jeroen-blokland-3621.jpg

Het is lang geleden, maar de oorlog in Oekraïne zorgt voor een nieuwe olieschok. Dat betekent een flinke knauw voor de economische groei. Maar wat betekent het eigenlijk voor aandelenmarkten?

Er zijn uiteraard talloze manieren om een olieschok te definiëren. Ik gebruik hier twee definities die voldoende data geven om iets te kunnen zeggen over de invloed op aandelenrendementen.

  • Een stijging van de futuresprijs van ruwe olie van 40 procent of meer binnen drie maanden
  • Een stijging van de futuresprijs van ruwe olie van 60 procent of meer binnen zes maanden

Vervolgens kijk ik naar de rendementen op de S&P 500 Index één, drie, zes en twaalf maanden na de olieschok. De resultaten staan in de tabel hieronder.

Op het eerste gezicht is een 40 procent olieprijs binnen drie maanden niet heel ‘schokkend’ voor Amerikaanse aandelen. In tegendeel. Het gemiddelde rendement op de S&P 500 Index na een olieschok (eerste rij van de tabel) ligt doorgaans boven het gemiddelde rendement berekend over alle perioden (laatste rij.) Alleen het 12-maands rendement ligt met 6,2 procent onder het langetermijngemiddelde van 10,5 procent.

Clusters

Toch moeten we niet te vroeg juichen. Sterke stijgingen in de olieprijs komen namelijk vooral voor in clusters. Gedurende een aangesloten periode zijn er meerdere waarnemingen waarbij de olieprijsstijging voldoet aan mijn definities. Je kunt je afvragen of er na zoveel weken van sterke prijsstijging nog wel sprake is van een schok.

Daarom kijk ik ook naar de S&P 500 Index rendementen nadat de olieprijs voor het eerst meer dan 40 procent stijgt binnen drie maanden. Die rendementen (rij twee van de tabel) zien er heel wat minder fraai uit. Alle rendementen liggen beduidend lager dan de S&P 500 rendementen gemeten voor alle perioden (laatste rij.)

Tweede definitie

In tegenstelling tot hierboven zijn de gemiddelde rendement op Amerikaanse aandelen na een olieprijsschok van meer dan 60 procent in zes maanden ronduit slecht (rij drie). Echter, ook hier hebben we weer te maken met clusters. In één van die clusters zijn er 34(!) achtereenvolgende waarnemingen van een olieschok gedurende de marktcrash van 2008. Dat heeft veel impact op de resultaten.

Maar wanneer we alleen de rendementen meenemen die volgen nadat de olieprijs voor het eerst meer dan 60 procent binnen zes maanden stijgt (rij vier), ziet het beeld er behoorlijk hetzelfde uit als bij de eerste definitie. Met uitzondering van de één-maands horizon liggen alle rendementen na een olieschok duidelijk lager dan het gemiddelde rendement voor alle perioden.

Divergentie

Wat bovendien opvalt is dat het verschil tussen het rendement na initiële olieschok en het langetermijngemiddelde stijgt naarmate de horizon langer wordt. Het 12-maands rendement ligt voor beide definities liefst meer dan 7 procent lager dan het langetermijngemiddelde (3,1 procent versus 10,5 procent). Dat past bij de observatie dat olieschokken regelmatig met enige vertraging worden gevolgd door een recessie en dat aandelen de neiging hebben door te stijgen tot vlak vóór de recessie begint.

Jeroen Blokland is oprichter van True Insights, een platform dat onafhankelijke research biedt om gediversifieerde multi-asset portefeuilles samen te stellen. Blokland was laatstelijk hoofd multi-assets bij Robeco. Zijn “grafiek van de week” verschijnt iedere donderdag op Fondsnieuws.

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No