Voor beleggers is het een goed moment om hun obligatieportefeuille te vergroenen. De stijging van de rentes in de afgelopen maanden, in combinatie met de toegenomen risico-opslagen als gevolg van de Oekraïneoorlog, maakt de beleggingscategorie nu aantrekkelijk.
Dat zegt Johann Plé, senior fondsbeheerder vastrentende waarden bij AXA IM, in gesprek met Fondsnieuws. Obligaties met een duurzaam karakter zijn populair bij beleggers. Vorig jaar werd er volgens Moody’s wereldwijd voor een recordbedrag van 1000 miljard dollar aan groene, sociale en duurzame (GSS) obligaties uitgegeven.
Dat komt overeen met 11 procent van het totale emissievolume, tegen minder dan 7 procent in 2020. Voor dit jaar rekent de kredietbeoordelaar op een verdere toename naar 1.350 miljard dollar. Daarmee stijgt het aandeel GSS-obligaties naar 15 procent. Ondanks de grote belangstelling zijn obligaties met een duurzaam karakter nog ondervertegenwoordigd bij institutionele beleggers.
Volwassen stadium
‘De allocatie naar GSS-obligaties blijft voor de meesten vooralsnog relatief klein, zegt Plé. ‘De markt groeit zo snel dat het tijd kost om de allocatie dienovereenkomstig te verhogen.’ Met een verwacht emissievolume van 775 miljard dollar vormen groene obligaties het leeuwendeel van deze ontluikende markt. ‘Wij vinden een allocatie van minstens 10 procent naar GSS-obligaties gepast.’
De markt overtreft in omvang reeds de Europese high yield sector. ‘Niet allen biedt de markt ondertussen voldoende liquiditeit, ook zijn de diversificatiemogelijkheden de afgelopen jaren sterk verbeterd. Voorheen gaven vooral nutsbedrijven en banken groene obligaties uit, maar nu zien we dat bijna elke sector goed vertegenwoordigd is. Er is sectorbreed grote bereidheid om de transitie te maken naar een duurzame economie en bedrijven financieren dit graag via groene obligaties.’
Ook het feit dat overheden steeds vaker groen lenen heeft een positief effect op de omvang van de markt. ‘We zagen nieuwe groene obligaties van onder meer Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken. Verder is de Europese Unie actief. Deze partijen zetten grote volumes in de markt, waardoor de liquiditeit van de GSS-markt verder verbetert. We verwachten dat deze trend doorzet, zodat de groene obligatiemarkt uiteindelijk dezelfde beleggingsmogelijkheden biedt als de traditionele obligatiemarkt.’
Stijging greenium
Uitgevers van groene obligaties profiteren doorgaans van een korting op de primaire markt, een zogeheten greenium. ‘Er is veel aanbod, maar de vraag is nog groter. De greenium weerspiegelt deze onbalans, maar wijst ook op de schaarste aan groene obligaties in specifieke sectoren. Wij zien ook dat het de neiging heeft te stijgen in een risicoaverse omgeving, en zodoende als buffer fungeert tegen algemeen oplopende spreads’, zegt Plé.
Door de recent risicoaversie, nog verergerd door de crisis in Oekraïne, is de greenium dit jaar gestegen van 3 naar ruim 4 basispunten. Dit is een gemiddelde. In sommige sectoren bedraagt de premie wel 20 basispunten, stelt Plé. ‘Beleggers die hun obligatieportefeuille willen vergroenen dienen de greenium goed in de gaten te houden. De premie is niet statisch maar dynamisch, net als de risico-opslagen. Overbetalen is niet nodig enkel omdat deze obligaties een groen karakter hebben. Een ETF is daarom niet aan te raden, want beleggers betalen dan het volle pond.’
Als beleggers vertrouwen hebben in de belofte van de emittent om zich te committeren aan de energietransitie en de greenium hoog is, dan kunnen traditionele obligaties van deze uitgever een alternatief zijn voor groene obligaties, aldus Plé. ‘Maar hier zitten wel nadelen aan. Beleggers missen dan de transparantie van groene obligaties. Bovendien zouden ze hierdoor ongewenst projecten kunnen financieren in bijvoorbeeld de fossiele industrie.’
Duurzaamheidsgerelateerde obligaties
Een ander snelgroeiend segment is de markt voor duurzaamheidsgerelateerde obligaties (sustainability-linked bonds). Het volume zal dit jaar naar verwachting verdubbelen naar 200 miljard dollar. Uitgevers van dergelijke obligaties beloven bepaalde duurzame doelen te halen. Lukt dat niet, dan moeten ze beleggers meer rente betalen. ‘Dit is interessant voor bedrijven die vanwege de aard van hun activiteiten niet in aanmerking komen voor groene obligaties of hiervoor te klein zijn. Maar ik wil pleiten voor voorzichtigheid ten aanzien van deze schuldinstrumenten, omdat de duurzaamheidsdoelstellingen te weinig ambitieus kunnen zijn en de boeteclausule in de praktijk soms weinig voorstelt.’
Aantrekkelijk gewaardeerd
Plé richt zich met het recent gelanceerde AXA WF ACT Dynamic Green Bond fonds daarom op groene obligaties. ‘Hoewel deze categorie zich kenmerkt door een hoge mate van transparantie, is ze niet immuun voor greenwashing. Daarom passen wij ons eigen kader voor groene obligaties toe om te bepalen welke in aanmerking komen om in te beleggen.’
Het fonds mikt op een bovengemiddeld rendement op de lange termijn door maximaal de helft van de portefeuille te beleggen in high yield obligaties uit onder andere opkomende landen. Met een actief duratiebeleid kan de rentegevoeligheid indien nodig snel worden verlaagd. Daarmee speelt het fonds in op twee nadelen van het huidige universum aan groene obligaties, namelijk de wat hoger dan gemiddelde duratie en de betrekkelijk lage yields.
Het fonds heeft geen blootstelling aan Rusland en de energiesector, twee grote underperformers dit jaar op de obligatiemarkt. Toch heeft het universum geleden onder de toegenomen risicoaversie en de gestegen kapitaalmarktrente: groene obligaties noteren ruim 3 procent lager vergeleken met begin dit jaar. Plé vindt de waarderingen momenteel aantrekkelijk. ‘De combinatie van hogere rentes en hogere risicopremies biedt veel waarde. De yield hedged in euro is bijna twee keer zo hoog als die op de Bloomberg Barclays Global Aggregate Bond Index.’
Dit terwijl de groeivooruitzichten volgens hem positief blijven. ‘Overheden komen waarschijnlijk met steunpakketten om de negatieve gevolgen van de gestegen grondstofprijzen op de economie te verzachten. Verder zouden de centrale banken minder agressief de monetaire teugels kunnen aanhalen. Mogelijk dat de rente nog wat verder zal stijgen maar er is al veel ingeprijsd, en de risicopremies zouden in de tussentijd moeten dalen. Wij zijn daarom optimistisch en denken dat dit een goed instapmoment is.’