DA1_8183.jpg

Het is al decennia bekend dat klimaatverandering een levens- en welvaartsbedreigend probleem is. Toch ondernemen we onvoldoende actie om het aan te pakken. Dat komt deels door tegenwerking van gevestigde belangen. Maar tegenwerking is niet de hele verklaring.

Volgens schrijver Jonathan Safran  Foer  is  de  klimaatcrisis  gewoon  geen  goed  verhaal. Het slaagt er niet in om ons te bekeren, zelfs niet om ons te interesseren: ‘De verhalen die in onze cultuur aanslaan – volksverhalen, religieuze  teksten, mythen, bepaalde passages uit de geschiedenis – hebben sterke plots, sensationele actie tussen duidelijke schurken en helden, en morele conclusies. […] De planetaire crisis – abstract, eclectisch en langzaam als ze is, en zonder iconische figuren en momenten – lijkt onmogelijk te beschrijven op een manier die zowel waarheidsgetrouw als boeiend is.’ 

Safran Foer noemt het een geloofscrisis, een crisis in cultuur en verbeelding. Hij illustreert dat met het verhaal van zijn grootmoeder, die in Polen voor de oprukkende nazi’s vluchtte terwijl al haar familieleden achterbleven en vervolgens uitgemoord werden – omdat ze niet konden geloven dat de rampspoed echt op komst was. Om mensen te mobiliseren, moet het onderwerp een emotionele zaak worden. Sociale structuren stimuleren collectieve actie, aldus Safran Foer: ‘De initiële motivatie hoeft niet altijd sterk of zelfs maar aanwezig te zijn. Motivatie kan tot actie leiden, maar – nog opmerkelijker – actie kan ook tot motivatie leiden.’  

Hij wijst erop dat bijna alle Amerikanen (96 procent) aan Thanksgiving doen, terwijl maar iets meer dan de helft de moeite neemt om te stemmen in hun presidentsverkiezingen. Het grote verschil: Thanksgiving is een nationale  feestdag,  terwijl de presidentsverkiezingen op een werkdag plaatsvinden. De structuur stimuleert Thanksgiving meer dan de presidentsverkiezingen. Safran Foer: “Conceptuele gebeurtenissen – de nazi’s die je dorp naderen, Thanksgiving, een overzeese oorlog, een presidentsverkiezing, klimaatverandering – vereisen structuren die acties faciliteren die gevoelens opwekken.’
 
Voormalig Greenpeace-directeur Paul Gilding gaat nog een stap verder: hij denkt dat een serieuze aanpak van klimaatverandering er pas gaat komen als het water ons aan de lippen staat. Volgens hem hebben we een ‘Churchill-moment’  nodig.  Zo ging het immers ook met de opkomst van Hitler: hoewel de oorlog al jaren  daarvoor  was  aangekondigd, lieten de Britten pas in 1940 onder leiding van Winston Churchill hun weifelende houding varen – toen Hitler de rest van West-Europa al onder de voet had gelopen en een invasie nabij leek.

Laten we het zover komen?

Laten we het met klimaatverandering ook zover komen? Of zijn we met de bosbranden in Australië en de tropische temperaturen in Siberië al in dat stadium aanbeland? Het is tijd om te handelen. Dus wat nu? Laten we vaststellen dat het mogelijk is: we kunnen tot betere maatschappelijke uitkomsten komen door milieu- en sociale waarde zichtbaarder te maken in informatiestromen, prikkels en besluitvorming. Die  brede blik op waarde is mogelijk en kan in praktijk worden gebracht door bedrijven, financiële  instellingen, overheden en individuen. De methoden zijn er, de voorbeelden ook.

Transities zijn echter langzame processen. Er zijn veel stappen te zetten voordat we een duurzame vorm van kapitalisme kunnen realiseren. Die zijn wel te versnellen en de transitietheorie leert ons dat we vanuit de gewenste toekomst concrete actiepunten voor nu kunnen vaststellen. Dat vraagt om een visie op die gewenste toekomst en de politieke wil om de benodigde maatregelen te nemen, zoals een serieuze CO2-prijs of -belasting (waar economen al decennia voor pleiten). Helaas ontbreekt het daar vaak aan.

Men is bang voor de pijn: we zullen immers dingen moeten opgeven. Denk aan de consumptie van goedkope vakantievluchten en iedere dag vlees. Bovendien zijn er de gevestigde belangen van industriële sectoren. Een groot deel van de huidige economie functioneert niet binnen planetaire en sociale grenzen, en een stevige subset daarvan zal dat ook met aanpassingen niet kunnen. Die zal uitgefaseerd moeten worden. Dat is een pijnlijk proces, maar het moet wel in gang gezet worden. Politici zullen dit verhaal eerlijk moeten vertellen en met realistische oplossingen moeten komen, waarmee ze mensen kunnen inspireren en mobiliseren. 

Daarbij helpt het om als een investeerder te denken, met meer risicotolerantie dan gebruikelijk in het huidige tijdsgewricht. Verliezen nemen hoort bij investeren. De investeerder accepteert de kans op verlies in de wetenschap dat hij of zij er zeer waarschijnlijk iets beters voor terugkrijgt. Voor het oude, uitgefaseerde deel van de economie komt een nieuw stuk economie in de plaats. Dat kan des te beter als we van beleggen weer investeren maken.

Kracht van kapitalisme

Dit is juist ook de kracht van kapitalisme, wat Schumpeter ‘creatieve  destructie’ noemde: het  oude wordt vervangen door het nieuwe. Dat ziet er onzeker uit want het bestaat nu nog niet of nauwelijks – omdat de business case ervoor in het huidige systeem, met de huidige prijzen niet rondkomt. Dat de vraag naar de business case gesteld wordt, is logisch. Het moet haalbaar en betaalbaar zijn, want je geeft een euro maar een keer uit. Maar het dient niet de laatste vraag te zijn. Juist de modellen die nog niet rondkomen maar ons wel van A naar B kunnen  brengen, moeten de ruimte krijgen. Die moet je met de juiste prikkels haalbaar en betaalbaar maken. 

Bovendien moet er voldoende oog zijn voor degenen die verliezen bij de uitfasering van de oude modellen, vooral als die aan de kwetsbare kant van de samenleving zitten. Dat is de fout die president Macron maakte toen hij de belasting op brandstof verhoogde zonder vergelijkbare offers te vragen van de industrie of de hogere inkomensgroepen. De transitie wordt dan als onrechtvaardig beschouwd. Er  ligt  dus een grote verantwoordelijkheid voor de mensen die aan de knoppen zitten.

Dat maakt het grote verhaal des te belangrijker. De bredere blik op waarde is weliswaar een krachtig idee, maar ook erg conceptueel. Het is nog niet het goede verhaal waar Safran Foer om vraagt. Daarvoor hebben we helden, schurken en plotwendingen nodig. Een negatief voorbeeld is de terugtrekking van de VS uit het akkoord van Parijs, met hun president in de schurkenrol. Helden zijn de pioniers die de spelregels verbeteren of hele bedrijfstakken verduurzamen. Zij verdienen een groter podium.

Daarnaast moeten brede waarde en de bijbehorende methoden grondig in onze institutionele structuren worden opgenomen, zodat ze, om met Safran Foer te spreken, de acties faciliteren die gevoelens opwekken. Het discours verandert dan ook. Het wordt een beweging – mits we hard aan de slag gaan om het grote verhaal te schrijven.

Willem Schramade is oprichter en eigenaar van Sustainable Finance Factory. Hij is auteur van het boek ‘Duurzaam kapitalisme’ en verbonden als onderzoeker aan de Erasmus University. 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Column
FD Article
No