Randy Pattiselanno
Randy_Pattiselanno_blue.png

Vrijwel geen Nederlandse asset manager belegt al in beleggingen die voldoen aan de Europese taxonomie: 0 procent. Tenminste, volgens het op 10 november verschenen onderzoek van de AFM over de voortgang van de implementatie van de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) door asset managers.  Is dit iets om ongerust over te zijn? Zijn er helemaal geen taxonomie-beleggingen of is hier iets anders aan de hand? 

Sinds 1 januari 2022 moeten asset managers voor hun fondsen aangeven in welke mate, uitgedrukt in een percentage, de onderliggende beleggingen investeren in economische activiteiten die volgens de Europese taxonomie als ecologisch duurzaam aangemerkt zijn. In eerste instantie gaat het om informatie over de eerste twee van zes milieudoelstellingen uit de taxonomie, namelijk mitigatie van en adaptatie aan klimaatverandering. Deze zogenoemde taxonomie-disclosures moeten worden opgenomen in zowel precontractuele als periodieke informatie. In haar rapport constateert de AFM dat met uitzondering van één asset manager, de 48 onderzochte artikel 8- en artikel 9-SFDR-fondsen vrijwel allemaal 0 procent aan taxonomie-beleggingen rapporteerden.

Uitleg Europese Commissie en AFM 

Eén van de belangrijkste redenen dat asset managers hun aandeel aan taxonomie-beleggingen op 0 procent hebben gezet, heeft te maken met de uitleg die de Europese Commissie in haar Q&A’s van mei 2022 hierover gaf. In haar uitleg gaf zij aan dat financiële marktpartijen hun taxonomie-informatie moeten baseren op betrouwbare data. Al eerder - in maart 2022 - hadden de ESA’s zelf trouwens nog aangegeven dat er geen gebruik mag worden gemaakt van schattingen. Wanneer informatie niet beschikbaar is via publieke informatie, dan mag een financiële marktpartij zich alleen baseren op informatie die zij direct ontvangt van de ondernemingen zelf of van ‘third party providers’.  

Heb je dus geen betrouwbare informatie? Dan moet je als fondsbeheerder voor artikel 8- en artikel 9-fondsen het taxonomie-aandeel op 0 procent zetten. De mogelijkheid om dit percentage te voorzien van verdere uitleg is zeer beperkt. Zo benadrukt de AFM in haar rapport dat wanneer fondsmanagers op basis van de beschikbare data hun taxonomie-aandeel op 0 procent zetten, het niet toegestaan is “om middels een kwalitatieve toelichting de indruk te wekken dat dit percentage in werkelijkheid hoger zou liggen.” 

Is 0 procent een juiste afspiegeling? 

De vraag is alleen of de strikte uitleg van de Europese Commissie, overgenomen door de AFM, een juiste afspiegeling is van de werkelijkheid. Deze uitleg komt neer op het ‘verbod’ om te suggereren dat dit percentage wel eens hoger kan zijn. 

Ten eerste suggereert het percentage 0 procent zonder verdere uitleg dat op dit moment geen enkele belegging in aanmerking komt voor de kwalificatie ‘taxonomie-alignment’. Terwijl 0 procent rapportage vaak een gevolg is van het gebrek aan data. Zelfs als je ondernemingen zoals Vestas in je portefeuille hebt die nog niet rapporteren over taxonomie-alignment - dat hoeft namelijk pas vanaf 1 januari 2023 - mag je niet de suggestie wekken dat dit percentage hoger ligt. Daarmee wordt een beleggingsportefeuille vol met ondernemingen die bijdragen aan de energietransitie, eigenlijk gelijkgesteld aan een portefeuille met ondernemingen die daar juist afbreuk aan doen. 

Uitvragen duurzaamheidsvoorkeuren

Ten tweede, als je niet mag suggereren dat dit percentage hoger kan liggen, kun je door de inwerkingtreding van de MiFID-duurzaamheidsvoorkeuren vanaf 2 augustus in theorie al vreemde uitkomsten krijgen. Wil een adviesklant of individueel vermogensbeheerklant duurzaam beleggen, dan moet je bijvoorbeeld bepalen voor welk minimum percentage hij of zij wil beleggen in  taxonomie-aligned-beleggingen. 

Stel dat de klant minimaal 5 procent taxonomie-aligned-beleggingen wil hebben en hij of zij bijvoorbeeld alleen een artikel 9-fonds in portefeuille heeft. De fondsmanager heeft 0 procent taxonomie gerapporteerd, maar de vermogensbeheerder schat in dat door de onderliggende beleggingen van het fonds een potentiële alignment van meer dan 5 procent gehaald zou kunnen worden. Moet het fonds dan toch verkocht worden ondanks deze inschatting? 

Voorzichtigheid is troef. Ik begrijp het 0 procent-percentage. Maar het niet verder mogen uitleggen of kleur geven aan dit percentage met een narratief, lijkt een overdreven verkramping en is eigenlijk geen juiste afspiegeling van de mogelijke taxonomie-alignment. Uiteraard als de Europese duurzaamheidsregelgeving in de juiste volgorde was geïmplementeerd, dan was de uitleg van de Europese Commissie zeker te verdedigen. Dat is alleen niet het geval, dus enige flexibiliteit voor de financiële marktpartij om de taxonomie-informatie te mogen uitleggen, was wel op zijn plaats geweest. 

Randy Pattiselanno is Manager Strategy & Regulatory Affairs bij Dufas (Dutch Fund & Asset Management Association). 
 

Author(s)
Target Audiences
Access
Public
Article type
Column
FD Article
No