Jan Vergote
Jan Vergote

Beleggers switchen naar groeilandfondsen waarbij Chinese aandelen uitgesloten worden (ex-China EM funds). Oplopende spanningen tussen de VS, Europa en China, waarbij de handelstarieven meer en meer op de voorgrond treden, liggen aan de basis. Uiteraard speelt de fondsenindustrie daar gretig op in. Zo steeg de omloop in een jaar tijd met 75 procent tot 26 miljard dollar (bron Morningstar).

Ondanks dat het gewicht van China in de MSCI EM terugviel van 40 procent voor de pandemie tot 27 procent vandaag, beschouwen sommige beleggers China als een idiosyncratisch risico, waarbij de Chinese beurs de speelbal wordt van overheidsacties en enkel nog voer blijft voor specialisten. Maar zijn de vooruitzichten echt zo negatief? We ontleden het vraagstuk in vier stappen.

1. Ex-China emerging markets

Wie kiest voor deze allocatie neemt indirect twee grote risico’s: India en Taiwan.  Ze nemen ieder 26 procent voor hun rekening. 

Zoals ik in een vorige editie toelichtte, noteert de Indiase beurs duur (koers op verwachte winst 22,4). ‘Geprijsd voor de perfectie’, zou je kunnen zeggen. Aan de Indiase sterke man Narendra Modi om dit waar te maken de komende jaren. 

Taiwan (denk aan Taiwan Semiconductor) maakt voor mij deel uit van potentiële Chinese risico’s: China duldt geen inmenging in haar soevereiniteit en beschouwt Taiwan nog steeds als een deel van China.

Zuid-Korea (met bv. Samsung Electronics) neemt 14 procent voor haar rekening en Brazilië 7 procent. 

De rest wordt aangevuld met landen zoals Zuid-Afrika, Mexico (met Claudia Sheinbaum als de eerste vrouwelijke president, met daarbij de lange schaduw van haar voorganger Andrès Obrador), Thailand (P. Shinawatra, sedert 18 augustus dit jaar aan het roer als eerste minister) en Indonesië (met Prabowo Subianto als nieuwe president, een oud-militair en zakenman).

Wat deze kleinere posities betreft, zijn er drie aandachtspunten. Het zijn dikwijls connector countries, soms landen met linkse politici (vooral Zuid-Amerika) en nieuwe (onvoorspelbare) leiders. De “connector countries” zullen door president Trump onder de loep genomen worden. Hun beursverloop de laatste jaren was niet om over naar huis te schrijven, de toekomst wordt alleen nog onzekerder.

Een eerste besluit: wanneer men spreekt van een switch omwille van de Chinese risico’s, moet men zich afvragen of men niet van de regen in de drup komt.

2. Trump aan het roer van een groot schip, maar China neemt steeds meer een leidende rol

Het is duidelijk dat China lering trok uit haar vroegere Belt and Road investeringen. Ze blijven geopolitiek strategisch van groot belang, maar worden nu strikter opgevolgd qua rentabiliteit en belangen-reciprociteit. Een recent voorbeeld vinden we in Peru waar China (via Cisco) 3,6 miljard dollar investeerde in de haveninfrastructuur van Chancay.

China heeft verder investeringen in Las Bambas, de grootste kopermijn en is ook eigenaar van Enel (elektriciteitsmaatschappij). In maart kreeg China, via Jinzhao, een havenconcessie in het zuiden van Peru om haar ijzererts-exploitatie nabij Ica te exporteren. Beijing en de VS hebben beide handelsakkoorden met Peru. Maar de laatste tijd laat de VS duidelijk de kaas van haar brood nemen.

En zo zijn er tientallen voorbeelden waar de Amerikaanse hegemonie beetje per beetje uitgehold wordt: ze wordt daarenboven voorbijgestoken in haar eigen achtertuin. Nochtans is Latijns-Amerika van groot geostrategisch belang: het bevat 57 procent van de wereldwijde lithiumreserves, 37 procent van de koperreserves, bijna 20 procent van oliereserves en een derde van het werelddrinkwater en primaire bossen.

De handel van China met Latijns-Amerika steeg van 12 miljard dollar in 2000 tot 450 miljard dollar eind 2023 en is daarmee de belangrijkste handelspartner voor de meeste landen in de regio. Het geostrategisch belang lezen we af van hun investeringen in kritische mineralen, opwekking van elektriciteit, digitale - en transportinfrastructuur. Toeval of toch niet, maar sectoren waar beide landen prioritair belang aan hechten.

Vergeten we ook het Chinese opportunisme niet: de economische leemte die Europa liet met Rusland werd met plezier ingevuld door Chinese bedrijven. In de eerste 9 maanden van dit jaar exporteerde China niet minder dan 850.000 auto’s naar Rusland (bron: China Passenger Car Association), waardoor hun marktaandeel steeg van 9 procent (februari 2022) naar 57 procent vandaag.

Recent zag ik een documentaire over Dushanbe, hoofdstad van Tadzjikstan. Het merendeel van de taxis zijn er elektrisch en jawel, van het Chinese BYD. China slaat overal haar economische vleugels uit.

3. China erkent haar interne problemen, maar handelt met mondjesmaat

Beetje bij beetje zet China de monetaire en fiscale kranen open. Met een eerste fiscaal pakket van 1.400 miljard dollar ondersteunt ze de lokale overheden. Deze kunnen verborgen schulden op hun balans halen via nieuwe schulden, waarbij de rentelast fors lager ligt. Op die manier maken ze geld vrij voor de financiering van nieuwe projecten.

Voordien had men de prime loan rate reeds verlaagd naar 3,1 procent (van 3,35 procent), de grootste daling ooit. Ook 5-jarig papier werd goedkoper (van 3,85 naar 3,6 procent). In het pakket van september zaten ook een lagere hypotheekrente en ondersteuning van de aandelenmarkt.

Toch reageerde de markt ontgoocheld. Men had een grotere interventie verwacht, in het bijzonder om de private consumptie nieuw leven in te blazen. De markt verwachtte onder meer het opkopen van onverkochte woningen of directe financiële hulp voor huishoudens. Wellicht houdt de Chinese overheid munitie achter de hand tot op het moment dat men meer concreet zicht heeft op de handelstarieven van Trump. We zitten dus in een “wait and see” modus. Hoe dan ook, ook China houdt haar tegenmaatregelen (tit-for-tat) klaar.

In oktober stegen de detailverkopen alvast met 4,8 procent, het hoogste cijfer in 8 maanden tijd. De vastgoedsector blijft voorlopig een pijnpunt, waar verdere ondersteuning noodzakelijk blijft. Een stabilisatie is nodig alvorens we van een herstel van het consumentenvertrouwen kunnen spreken.

4. China blijft op koers om haar rol als superpower te herwinnen

De Westerse wereld wacht vol ongeduld op een herstel van de Chinese consumptie. Maar de president, Xi Jinping, laat zich door niemand opjagen. Hij heeft een strategisch langetermijndoel voor ogen: het land welvarend maken met behoud van haar politieke ideologie. 

Hoe hij daarbij tewerk gaat, wordt bijzonder goed uitgelegd in het nieuwe boek van Keyu Jin, “The China New Playbook”. De auteur is een Chinese econoom, hoofddocent aan de London School of Economics en een Young Global Leader van het World Economic Forum. Boeiende literatuur en zeker voer voor een volgende column. 

Ik behoud alvast mijn overwogen positie in Chinese aandelen.

Jan Vergote is onafhankelijk financieel consultant en analist.

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Column
FD Article
No