De bullmarkt is inmiddels aan zijn zesde jaar bezig en belangrijke aandelenindices noteren tegen recordniveaus. Voor sommige beursexperts en zelfs minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën is dat reden om te waarschuwen voor een bubbel op de beurs.
Maar volgens Valentijn van Nieuwenhuijzen, hoofd van het Multi-Asset Strategy Team van NN Investment Partners (tot voor kort ING Investment Management) is daar geen sprake van.
‘We moeten niet vergeten dat we uit een enorme crisis komen met extreme dieptepunten op de beurzen. Dat de koersen daarna sterk stijgen, zegt niet zo veel. Omdat economie en winsten op termijn groeien, zal je daarnaast vanzelfsprekend eens in de zoveel tijd nieuwe records zien.’
Koerswinstverhoudingen
Hij kijkt daarom vooral naar waarderingsmaatstaven. ‘De koers-winstverhoudingen liggen weliswaar iets boven het gemiddelde, maar een bubbel is een volledig uit het lood geslagen waardering vergeleken met de fundamentals.’ Volgens hem is daar nu absoluut geen sprake van. ‘In de internethausse van begin deze eeuw lagen de koers-winstverhoudingen voor de gehele markt op 30 tot 40. Hier zijn we nog heel ver van verwijderd.’
Verder wijst hij op het feit dat aandelen nog steeds een hoge risicopremie hebben, vergeleken met de rendementen op vastrentende waarden. Dat is belangrijk, want de koers-winstverhoudingen mogen dan niet meer laag zijn, bij beleggen gaat het altijd om de afweging tussen aandelen en obligaties. ‘Zowel in de Verenigde Staten als in Europa blijven aandelen relatief aantrekkelijk gewaardeerd.’
In het Dynamic Mix fonds van ING IM met een neutraal profiel zijn aandelen daarom momenteel overwogen, met een gewicht van 55 procent. Het maximale gewicht is hier 60 procent. Obligaties (43 procent) zijn duidelijk onderwogen. Circa 2 procent zit in vastgoed.
Lichten op groen
Nog belangrijker dan de waardering is volgens Van Nieuwenhuijzen dat de meeste factoren die de richting van de aandelenmarkt voor de komende 3 tot 6 maanden bepalen op groen staan. ‘Het monetaire beleid in de wereld blijft nog veel steun geven en de wereldeconomie trekt langzaam aan. We zien dat in de Verenigde Staten, Japan, Europa en het Verenigd Koninkrijk voor het eerst sinds de kredietcrisis sprake is van een breed gedragen herstel op de arbeidsmarkt.’
In al deze economische machtsblokken daalt de werkloosheid en is er perspectief op inkomensgroei voor huishoudens. Hierdoor kan de economie volgens hem op een duurzaam herstelpad komen. Europa is in de aandelenportefeuille overwogen, omdat de verbeterde economische cijfers hier het meest opvallen.
Ook de inschatting van het gedrag van beleggers, een bepalende factor voor de richting van de beurzen op korte termijn, stemt Van Nieuwenhuijzen optimistisch over aandelen. ‘De afgelopen jaren is er vooral veel geld gestroomd naar vastrentende waarden, waardoor institutionele beleggers nu heel zwaar overwogen zijn in obligaties. Nu al het sap uit de obligatiemarkt is geperst, verwachten we dat er geleidelijk meer geld naar aandelen zal vloeien.’