Obligaties gaan een hoofdrol spelen in de noodzakelijke vergroening van veel bedrijven. Waar de druk op pensioenfondsen hoog is om de klimaattransitie via aandelenbeleggingen te versnellen, denkt Brenda Kramer, Advisor Responsible Investment bij PGGM, dat dit juist als eerste via de obligatiemarkten zal gaan.
De toenemende druk op beleggers om duurzaamheid in hun beleggingsbeslissingen te integreren, hoeft er volgens haar namelijk nog niet direct toe te leiden dat bedrijven geraakt worden. ‘Als pensioenfondsen hun aandelen verkopen, dan zullen die aandelen wel steeds goedkoper worden, maar dat kan alsnog interessant zijn voor beleggers die minder in duurzaamheid geïnteresseerd zijn. Kortom, het duurt erg lang voordat desinvesteringen van pensioenbeleggers echt de “cost of capital” van bedrijven raakt.’
Bij obligaties is die relatie veel directer, legt Kramer (foto) uit. ‘Dit manifesteert zich op twee manieren. Stel, een staalbedrijf wil zijn uitstaande schuld herfinancieren. Dan wordt het cruciaal wat de CO2-uitstoot per geproduceerde ton staal is en in hoeverre dat in lijn is met de doelstellingen van Parijs. Beleggers willen dit weten en meenemen in hun investeringsbeslissing en dat heeft wél directe gevolgen voor de financieringskosten. Het gevolg is dat bedrijven met een heldere duurzaamheidsstrategie uiteindelijk goedkoper zouden kunnen lenen dan bedrijven die niks doen.’
Daarnaast is het bij obligaties mogelijk om voor specifieke duurzame projecten aparte financiering op te halen. In het voorbeeld van het staalbedrijf, zou deze producent een green bond uit kunnen geven om hun productie in lijn te brengen met de eisen van de taxonomie.
Groene obligaties
Groene obligaties zullen volgens Kramer daarom een centrale rol vervullen in de transitie. En dit is ook de reden waarom er door de EU een sterke link is gelegd tussen de taxonomie en een eventueel EU Green Bond label. Kramer is lid van de Technical Expert Group van de Europese Commissie die in komende maanden het definitieve advies voor de Europese taxonomie zal presenteren.
Het betekent echter nog niet dat het werk voor de TEG erop zit, vertelt ze. ‘Door het akkoord in december is nu ook duidelijk hoe de TEG wordt opgevolgd. De Europese Commissie verwacht hiervoor ongeveer 9 maanden nodig te hebben en de vraag is dus aan ons gesteld of we nog willen aanblijven tot september.’
Inmiddels is het alweer bijna twee jaar geleden dat Kramer toetrad tot de TEG als vertegenwoordiger van de Nederlandse pensioensector. ‘Ik was eerlijk gezegd best sceptisch. We zaten met 35 verschillende partijen aan tafel, hoe ver zouden we komen? Maar achteraf hebben we meer neergezet dan ik had verwacht. Er zat eigenlijk niemand echt als lobbyist, iedereen was oprecht betrokken en constructief ingesteld.’
Lobby
Een onderzoek van InfluenceMap beweerde eind 2019 het tegenovergestelde. Volgens het onderzoek was er wel degelijk sprake van een intensieve lobby met als doel om de taxonomie af te zwakken. ‘Dat onderzoek kwam natuurlijk wel even binnen. Hoewel wij als groep enorm probeerden om uit te dragen wat we doen, was dat blijkbaar nog niet genoeg. Het liet ons zien dat hoe enorm belangrijk het is dat je ook buiten “je bubbel” aangesloten blijft.’
De taxonomie is volgens Kramer juist gegroeid tijdens het proces. ‘De taxonomie is vanaf het begin klein opgebouwd, als een instrument dat vrijwillig kan worden gebruikt. Maar je ziet nu dat de politiek ingrijpt en voorschrijft dat het geldt voor ieder financieel product. Partijen die hier niet in meegaan, moeten uitspreken dat ze geen rekening houden met milieudoelstellingen.’
Ze vervolgt: ‘Dit had ik echt niet voorzien en we hebben daar, eerlijk gezegd, ook niet actief voor gelobbyd. Onze overtuiging is altijd geweest dat door het vrijwillig in te steken, het in eerste instantie mensen aantrekt die zich uit eigen beweging committeren. Dat werkt beter dan opleggen. En als je dan een groepje hebt van voorlopers dan volgt de rest ook.’
Brugfunctie
Voor iedereen die zich inzet voor een duurzamere wereld is het natuurlijk wel een goede stap. Kramer hoopt dat duurzaamheid een brug kan vormen tussen financiële wereld en reële economie: ‘In de green deal zit bijvoorbeeld veel infrastructuur. Voor onze sector wordt het in de komende maanden zaak om helder te krijgen hoe ons dit gaat raken. Waar zitten de risico’s en kansen?’
Ze verwacht overigens dat in het nieuwe Sustainable Finance Plan de niet-financiële rapportage voor bedrijven verplicht wordt gesteld. ‘Dat is voor ons als financiële sector erg positief. Wij moeten ook meer rapporteren, maar wij zijn wel afhankelijk van de data die wij krijgen van bedrijven.’
Even belangrijk is het volgens Kramer om te kijken hoe de kansen van de vergroening kunnen worden benut. ‘Daar wil je in investeren, maar de vraag is zo groot. Dat is een uitdaging voor pensioenfondsen als je het mij vraagt; hoe kun je gezamenlijk met publieke instituties nieuwe projecten creëren? Of nieuwe financieringsmodellen waarin pensioenfondsen bijvoorbeeld tegen een relatief laag risico de aanplanting van bossen kunnen financieren.’
‘Ik weet dat dit botst met de opvattingen van liberale economen die van mening zijn dat de markt alles moet oplossen, maar daar ben ik het gewoon niet mee eens. We komen als pensioensector uit een wereld waarin we alleen maar mochten beleggen in sociale woningbouw. Vervolgens mochten we jarenlang beleggen als asset managers. Maar wie zegt dat dit niet weer omdraait?’
‘Mijn persoonlijke gevoel is dat dit verandert en dat we misschien zelfs op den duur te maken krijgen met een overheid die zegt: jullie hebben zoveel publiek geld, we moeten bekijken waar we dat het beste kunnen investeren.’