Hoewel klimaatverandering bij de meeste institutionele beleggers hoog op de agenda staat, dragen ze tot nu toe nog maar weinig bij aan de oplossing. Gemiddeld scoren zij een 2,9 (op een schaal van 10) als het aankomt op hun klimaatstrategie.
Dit blijkt uit nieuw onderzoek van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO).
Het rapport Dutch Institutional Investors and Climate Change – Becoming part of the solution is onderdeel van de (twee)jaarlijkse pensioenfonds- en verzekeraarsbenchmark van VBDO. Hierin worden beleid, implementatie, bestuur en transparantie van de grootste 50 pensioenfondsen en 30 verzekeraars onder de loep genomen, die in totaal goed zijn voor 1480 miljard euro beheerd vermogen.
De onderlinge verschillen tussen institutionele beleggers zijn groot. Zo scoren de 10 grootste partijen gemiddeld een 7,8, en de pensioenfondsen met 3,4 gemiddeld iets beter dan de verzekeraars met 1,9.
Het staat in schril contrast met de ondertekening van het Klimaatakkoord door meer dan 50 financiële partijen eerder dit jaar. Onder toeziend oog van minister van Financiën Wopke Hoekstra gaven zij toen hun steun aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord dat in 2015 door 196 landen werd ondertekend. De ondertekenaars willen hun CO2-uitstoot in 2030 hebben gehalveerd.
Ondertekening Klimaatakkoord
‘De ondertekening betekent een verbreding van de huidige reductiedoelstellingen’, zei Gerard van Olphen, bestuursvoorzitter van APG, bij de ondertekening in Den Haag. Van Olphen verklaarde dat de sector ‘meer wilde zijn dan een toeschouwer’.
Roelie van Wijk, voorzitter van de branchevereniging van asset managers Dufas, sprak van een unieke stap door de Nederlandse financiële sector. Hoewel dat iets was om trots op te zijn, zei zij toen ook dat het echte werk nu ging beginnen, waarbij de sector het ‘ook daadwerkelijk moest gaan waarmaken.’
Tot nu toe blijkt dit dus nog niet het geval, want de klimaataanpak van Nederlandse institutionele beleggers draagt volgens VBDO nauwelijks bij aan het oplossen van het klimaatprobleem.
VBDO maakt in het onderzoek onderscheid tussen verschillende benaderingen die beleggers kunnen hanteren. Zo richten zij zich enerzijds op het beperken van investeringen die bijdragen aan klimaatverandering, zoals fossiele brandstoffen en vervuilende industrieën. Anderzijds wordt het aanpassen aan de fysieke gevolgen van klimaatverandering, zoals extreem weer, droogte en een stijging van de zeespiegel, steeds belangrijker.
Fysieke risico’s klimaatverandering
Daarnaast wordt in het onderzoek onderscheid gemaakt tussen de gevolgen van klimaatverandering voor de beleggingsportefeuilles en de impact van de beleggingen op de klimaatbestendigheid van de reële wereld.
Vrijwel alle beleggers die klimaatverandering integreren in het investeringsbeleid richten zich op het verminderen van de CO2-uitstoot van hun portfolio. Slechts één vijfde van de beleggers houdt rekening met de fysieke risico’s die gepaard gaan met klimaatverandering. VBDO ziet bovendien dat adaptatie van het portfolio bij de beleggers alleen plaatsvindt in termen van het beschermen van assets of het verminderen van risico’s voor de beleggingsportefeuille en niet van de wereld daaromheen.
Jacqueline Duiker (foto), senior manager sustainability & responsible investment bij de VBDO, zegt: ‘Beleggers richten zich in algemene zin primair op de fysieke risico’s in hun beleggingsportefeuilles, wat er op lange termijn in resulteert dat steeds meer gebieden hun investeringswaarde verliezen. Investeerders moeten daarom ook letten op de impact van hun beleggingen op de klimaatbestendigheid van de reële wereld, om in de toekomst überhaupt nog ergens in te kunnen investeren.’
Een van de weinige lichtpunten in de onderzoeksresultaten is dat er sprake is van een verdubbeling van het aantal pensioenfondsen dat klimaatverandering heeft opgenomen in hun verantwoord beleggingsbeleid. Waar in 2017 nog 42 procent van de pensioenfondsen klimaatverandering had opgenomen in hun verantwoord beleggingsbeleid is dat in 2019 opgelopen tot 88 procent. De verzekeraars zijn niet eerder gemonitord door de VBDO, maar van die groep heeft 45 procent momenteel beleid geformuleerd op klimaatverandering.
Bron: VBDO