Jan Vergote
Jan Vergote

Op de China-Afrika top in Beijing kondigde Xi Jinping nultarieven aan op goederen uit de opkomende landen. Hiermee wil hij de economische banden met die landen versterken en zo de wereldhandel bevorderen. Zijn initiatief is voornamelijk gericht op de minst ontwikkelde landen (LDCleast developed countries) in Afrika, Azië en andere regio’s.

Veel van die landen maken deel uit van de zogenoemde “Middle Powers”, waarbij hun middenstatus verwijst naar hun positie tussen de VS en China, veeleer dan naar hun economisch gewicht op wereldvlak. Xi wil met die groep de handelsbelemmeringen verminderen en hen helpen hun exportpotentieel te vergroten. Maar China blijkt een wolf in schaapskleren: met “China Shock 2.0” komt ze als een paard van Troje binnen bij die “Middle Powers” en ondergraaft ze zo het economisch groeimodel van die landen.

1. Sleutelelementen van het Chinese nultarief

1.1. Ondersteuning LDC’s
In lijn met haar verbintenis met de WTO (Wereldhandelsorganisatie) en haar steun voor armoedebestrijding, wil China een nultarief beleid voor goederen ingevoerd uit die LDC-landen. Een aanzienlijk deel is gericht op Afrikaanse landen. China wil dan ook belastingvrije toegang verlenen aan 97 procent van de belastbare producten uit die landengroep (met onder meer Ethiopië, Gambia en Senegal). 

Een “New Africa Strategy” wordt vandaag ontwikkeld bij veel mogendheden: het continent kent een grote stijging van de bevolking, bezit een grote concentratie aan kritische mineralen en heeft 54 stemrechten in de Verenigde Naties. 

1.2. Koppeling met de BRI (Belt and Road Initiative)
De nultarieven zijn ook gekoppeld aan het Chinees BRI-initiatief, dat de handelsroutes en investeringen in de opkomende landen wil verdiepen. En zo kan China haar importbronnen, zoals grondstoffen of landbouwproducten, tegen zeer concurrentiële prijzen verwerven. We kunnen spreken van een vorm van zachte macht, waarbij China haar invloed in de internationale handel en -ontwikkeling vergroot, in het bijzonder met een opkomend continent met een enorm groeipotentieel.

2. De “Middle Powers”

Het betreft een groep landen die zich midden de VS en China plaatst, die vermijdt stelling te nemen (vandaar dat men soms spreekt van “fence-sitters” (neutraal) of “swing states” (kunnen in beide kampen vallen) om er economisch voordeel uit te halen. Daar zitten zowel traditionele bondgenoten van de VS tussen (bv. Saoedi-Arabië of Israël), als titanen van het globale zuiden (bv. Mexico, Kenia, of Indonesië). 

Deze versterkte Brics-groep is een tegenwicht voor de G20: een beperkte expansie van de Brics zou onmiddellijk een kolos creëren die bijna de helft van de wereldbevolking omvat en 35 procent van de wereldeconomie, volgens Anil Sookal, de Zuid-Afrikaanse ambassadeur voor de Brics-groep. 

Het hoeft geen betoog dat China zichzelf ziet als de natuurlijke leider van het globale zuiden. De nieuwe Brics-gegadigden delen de frustratie dat de globale economie te veel in het voordeel van het Westen functioneert en willen dit samen veranderen. Deze groep landen controleert daarenboven veel van de kritische mineralen die het Westen broodnodig heeft, onder andere in het kader van de klimaatverandering.

3. China Shock 2.0

Hierbij verwijst men naar de tweede golf van economische verstoring door China in de wereldhandel. De eerste kennen we allemaal, namelijk dat China na haar toetreding tot de WTO de wereld overspoelde met goedkope goederen. Het veroorzaakte aanzienlijk industrieel banenverlies in de VS en Europa. Met een tweede schok speelt China een competitie hoger, wat we hierbij kort overlopen.

3. 1. Industriële upgrading
China maakt meer en meer de overgang naar hoogwaardige producten en verscherpt op die manier de concurrentie met het Westen, sectoren waar wij traditioneel een voorsprong hadden. We denken aan de autosector, klimaatoplossingen, halfgeleiders, maar evengoed aan artificiële intelligentie. Waar vroeger in China de focus bijvoorbeeld op de uitvoer van goedkoop staal lag, komt deze nu op een breed pallet van goederen te liggen.

China investeert vandaag massaal in AM of advanced manufacturing (of wat men soms omschrijft als new quality productive forces). Op die manier probeert China een voet in huis te krijgen in strategische industrieën, met alle negatieve gevolgen voor het Westen, maar zeker ook voor de groep van de “Middle Powers”.

3.2. Handelsconflicten in het vooruitzicht
Vandaag zien we reeds de eerste protectionistische maatregelen in die landen: men verhoogt importtarieven, herlokaliseert productie, of legt exportcontroles op (bv. bij kritische technologie). Ook de ontwikkelingslanden vrezen dat deze Chinese AM hun weg zal opkomen en hun eigen industrie zal ondermijnen.

V. Anantha Nageswaran, de economische adviseur van India, formuleert het als volgt: ‘Chinese goederen zijn zo goedkoop dat geen enkel importtarief hun prijscompetitiviteit kan verminderen’. Om maar enkele recente voorbeelden te noemen: Korea wordt zwaar beconcurreerd met zijn fameuze kimchi (gefermenteerde kool en groenten). Pakistan worstelt met een overaanbod van zonnepanelen en brengt er zijn begroting serieus mee in de problemen, omwille van aangegane engagementen naar particulieren en bedrijven.

4. China… van essentiële handelspartner naar forse concurrent

4.1. Sommige “Middle Powers” komen onder druk
Indonesië voerde in juli een invoertaks van 200 procent in op textiel. Enkele maanden later voerde Chili die in op Chinees staal. Voorbeelden zijn legio: Mexico, Brazilië, India en Indonesië. Thailand startte recent een nieuw overheidsorgaan om het dumpen van Chinese import te onderzoeken en tegenmaatregelen voor te stellen.

Voor veel groeilanden komt hun businessmodel zo op losse schroeven te staan. Wanneer we opnieuw Afrika als voorbeeld nemen: de industrie (als percentage van het bnp in de sub-Sahara landen) daalde van 18 procent in 1981 naar 11 procent vorig jaar. Ze bleven dus hangen in een postkoloniaal regime van uitvoerder van grondstoffen, terwijl afgewerkte goederen massaal moesten ingevoerd worden. Wat China nu beoogt, zet die tendens alleen maar verder.

Ik denk ook aan Azië, waar veel landen zich integreerden via hun supply chain met China. Landen als Maleisië of Thailand zien hun eigen industrie als bedreigd nu China meer en meer overgaat naar de higher-end industry: beide landen specialiseerden zich juist in dit soort van geavanceerde industriële toelevering, waarin China nu de leiding wil nemen.

4.2. Ontsnappen uit de middle-income trap wordt moeilijker
Vooral Afrikaanse landen kunnen hiervan het slachtoffer worden. Voor ze de kans krijgen om een industrialisatie op gang te brengen, is er het risico dat hun binnenlandse opkomende industrie doodgeknepen wordt door Chinese import, waardoor het voor die landen nog moeilijker wordt om aan de middle-income trap te ontsnappen. Om de inkomenskloof met het Westen te verkleinen, is dringend nood aan een meer gesofistikeerde economie, met meer know-how en innovatie. En zoals het laatste World Economic Report terecht opmerkt, zal protectionisme alleen maar de verspreiding van kennis naar die landen verslechteren.

Indien het Westen zich vandaag in de haren krabt over haar industrieën, die dood beconcurreerd worden door China, dan creëert dit een uitdaging om samen met de ontwikkelingslanden een nieuwe strategie uit te bouwen. Zo kan het blok “Noord tegenover Zuid”, in plaats van een bedreiging, een opportuniteit vormen. Vergeet niet dat die groep niet anti-Westen is, maar zich positioneert als neutrale fence sitters.

5. Gevolgen voor groeilanden in een portefeuille

Beleggen in groeilanden is geen sinecure. China, dat 24 procent van de index uitmaakt van de groeilanden-index, noteert goedkoop (koers op winst van onder 10) maar kent harde tijden. Indië, dat meer en meer onder Chinese druk komt, telt voor 20 procent en noteert aan een koers op winst van 28, verre van goedkoop. Taiwan, surfend op de TSMC AI-boom en geopolitiek een groot vraagteken, kent een koers op winst van 23, en staat voor 19 procent. Drie grote blokken dus, maar niet zonder risico.

De rest zit in Latam, het Midden-Oosten en Afrika: ze noteren goedkoop (9,5 koers op winst), maar staan mijlenver van onze levensstandaard; dit ophalen de komende jaren is niet zo evident.

Toch is er reden voor optimisme. Polen kreeg recent een nieuwe ceo voor haar Warsaw Stock Exchange, Turkije zet volop in op herstructureringen en India kan, indien strategisch goed gespeeld,  een rol van “connector country” spelen in de strijd om de vrijhandel.

Ik blijf voorlopig overwogen op de groeilanden, al besef ik dat de China Shock 2.0 tijdelijk een forse spelbreker kan zijn.

Jan Vergote is onafhankelijk financieel consultant en analist.

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Column
FD Article
No