Obligaties van bijvoorbeeld de Nederlandse en Duitse staat zijn niet meer de ‘risicovrije’ beleggingen van weleer. Beleggers met een defensieve portefeuille zouden zich daarom opnieuw moeten afvragen of ze niet meer aandelenrisico willen nemen.
Dat zegt George Raven, hoofdstrateeg bij Insinger de Beaufort. Dit Fondsnieuws-artikel is het laatste in een drieluik met beleggingsspecialisten over het beleggingsbeleid dat ze voeren in reactie op de lage rente.
Het eerste gesprek was met directeur Martine Hafkamp van Fintessa, het tweede met asset allocatie-strateeg Joop van de Groep van Antaurus.
‘Je kunt niet meer zeggen dat ieder aandeel nu riskanter is dan een obligatie. Je zult specifiek moeten zijn,’ aldus Raven.
Unilever
Hij noemt Unilever als voorbeeld. Bij een flinke inflatiestijging zou dit bedrijf de prijzen kunnen verhogen en daarmee zijn omzet beschermen. ‘Een belegger in een 20-jarige staatsobligatie daarentegen wordt met een megaverlies opgezadeld vanwege de gedaalde koers.’
Naarmate de rente dichter bij de 0 procent komt, worden het voor beleggers riskanter om obligaties te houden. De vaste compensatie in de vorm van de coupon wordt immers steeds kleiner, wat beleggers kwetsbaarder maakt voor rente- of inflatiestijgingen.
Na aftrek van de huidige inflatie van zo’n 1,5 procent en de vermogensrendementsheffing van 1,2 procent zijn veel obligaties bovendien uit rendementsoogpunt niet heel interessant meer.
Financiële repressie
Dat komt volgens Raven door de financiële repressie, het beleid van centrale banken om de rente onder het niveau van de inflatie te houden om daarmee de hoge staatsschulden voordelig te kunnen financieren.
Hoewel hij betwijfelt of dit beleid succesvol zal zijn, moeten beleggers beseffen dat het om een langdurig proces gaat. De private bank uit Amsterdam probeert haar clientèle met een grote obligatieportefeuille daarom ervan te overtuigen hun bakens te verzetten, vooral richting aandelen.
‘Het eerste waar we naar kijken is in hoeverre een defensieve portefeuille voor een klant echt noodzakelijk is’, zegt Raven. ‘Wie geen enkele koersfluctuaties kan verdragen zijn vaak alleen degenen die elke maand afhankelijk zijn van het inkomen uit zijn portefeuille. Dit is bij ons slechts een zeer klein percentage, zo’n 2 procent. Hun portefeuille dient enkel als aanvulling op een pensioen en de afloopdata van de obligaties is afgestemd op de cashflow planning.’
Rustig slapen
Andere klanten met een defensieve portefeuille krijgen de vraag voorgelegd welk aandelenrisico zij aanvaardbaar vinden. Vervolgens wordt onderzocht hoe zij daar psychisch tegenover staan. ‘In andere woorden: kunnen ze er nog wel rustig van slapen.’
Over het algemeen worden dan stabiele aandelen geselecteerd met een lage volatiliteit en een goed dividendrendement van 3 tot 4 procent. ‘Wij zien meestal geen noodzaak om minder dan 30 procent in aandelen te beleggen’, aldus de strateeg.
Binnen het obligatie-gedeelte zou indien nodig meer spreiding kunnen worden aangebracht door te beleggen in degelijke bedrijfsobligaties middels de ‘betere bedijfsobligatiefondsen’. Insinger belegt onder meer in de investment grade obligatiefondsen van Blue Bay, Henderson, Robeco en Delta Lloyd.
Ook uitwijken naar Amerikaanse Treasuries levert wat extra rendement op, al brengt dat wel enig valutarisico met zich mee. De rente op tienjaarspapier bedraagt in de VS ruim 2 procent tegen zo’n 42 basispunten in Nederland. ‘We hebben overigens net vorige week het laatste plukje staatspapier uit Nederland verkocht.’
Alternatieve beleggingen
Wie niet tegen alternatieve beleggingen is zou zelfs een deel kunnen beleggen in het vastgoedfonds van de private bank, het IDB Real Estate Equity Fund dat zowel long- als short-posities kan innemen, of het eigen Absolute Return Multi-Manager hedgefonds.
Een gematigd defensieve portefeuille bestaat dus doorgaans voor 30 tot 35 procent uit aandelen, 10 procent uit alternatieve beleggingsvormen, 5 procent uit cash en het restant, ongeveer de helft, uit obligaties.
‘De obligatieportefeuille bestaat momenteel voornamelijk uit de eerder genoemde investment grade bedrijfsobligatiefondsen. US Treasuries vertegenwoordigen circa 15 procent van de obligatieportefeuilles. Wij hebben op dit moment geen high yield obligatiefondsen, niet in Europa, niet in de VS en niet in opkomende markten.’