Randy Pattiselanno, Dufas
Foto_Randy_0.jpg

Snappen wij het nog? Als je tegenwoordig wegwijs probeert te worden in de Brusselse duurzaamheidsregelgeving, raak je verzeild in een woud van complexe regels zoals de Taxonomie, CO2-benchmarks , SFDR, integratie van ESG risico’s in Ucits, Aifmd, inbedding van duurzaamheidsvoorkeuren in Mifid en IDD, ESAP, CSRD en CSDD etc.

De vraag rijst, wat maakt - behalve de hoeveelheid - het navigeren en implementeren van duurzaamheidsregelgeving zo complex? 

Markt loopt vast

De hele markt, distributeurs en asset managers, loopt vast op de duurzaamheidsregelgeving. Ten eerste door de volgorde waarin de diverse stukken regelgeving in werking treden. De Sustainable Finance Regulation (SFDR), het ESG disclosure raamwerk voor financiële marktpartijen, is al op 10 maart 2021 in werking getreden. De veel meer gedetailleerde SFDR level 2 regelgeving volgt op 1 januari 2023. SFDR was in het ontwerp juist één van de sluitstukken van het gehele Europese sustainable finance pakket.

In de praktijk wordt het uitgerold als eerste deel van het pakket. Dat verklaart direct de uitdagingen voor implementatie.  Voor een goede implementatie van SFDR heb je namelijk op zijn minst de (volledige) EU-taxonomie en de duurzaamheidsrapportages van ondernemingen onder de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) nodig. Daar wringt onder meer de schoen. Bedrijven moeten pas vanaf 2024 rapporteren onder de nieuwe CSRD, voor bepaalde bedrijven zelfs vanaf 2025 en voor SME’s vanaf 2026. 

Een ander voorbeeld. Adviseurs en vermogensbeheerders moeten per 2 augustus op grond van gewijzigde MiFID-regelgeving al duurzaamheidsvoorkeuren bij klanten uitvragen. Zo kan een klant aangeven voor een deel te willen beleggen in beleggingsproducten die voldoen aan de Europese taxonomie. Producten zijn echter nog niet voorhanden. De klantvraag dreigt hier vooruit te lopen op het aanbod vanwege de volgorde van deze regels. Idealiter zou dit het absolute sluitstuk moeten zijn van het pakket, dus na volledige implementatie van de SFDR.  

Huiverige toezichthouders

Een andere complexiteit is dat de details van de Europese duurzaamheidsregelgeving in hoofdlijnen, zogenaamde level 1 regelgeving, pas later wordt uitgewerkt op level 2 niveau. The devil is in the details, zullen wij maar zeggen. Alleen zijn het wel erg veel details. Op zich is dit niet nieuw voor Europese regelgeving. Het is  vaak de opdracht aan Europese toezichthouders (ESMA, EBA, Eiopa, “ESA’s”) om deze details  verder uit te werken.

Maar bij de SFDR zien wij juist dat de ESA’s de uitwerking van veel details - of liever gezegd vragen vanuit de markt - terug hebben terug geduwd naar de Europese Commissie, terug naar level 1. Denk aan de onlangs op 25 mei verschenen Q&A’s van de Europese Commissie over de SFDR. Dat is niet iets wat wij vaak zien bij andere wetgevingstrajecten, althans niet in deze mate. Het geeft ook de complexiteit en beladenheid van deze regelgeving aan. ESA’s durven zich niet te branden aan vele vragen vanuit de markt.

Veel op het spel 

De vraag is hoe de Europese Commissie deze complexiteit had kunnen voorkomen. Ten eerste had de Europese wetgever de volgorde van de inwerkingtreding moeten bepalen, onafhankelijk van de afronding van het politieke proces. Je hebt immers eerst een weg nodig voordat je erop kunt rijden. Je begint met bijvoorbeeld de EU taxonomie en CSRD. Je eindigt met respectievelijk SFDR, MiFID en IDD waar de duurzaamheidsvoorkeuren in de beleggingsintake worden ingebed.

Ten tweede had level 1 regelgeving veel beter doordacht moeten worden. De Europese wetgever heeft steeds meer de neiging om haast te maken en daarom veel over te laten aan  de Europese toezichthouders. Dat kan mogelijk bij veel dossiers, maar niet het duurzaamheidsdossier, waar zo veel op het spel staat. Meer aandacht voor de belangrijke details had op de langere termijn veel gescheeld. Denk daarbij aan het begrip ‘duurzame belegging’ zoals gedefinieerd in de SFDR – een definitie waar het gehele sustainable finance pakket om draait of zou moeten draaien-, maar eigenlijk onvoldoende in de SFDR is uitgewerkt.  

Allemaal misschien mosterd na de maaltijd, maar het zou de sector wel helpen als de (Europese) wetgever en zowel Europese als nationale toezichthouders dit ook erkennen. En daarmee begrip tonen voor de moeilijke opgave die zij voor de sector hebben gecreëerd. 
  
Randy Pattiselanno is manager strategy & regulatory affairs bij Dufas (Dutch Fund & Asset Management Association). 
 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No