Duurzame aandelenfondsen worden vaak geassocieerd met beleggen in groeibedrijven. Dat is onterecht, vindt Maximilian Anderl, beheerder van het UBS Equity European Opportunities Sustainable fonds.
Zijn fonds heeft recent een ‘rebrand’ ondergaan door het woord ‘sustainable’ achteraan de fondsnaam te plakken. De beleggingsstrategie is na de rebrand ongewijzigd gebleven. ‘We hebben al sinds 2016 een eigen ESG-team en houden sindsdien al rekening met ESG-criteria’, verklaart Anderl. Alleen kwam dit nog niet tot uitdrukking in de naam, en een fonds met een duidelijk duurzaam profiel trekt automatisch meer aandacht. ’Het is tegenwoordig vrijwel onmogelijk commercieel succes te hebben zonder aandacht te hebben voor duurzaamheid’, constateert de Oostenrijker.
De naamsverandering van het UBS Equity European Opportunities Sustainable fonds betekent niet dat duurzaamheid direct de as is geworden waar het sinds 2004 bestaande fonds om draait. Het belangrijkste doel van ESG-screening is om de rotte appelen onder de Europese bedrijven eruit te pikken. ‘Op die manier houden we een universum van bedrijven over die zich goed gedragen’, stelt Anderl. Ongeveer een derde van de bedrijven valt vanwege ESG-criteria bij voorbaat af.
Na de rebrand is de instroom in het 572 miljoen euro grote fonds inderdaad fors gestegen. ‘Maar dat kan ook komen doordat de performance heel goed is geweest’, nuanceert Anderl. Zowel over de afgelopen drie als vijf jaar heeft het fonds het (veel) beter gedaan dan de benchmark, de MSCI Europe Index.
UBS Equity European Opportunities Sustainable fonds (bron: Morningstar)
Een bedrijf kan op twee manieren in de portefeuille van het UBS Equity European Opportunities Sustainable fonds terechtkomen.
Anderl: ‘We hebben een eigen waarderingsmodel voor bedrijven gebaseerd op verwachte kasstromen. We simuleren voor elk bedrijf enkele negatieve en positieve scenario’s voor de beurskoers. In het geval dat de upside van die positieve scenario’s een stuk groter is dan de downside voor de negatieve, dan gaat het licht op groen. In een tweede stap doen we dan een ESG-analyse. Als het bedrijf daarop ook voldoende scoort, dan kunnen we beleggen’, legt Anderl uit. ‘Maar het kan ook zijn dat ons ESG-team ons attent maakt op een bedrijf dat heel goed scoort op duurzaamheidsgebied of dat bezig is zijn ESG-profiel te verbeteren. Als de financiële analyse dan ook klopt, kunnen we ook instappen.’
Een blik op de portefeuille van Anderl’s fonds geeft een zeer gemêleerd beeld. Bij de vijf grootste overwegingen van het fonds zitten een paar bedrijven met een uitgesproken ESG-profiel, zoals het Portugese nutsbedrijf EDP Renovaveis, dat al zijn energie uit groene bronnen haalt. Maar ook bijvoorbeeld de Deense brouwer Carlsberg, dat de meeste beleggers toch niet direct met duurzaamheid zullen associëren, heeft een prominente plek in de portefeuille.
Flexibel
Dat allegaartje aan bedrijven heeft alles te maken met de beleggingsstrategie van Anderl en zijn team. Waar veel beleggers de afgelopen jaren zijn overgestapt richting dure ‘groei’ of ‘kwaliteit’, wil de Oostenrijker daar niets van weten. ‘Het onderscheid dat zo vaak wordt aangebracht tussen groei en waarde is onzin. Een groeibedrijf kan een goede investering zijn als de potentiële groei van dat bedrijf wordt onderschat door de markt, net zoals een bedrijf met een lage waardering onder bepaalde omstandigheden een goede belegging kan zijn.’
Zoals de naam van zijn fonds al suggereert, zoekt Anderl naar aandelen die op een bepaald moment het meeste opwaarts koerspotentieel hebben vergeleken met het risico. Al te strenge duurzaamheidscriteria duwen een fonds al snel richting een bepaald soort (groei)bedrijven en sectoren, wat minder goed past bij een flexibele beleggingsfilosofie.
Hoewel de fondsbeheerder zichzelf omschrijft als stockpicker, betekent die flexibele benadering wel dat tot op zekere hoogte ook geprofiteerd kan worden van bepaalde macro-economische ontwikkelingen. Zoals de recente stijging van de rente. ‘We hebben onze blootstelling aan banken daarom bijvoorbeeld verhoogd tot iets onder het niveau van de benchmark, maar ik zie ons niet enorm overwogen gaan in deze sector omdat de outlook voor de sector voor de lange termijn ongunstig blijft.’
Underperformance
Want Anderl mag dan een flexibele beleggingsstijl hebben zonder dogma’s, een opportunist is hij beslist niet. ‘Als we een bedrijf kopen, doen we dat altijd voor minimaal twee, drie jaar. We stappen dus nooit in een bedrijf als we een outperformance van slechts één of twee kwartalen verwachten.’
Van de low quality, high beta rally die volgde op de uitrol van de coronavaccins, eerst in de VS en vervolgens in Europa, heeft zijn fonds dan ook maar mondjesmaat geprofiteerd. ‘Ons fonds doet het goed ten opzichte van de markt wanneer beleggers risk-aware zijn. We hadden bijvoorbeeld een sterke outperformance in de eerste drie kwartalen van vorig jaar.’ In 2019, toen beleggers ook euforisch gestemd waren en de Europese aandelen winsten van meer dan 25 procent boekten, deed het fonds het net als dit jaar slechter dan de markt.