Aandelen van bedrijven die goed zijn voor de wereld weten hun concurrentiepositie vaak te versterken ten koste van niet-duurzame bedrijven. Hun groeipotentieel wordt onderschat. Dat zegt Hendrik-Jan Boer, hoofd en senior portfolio manager Global Sustainable Equity bij Neuberger Berman, in gesprek met Fondsnieuws.
Boer kwam met zijn team eind vorig jaar over van NN IP en beheert sindsdien een wereldwijde en Europese duurzame aandelenstrategie in managed accounts. In maart worden er naar verwachting ook twee beleggingsfondsen geïntroduceerd.
‘Wat ons team voor NN IP deed, wordt voortgezet maar dan op een groter platform en met meer middelen’, zegt Hendrik-Jan Boer (foto). ‘Wij streven naar een geconcentreerde portefeuille van een select aantal toekomstige winnaars waar we uiteindelijk niet te veel voor willen betalen.’
Daarbij tracht het team niet op basis van een traditionele sectorclassificatie de aantrekkelijkste bedrijven in een specifieke sector te vinden. Want dan hou je onvoldoende rekening met economische verschuivingen die in alle markten zichtbaar zijn, zegt Boer. ‘Je kunt wel de beste oliemaatschappij selecteren, maar die heeft nog steeds te maken met disruptie. De concurrentie komt nu meer uit de hoek van wind- en zonne-energie.’
Ook consumentensectoren zijn volgens hem verstoord door de opkomst van Amazon en e-commerce. En spelers als Adyen, Mastercard en Visa zetten weer de financiële sector op zijn kop. ‘Je ziet kortom overal enorme disrupties en verschuivingen, niet alleen door technologische ontwikkelingen maar ook door veranderend consumentenbedrag. Er wordt niet voor niets gesproken van de vierde industriële revolutie.’
Sterke outperformance
Boer zoekt bedrijven die hebben aangetoond goed met dit soort fundamentele veranderingen om te kunnen gaan. ‘Ze moeten al een fantastisch rendement maken dankzij sterke marktposities en specifieke karakteristieken die heel moeilijk te kopiëren zijn. Alleen ondernemingen die duurzaam te werk gaan, kunnen deze positie op termijn in stand houden. Dat betekent dat ze geen schade aan de maatschappij toebrengen en bij voorkeur zelfs goed zijn voor de wereld.’
Op lange termijn hebben deze bedrijven volgens Boer de wind in de rug, terwijl niet-duurzame ondernemingen juist met meer tegenslagen te maken krijgen vanuit wet- en regelgeving en een toenemend duurzaam consumentengedrag.
Vervolgens kijkt het team naar de kracht van de trends en in welke mate de vooruitzichten in de markt zijn verdisconteerd. ‘Onze ervaring is dat de markt de potentiële rendementen van deze duurzame winnaars op de lange termijn zwaar onderschat. Hier maken wij handig gebruik van’, aldus Boer. In de duurzaamheidsscreening gaat het team uit van het ‘best in class-principe’, maar ze sluit bij voorbaat ook bedrijven uit. Dan gaat het om een groot deel van de fossiele brandstofindustrie, alle wapenproducenten, de gokindustrie, nucleaire energie maar bijvoorbeeld ook om Amerikaanse staatsgevangenissen.
‘Nog belangrijker is dat we wegblijven van ondernemingen die verwikkeld zijn in structurele controverses en die niet de bereidheid tonen om dit op te lossen. Dit heeft door de jaren heen een significante bijdrage geleverd aan de outperformance van onze strategie van circa 2 procentpunt per jaar ten opzichte van de MSCI World sinds de start in 2004. Organisaties die goed omgaan met duurzaamheid versterken juist hun concurrentiepositie, is onze ervaring. Wij verwachten dat we de positieve resultaten van onze aanpak de komende jaren kunnen doorzetten.’
Voorzichtig met Tesla
Van het wereldwijde universum van ruim 12.500 aandelen blijft na de top-down en bottom-up analyse uiteindelijk slechts een groep van 350 aandelen over. De beste 40-60 ‘high conviction’ aandelen worden in de portefeuille opgenomen. Op dit moment telt de portefeuille slechts 40 namen, waaronder Microsoft, Netflix, Visa, Bakkafrost, Adyen, Moody’s en SolarEdge. ‘Veel van deze bedrijven staan nog maar aan het begin van nieuwe marktontwikkelingen en groeien erg hard’, zegt Boer. ‘Zo lag de gemiddelde omzetgroei van de holdings in de portefeuille over de afgelopen jaren wel ruim 3 maal hoger dan het gemiddelde van de wereldwijde markt.’
Het gaat volgens Boer dan ook om kwaliteitsbedrijven. Niet zozeer aan de hand van traditionele maatstaven zoals een hoog rendement op het geïnvesteerde vermogen en hoge winstmarges, maar op basis van hun prestaties en ambities op het gebied van duurzaamheid en de weerbarstigheid van hun business model. Deze ondernemingen houden zich volgens hem het best staande in grote economische crises zoals ook nu weer blijkt.
Er stroomt veel geld naar duurzame ETF’s en beleggingsfondsen. Maar Boer is niet bang dat dit de koersen van alle duurzame aandelen extra omhoog stuwt en zo de toekomstige rendementen drukt. Wel waarschuwt hij voor excessen, zoals rond Tesla.
Boer: ‘Tesla is gewoon een autoproducent die grote kapitaalinvesteringen moet doen. Als je corrigeert voor de creatieve boekhoudmethodes van het bedrijf dan zijn de rendementen op het geïnvesteerd vermogen niet best. Misschien dat ze in een positief scenario op een gegeven moment op het rendementsniveau van een kwalitatieve speler binnen deze industrie - zoals BMW - kunnen komen, maar het blijft een kapitaalintensieve en zeer concurrerende industrie met relatief lage returns. Waarom zouden beleggers er dan zoveel voor betalen? Tesla wordt echt niet de nieuwe Apple. De concurrentie neemt snel toe en uiteindelijk wordt de elektrische automarkt een commodity.’