De Griekse koning Pyrrus versloeg de Romeinen in de slag bij Asculum, maar verzuchtte na afloop: “Als we nog één zo’n slag tegen de Romeinen winnen, is het helemaal met ons gedaan.” Sindsdien is hij naamgever van de pyrrusoverwinning. Dat is een overwinning die zo duur is dat ze dezelfde uitwerking heeft als een nederlaag.
Hetzelfde zou wel eens kunnen opgaan voor duurzaam beleggen, dat in cijfers een enorme groei laat zien, maar tegelijkertijd op steeds meer scepsis stuit vanuit de samenleving.
Een groot verschil is de snelheid waarmee dit zichtbaar wordt: Pyrrus kon gelijk zijn verliezen op het slagveld tellen en wist aldus dat de inname van Rome er niet meer in zat. Voor duurzaam beleggen zijn de potentiële kosten van succes niet evident, maar ze kunnen wel hoog uitvallen. Want als de sector er niet in slaagt zijn waarde te laten zien, dan brengt die zijn voortbestaan in gevaar.
Oppervlakkig karakter
De kern van het gevaar zit in het oppervlakkige karakter van wat men duurzaam beleggen noemt. Dat belooft veel, maar gaat vaak niet verder dan cosmetische veranderingen, zoals het omkatten van traditionele fondsen die ineens duurzaam heten; kleine aanpassingen in het beleggingsproces; of uitsluitingen van landen of sectoren die toch al niet in de portefeuille zaten. Veel zeldzamer zijn wezenlijke veranderingen in de beleggingsbeslissingen; in de aard van de portefeuille; en in de gebruikte methoden. Dat is een gemiste kans, zowel qua innovatie als qua maatschappelijke relevantie van de sector.
Ten eerste had de sector veel meer kunnen innoveren. In theorie zou de sector moeten uitblinken in het bedenken van nieuwe constructies waarmee kapitaalstromen gemobiliseerd kunnen worden – en die structureren, standaardiseren en opschalen. Maar daar is weinig op ingezet. Dat geldt helaas ook voor de daarvoor vereiste expertise. Werknemers zijn nauwelijks getraind in sustainable finance. Natuurlijk, velen hebben de term ‘ESG’ of ‘sustainable’ in hun functiebeschrijving, maar dat maakt hen nog geen experts op dat gebied. Slechts een enkeling begrijpt de wisselwerking tussen duurzaamheid, rendement en risico. Intussen zijn wel massaal mensen aangenomen op en getraind in compliance – precies het recept voor minder innovatie en minder verantwoordelijkheid nemen.
Gemiste kans voor actief beheer
Ten tweede heeft de sector nagelaten zijn maatschappelijke toegevoegde waarde opnieuw uit te vinden. De existentiële vraag wordt nauwelijks gesteld: bestaat de sector vooral om geld rond te pompen en daarvan een deel af te romen? Of kan de sector met superieure kapitaalallocatie bijdragen aan betere maatschappelijke uitkomsten? Dat is vooral een gemiste kans voor actief beheer, dat had kunnen laten zien dat het met geconcentreerde portefeuilles en actief engagement transities kan versnellen - een doel dat beter haalbaar is dan alpha genereren en daar waarschijnlijk nog aan bijdraagt ook. Want wie transities induikt ontdekt onverwachte niet-lineaire verbanden en kansen. In plaats daarvan heeft een race to the bottom plaatsgevonden in meetbare kosten (basispunten), waarbij de toegevoegde waarde alleen maar verder uit zicht is geraakt. Maar het kan nog: maak van beleggen weer investeren.
Die gemiste kansen zijn des te ernstiger aangezien het publieke geduld met de sector wel eens op zou kunnen raken – zie de verontwaardiging over de kloof tussen belofte en realiteit van de vergroening van pensioenbeleggingen. Natuurlijk, de strijd is nog niet gestreden en er is de afgelopen paar jaar veel gebeurd. Zitten we nu dan op een tipping point? Gaan de kansen alsnog gepakt worden? Dan moet er veel meer leiderschap getoond worden. Met Pyrrus liep het overigens niet goed af. Hij kon de Romeinen niet tegenhouden en vond de dood in een veldtocht tegen Sparta.
Willem Schramade is oprichter en eigenaar van Sustainable Finance Factory. Hij is auteur van het boek ‘Duurzaam kapitalisme’ en verbonden als onderzoeker aan de Erasmus University.