meer in die richting met de rente.’

5. Vroeger was er recalibratie: het beleid aanpassen in functie van de economie. Zitten we nu in een situatie waarbij de data meeting per meeting bekeken wordt? 

Er is een grote dispersie bij de negentien Fed-leden, erkende Powell. Tien leden zien twee of meer renteverlagingen voor de rest van het jaar, terwijl negen minder of geen rentedalingen voorzien. Vroeger was er meer voorspelbaarheid. Vandaag is er minder respons op de arbeidsenquêtes en krijgt de Fed hierdoor wat later zicht op de reële evolutie. De meningsverschillen zijn ook de uitdrukking van de twee zijden van risico (inflatie en werkloosheid) en op welke manier men hierop dient te reageren, zo gaf hij aan.

Ik vermeld hier terzijde dat de Fed inderdaad met een stagflatiedilemma zit. Het driemaands glijdend gemiddelde van de kerninflatie is op weg richting 4 procent (in april nog minder dan 2 procent), terwijl de veranderingen in de arbeidsmarkt gemeten op dezelfde basis duidelijk neerwaarts gaan (in januari boven 200.000, terwijl in augustus onder 30.000). Powell verwijst ook naar de consumentenuitgaven die boven de verwachtingen uitkomen (met loonstijgingen boven de inflatie), de verwachte groei van 1,5 procent dit jaar, de lage werkloosheid en de betere omzetcijfers en bedrijfsinvesteringen rond AI van het derde kwartaal. 

Ondanks de grote dispersie in de rentevooruitzichten was er toch een grote consensus voor de daling met 25 basispunten, zegt de voorzitter. Powell: ‘De vertraging van de arbeidsmarkt laat zich op diverse manieren zien, maar dit betekent voor ieder Fed-lid iets anders, waardoor er een brede range van inzichten is naar de toekomst toe. Het is de uitdrukking van de grote uitdaging waarvoor we staan om de twee doelstellingen, werkgelegenheid en inflatie, te verzoenen. Er is geen risicovrije weg vanaf nu.’

6. Wat met het risico op een aandelenbubbel?

De Fed haar eerste zorg zijn de twee beleidsdoelstellingen. Tezelfdertijd monitoren ze de financiële stabiliteit. Huishoudens en banken verkeren volgens Powell in een goede gezondheid.

‘Wij hebben geen mening over wat een juist of onjuist niveau van activaprijzen is voor een bepaald financieel actief, maar we houden het hele plaatje in de gaten, op zoek naar structurele kwetsbaarheden, en ik zou zeggen dat die op dit moment niet groot zijn’, verklaarde hij.

Jan Vergote is onafhankelijk financieel consultant en analist.

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Column
FD Article
No