DA1_8183.jpg

Wat is er nog echt, waar en waardevol? Het is moeilijk om jezelf die vraag NIET te stellen in tijden waarin nepnieuws door hele volksstammen serieuzer wordt genomen dan doorwrochte journalistiek en grondig wetenschappelijk onderzoek. Natuurlijk, het is verleidelijk om dit af te doen als het probleem van een laag opgeleide onderklasse, maar dat is te makkelijk, want in veel bredere zin zijn mensen de weg kwijt.

Zo valt intussen ook wel te spreken van bijvoorbeeld nepliberalen (die vrijheid wensen zonder verplichtingen en consequenties), nepconservatieven (die schelden en tieren onder het mom van tradities) en nepgroenen (die de mond vol hebben van het klimaat maar wel vrolijk de wereld rond vliegen). En dan heb ik het nog niet eens over degenen die nog verder gaan en structureel bezig zijn om democratie en rechtstaat te ondermijnen.

De Duitse theoloog en verzetsstrijder Bonhoeffer schreef in zijn brieven vanuit een nazigevangenis over sociologische domheid. Daarbij gaat het niet om een gebrek aan intelligentie, maar om een moreel tekort, aldus Bonhoeffer. Hij noemt domheid sociologisch omdat ze sterk toeneemt in onzekere omstandigheden. Mensen stoppen ermee een zelfstandige houding te vinden tegenover de wereld waarmee ze geconfronteerd worden. “De nukkigheid van de domme mens mag ons niet doen geloven dat hij zelfstandig is. Als je met hem praat, merk je direct dat je niet te maken hebt met hem zelf, met hem persoonlijk, maar met leuzen en slogans die macht over hem hebben.”

Pijnlijk actueel

Bonhoeffers analyse is nu weer pijnlijk actueel en zal dat in fluctuerende mate ook blijven. Dat is inherent aan de condition humaine. Immers, de menselijke natuur is vele tienduizenden jaren lang geëvolueerd in de context van kleine groepjes jagers-verzamelaars. We leven met een prehistorisch brein in een steeds complexer wordende samenleving. Succes ermee. Maar dat is niet het hele verhaal. Het gaat ook om de bril waarmee we naar de wereld kijken. Zoals er nepnieuws, nepconservatieven, etc. zijn, zo is er ook nepwaarde. Alleen zijn we nog minder goed getraind om die te onderscheiden.

Nepwaarde is ogenschijnlijk positieve waarde (meestal financieel van aard) waarachter enorme kosten schuil gaan. Voorbeelden zijn bedrijfswinsten die gemaakt worden ten koste van gezondheidsschade (zoals tabak) of door vernietiging van de leefomgeving. De maatschappelijke kosten kunnen een veelvoud zijn van de financiële opbrengsten. Maar we zijn er grotendeels blind voor. Het probleem is dat we wel goed zaken als winst en nationaal product meten, maar die teveel als ultieme maatstaven beschouwen, terwijl we niet de waardecreatie in sociale en ecologische zin meten.

Grenzen aan meetbaarheid

Pas als we die meten (en de methoden daarvoor bestaan), weten we ook of activiteiten per saldo vooruitgang betekenen. Dan kunnen we beter inschatten of een bedrijfsinvestering of overheidsbeslissing een goed idee is; wat bijvoorbeeld de optimale omvang van een luchthaven is; wat het beste transitiepad is voor vervuilende bedrijfsactiviteiten; etc. Dan kunnen we ook oordelen of een private equity partij terecht claimt waarde te creëren door een bedrijf efficiënter te maken - en niet gewoon een oligopolie uitbuit. We kunnen dan ook corporate governance en toezicht verbeteren. Idealiter spelen burgers daar een rol in door bijvoorbeeld grote overnames in burgerpanels te laten toetsen aan sociale en ecologische waarde. 

Het is cruciaal om te beseffen dat er grenzen zijn aan meetbaarheid. De aanname dat metingen altijd beter zijn dan schattingen is bijna net zo dwaas als het geloof in nepnieuws. Niet alles is meetbaar. En zowel metingen als schattingen zijn uiteindelijk slechts middelen om een doel te bereiken: een afgewogen oordeel. Daarbij kan iets wat slecht meetbaar is (of buiten het gehanteerde model valt), wel degelijk zwaarder wegen dan iets wat goed meetbaar is. Empirische bevindingen dienen te worden meegenomen, evenals beperkingen en bezwaren tegen de eigen argumenten. 

Verkokerd wereldbeeld

Nepwaarde is mede het gevolg van een verkokerd wereldbeeld, waarin de eigen verantwoordelijkheid nauw wordt opgevat en waarbij nauwelijks rekening wordt gehouden met effecten die elders of later optreden. Natuurlijk voelt het fijn dat mijn huis en aandelenpakket veel meer waard zijn geworden. Maar tegen welke prijs? In diezelfde beweging zijn huizen voor jongeren en de lage middenklasse onbetaalbaar geworden. Dat is an sich al erg genoeg, maar zet bovendien het vertrouwen in instituties onder druk. Laten we onszelf dus aanleren beter stil te staan bij dergelijke tweede-orde-effecten. Voor investeerders geldt dat al des te meer. Tweede-orde-effecten (en derde-, vierde- etc.) zijn bij uitstek het soort informatie dat slecht in prijzen verwerkt wordt. De kans dat de huidige waarde-discount op vervuilende bedrijven te klein is, is dan ook groot. En de kans dat die van relatieve winnaars te groot is, is dat eveneens – hopelijk volgt u me nog.

Echte waarde is waarde in brede zin. En die dient institutioneel verankerd te worden door haar te meten en concreet te maken in o.a. bedrijfsrapportages, productinformatie, overheidsbegrotingen, en belastingen; en door over haar te debatteren. Dat is ook langzaam aan het gebeuren en wordt zichtbaar in EU-initiatieven zoals de CSRD en taxonomie, ongeacht hun beperkingen. Verstandige investeerders anticiperen op deze ontwikkeling en richten hun informatievoorziening daarop in: die vertrouwen niet op ratings, maar maken een serieuze inschatting van (lange termijn) financiële, sociale en ecologische waarde.

Kortom, er is veel wat we kunnen doen om echte waarde van nepwaarde te onderscheiden en daardoor betere keuzes te maken. We kunnen dan een economie binnen sociale en planetaire grenzen realiseren. En de investeerder die zicht heeft op nepwaarde, beperkt de kans op onnodige verliezen. De methoden zijn er, laten we ze gaan gebruiken. Maar dat vereist wel veel bijscholing en tevens een andere instelling. Volgens Bonhoeffer houdt alleen de verantwoordelijke mens stand: “De laatste vraag is niet: hoe verlaat ik als held het toneel, maar hoe zal de volgende generatie verder leven?”

Willem Schramade is oprichter en eigenaar van Sustainable Finance Factory. Hij is auteur van het boek ‘Duurzaam kapitalisme’ en verbonden als onderzoeker aan de Erasmus University. 

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No