Dat restaurants overal duurder werden, ondervinden we als vakantieganger geregeld in onze geldbeugel. Wie duurder zegt, zegt meteen hogere inflatie. Materie genoeg voor professoren en centrale bankiers om de effecten op de bedrijven uit de dienstensector te onderzoeken. We overlopen er enkele en bekijken de gevolgen voor de belegger.
De lage werkloosheid in de VS zorgt ervoor dat mensen daar sneller van werk veranderen. Er is in veel sectoren een personeelstekort en het aantrekken van werknemers via een hoger loon is een gekende strategie. Daarbij komt dat sommigen tijdens Corona hun werk hadden verloren (denk aan de restaurants), en die mensen kregen elders of bij de heropstart een hoger loon. Een schoolvoorbeeld is McDonald’s.
1. De Big Mac en McWages Index
Voor we de McWages aansnijden, eerst even de Big Mac Index in herinnering brengen. Deze index zag het daglicht in 1986 via The Economist en werd gebruikt als een proxy om de koopkrachtpariteit tussen twee munten te meten. Het maakte de wisselkoersverschillen iets bevattelijker. De index toont hoe de prijs van een (ham)burger verschilt van land tot land en men vertaalt die verschillen in relativiteit.
Elk jaar publiceert de krant een geactualiseerde versie van de dollarkoers t.o.v. de voornaamste munten. Vandaag noteert 1 dollar ongeveer 0.92 euro op de wisselmarkt. Nemen we de Big Mac-index als maatstaf, dan nemen we 5.25 euro in onze regio als algemene prijs (voor een burger in veel Europese bestemmingen), terwijl in de VS deze gemiddeld 5.8 dollar kost, wat neerkomt op 1 dollar voor 0.905 euro (5.8/5.25); vrijwel identiek met de marktkoers dus. Op basis van deze Big Mac-vergelijking zou de dollar neutraal gewaardeerd zijn t.o.v. onze euro.
2. Nu krijgen we de “McWages” erbij
Recent onderzoek door de heren Ashenfelter (professor bij Princeton University) en Jurajda (researcher bij Prague’s Center for Economic Research) bedacht de McWages-index die de loonevolutie in de McDonald’s restaurants in de VS weergeeft. Op die manier probeert men de vertekening in de loonevolutie door jobveranderingen (met een hogere taakinhoud) te elimineren en geeft deze nieuwe index een idee van de evolutie van de verloning van mensen op de lagere arbeidsniveaus in de VS.
Het bedrijf stelde eind 2023 in de VS niet minder dan 4 miljoen mensen tewerk. Wat er op vlak van hun personeelsverloning gebeurt wordt met interesse gevolgd door deze onderzoekers. We leren er alvast enkele interessante zaken uit.
2.a. Evolutie van loon per uur bij McDonald’s
Waar ze in de voorbije decennia de gemiddelde lonen met 1 procent per jaar zagen stijgen, stegen die na corona met 14 procent tussen 2020 en 2021. Ze kwamen uit op gemiddeld 13 dollar per uur, versus 34 dollar voor alle personeel in de private sector. Een forse impact op de kosten en marges van McDonald’s en dit soort bedrijven. Terloops geschreven, wat die marges betreft is er voorlopig in de brede S&P500 nog geen enkel probleem, integendeel, met een cijfer van 13.5 procent noteert de forward profit marge op record niveaus over de laatste twintig jaar. Het verklaart mee waarom de Amerikaanse beurs zeer goed blijft presteren.
2.b. Presidentsverkiezingen en de MCWages
Belangrijk is om te beseffen dat de McDonald’s lonen niet gelijkmatig stegen in de VS. Zo steeg het basisloon in Maine (N.O. van de VS) met 45 procent tussen 2016 en 2023, terwijl in Mississippi over dezelfde periode dit amper met 3 procent steeg. Een verhoging van het minimumloon ligt aan de basis van deze verschillen. Daar waar in Maine het minimumloon steeg van 7.5 dollar per uur naar 13.8 dollar per uur, bleef dit in Mississippi op het federaal uurloon van 7.25 dollar. Lonen in de benedengrens worden dus meer gefragmenteerd over de verschillende staten en zullen in de komende verkiezingen dan ook meer aandacht krijgen bij de presidentskandidaten.
2.c. Evolutie van de lonen na Covid in de VS
De loonkost (berekend via de FRED-Employment Cost Index) steeg van 2.7 procent (Q3 2020) tot 5.6 procent (Q2 2022). Analisten stellen de vraag in hoeverre de bedrijven deze loonstijging moesten ondergaan of ze deze, hetzij konden doorrekenen aan de klanten, hetzij konden compenseren via investeringen in hogere productiviteit. Een bedrijf als McDonald’s kan bv. versneld automatische betaalsystemen in het leven roepen in vervanging van kassiers.
Als ik even een omweg mag maken: bij een recent bezoek in Amsterdam bij Albert Heijn zag ik amper een bemande kassa versus acht automatische afrekendesks. Bij hen is automatisatie dus een oplossing. Bij ons in de buurt doet een zusterbedrijf in Brugge het nog volledig met bemande kassa’s. Misschien kan het personeel productiever ingezet worden, maar automatische kassa’s op zich zijn sneller voor de klant en ook productiever voor het bedrijf. Als belegger vraagt men zich natuurlijk af hoe dergelijke productieve bedrijven te detecteren.
3. Onderzoek door de Centrale Bank van St. Louis
De Centrale Bank van St. Louis onderzocht of bedrijven effectief investeren in automatisering om hun arbeidstekorten en loonstijgingen te compenseren. Op basis van 71.208 earning calls bij 6.456 bedrijven (tussen Q1 2002 en Q1 2024) bekwam men data over arbeidstekorten. Via deze data deed men econometrisch onderzoek naar hun investeringen. Een stijging met 1 eenheid arbeidstekort in hun model deed de investeringen inderdaad stijgen met 0.28 procent.
Het model leidde tot extra investeringen ten gevolge van arbeidstekorten voor een totaal van 55 miljard dollar. Dit bedrag is vergelijkbaar met de 2022 Chips and Science Act ten voordele van binnenlands onderzoek van de semiconductoren en is dus niet te verwaarlozen. Het resultaat was zeer significant bij bedrijven die veel routinematig werk verrichten. Uit calls in Q1 2024 bij autobedrijven werd ook een versnelde automatisering aangekondigd om de loonkosten aan te pakken.
In de bedrijfscalls waar de loonkost expliciet werd vermeld, sprak men 50 procent meer over automatisatie in vergelijking met een gemiddeld bedrijf. De FRB verwachtte dan ook een verbetering van hun arbeidsproductiviteit. En inderdaad, bij bedrijven met veel manuele taken constateerden ze een forse stijging van hun arbeidsproductiviteit. Bij bedrijven met niet-routine taken zagen ze daarentegen een daling van de arbeidsproductiviteit.
Ze concluderen dat een krappe arbeidsmarkt inderdaad leidt tot inflatiedruk op de korte termijn, maar een hogere groei in hun productiviteit (dankzij investeringen) kan hun productiecapaciteit vergroten en de prijsdruk verzachten op de langere termijn. En dit geldt uiteraard des te meer bij bedrijven met een hoge mate van routinetaken.
4. Een AI-afsluiter
Om te eindigen verwijzen we nog naar de brief van Elliott Management naar hun klanten. Ze waarschuwen voor een Nvidia bubbel, waarbij AI overhyped wordt. De beloofde forse productiviteitsverhoging is een mythe, zeggen ze, en ze zien enkel voorbeelden bij de generatie van mooiere rapporten of computercoderingen. Misschien iets te dramatisch geformuleerd (uit eigen belang?), maar ze hebben wel een punt.
Onderzoek door Census Bureau (of America) vond recent dat slechts 5 procent van de bedrijven AI professioneel gebruikt. Ook Andres Odlyzko (zeepbelexpert) spreekt van een technologiemanie op de beurs. Toch kochten grote fondsenhuizen fors AI-aandelen bij na de koersdaling vorige week. Waar de waarheid ook ligt, de technologische evolutie (o.a. via AI) zal de productiviteit op termijn verhogen, stap voor stap.
Het onderzoek van St. Louis is een voorbeeld van incrementele productiviteit. We moeten het bredere plaatje blijven bekijken, waarbij we vandaag nog maar aan het begin staan van superintelligentie in bedrijven. Bedrijven met een stevig businessmodel, waarbij productiviteitsinvesteringen dagelijks brood zijn en daarenboven een ruime marge aan cash hebben, moeten de beursstormen probleemloos kunnen doorstaan.
Jan Vergote is onafhankelijk financieel consultant en analist.