Ton Wijsman, AllianceBernstein
i-7jVhDfT.jpg

Dure Amerikaanse groeiaandelen hoeven niet te lijden onder een hogere inflatie en een stijging van de rente. Ze zullen dankzij hun ‘pricing power’ juist goed gedijen, zegt Ton Wijsman (foto), senior portfolio manager bij AllianceBernstein en voormalig directeur bij W.P. Stewart.

Een sterke instroom van nieuwe particuliere beleggers, veel speculatie rond kleinere bedrijven als GameStop en forse waarderingen. Allemaal signalen die wijzen op een extreem positief sentiment op de aandelenmarkten. Vooral Wall Street is stevig geprijsd, met een verwachte k/w van 22,5 voor de S&P 500. Alleen eind jaren ’90 lag deze multiple nog hoger. 

Maar volgens Ton Wijsman is van een bubbel geen sprake. ‘Voor het barsten van de internetzeepbel in 2000 noteerden aandelen zoals Cisco tegen meer dan 200 keer de winst, voor Microsoft lag de k/w rond de 50. Nu is een andere groep techbedrijven zoals Zoom, DocuSign en Shopify die sterk gestegen is en erg stevig gewaardeerd’, zegt hij in gesprek met Fondsnieuws. 

Deze hoogvliegers maken nog geen of zeer beperkte winst, maar trekken volgens hem voornamelijk de aandacht vanwege de spectaculaire omzetgroei en dat vinden veel beleggers aantrekkelijk. ‘In de dotcom-periode was de omzetgroei van technologiebedrijven beperkter en werden de waarderingen vooral opgestuwd door de internethype.’ 

Van de zes grootste bedrijven in de S&P 500 vindt hij alleen Tesla en Amazon erg hoog gewaardeerd. De koers-winstverhouding van Microsoft, Facebook, Apple en Alphabet valt eigenlijk wel mee, zegt hij. ‘Met een koers-winstverhouding van circa 30 op basis van de winst in de komende 12 maanden is Microsoft weliswaar niet laag gewaardeerd, maar het bedrijf groeit hard, is marktleider en heeft voorlopig weinig te duchten van concurrenten. Wij vinden de waardering in relatie met de groeiverwachtingen nog alleszins gerechtvaardigd.’  

Hoog groeitempo 

Microsoft is met een gewicht van 9,8 procent de grootste positie in het WP Stewart Holdings Fund. Dit fonds staat sinds 1989 aan Euronext Amsterdam genoteerd en is daarmee een van de oudste beleggingsfondsen in Nederland. 

Eind 2013 werd WP Stewart Asset Management overgenomen door AllianceBernstein. Op dat moment werd ook het AB Concentrated US Equity fonds geïntroduceerd. Beide fondsen worden door hetzelfde team (nog vrijwel intact na de overname) met dezelfde strategie en filosofie beheerd, vertelt Frank de Wit, client advisor bij AllianceBernstein in Amsterdam. Het voordeel van het AB Concentrated US Equity fonds is dat er meerdere aandelenklassen en registraties beschikbaar zijn, terwijl het WP Stewart Holdings Fund slechts twee varianten en één registratie heeft. ‘Maar we houden het WP Stewart Holdings Fund in stand, want we koesteren de naam’, aldus De Wit. 

De fondsen investeren in een selecte groep Amerikaanse groeibedrijven van hoge kwaliteit die een duurzame winstgroei weten te realiseren van minstens 10 procent per jaar. ‘Relatief weinig bedrijven zijn in staat om dit groeitempo lang vol te houden. In de periode 1979–2020 slaagden slechts 21 van de 1000 grootste Amerikaanse bedrijven erin om gedurende periodes van vijf jaar een jaarlijkse winststijging van 10 procent te boeken’, zegt Wijsman. 

Sinds de oprichting van WP Stewart in 1975 boekten de holdings in de portefeuille in veruit de meeste jaren een gemiddelde winststijging tussen de 10 en 25 procent per jaar. Gemiddeld genomen lag de winststijging op 14,5 procent per jaar. ‘Onze zoektocht naar dit soort sterke groeiers leidt tot een smal universum van 40 tot 50 aandelen. Die volgen wij met zes analisten. De 20 meest koopwaardige aandelen nemen we vervolgens in de portefeuille op’, aldus Wijsman. 

Gemeenschappelijk kenmerk van deze bedrijven is dat ze unieke producten hebben met relatief weinig concurrentie. Ze bevinden zich in marktsegmenten met een structurele groei en zijn daardoor minder afhankelijk van de macro-omgeving. Naast Microsoft noemt Wijsman als voorbeeld het mondiale gezondheidszorgbedrijf  Abbott Laboratories, maker van auto-onderdelen Aptiv en creditcardbedrijf Mastercard. Laatstgenoemde zit al 12 jaar in de portefeuille en laat elk jaar winstgroei zien, zelfs in de financiële crisis in 2008/2009.

‘Er zijn wereldwijd slechts een paar grote creditcardbedrijven en er zit bovendien nog veel groei in deze markt. Betaalkaarten maken nog maar 25 tot 30 procent van de betaaltransacties in de wereld uit en de marktpenetratie kan in een cashloze maatschappij nog sterk toenemen.’

Prijskracht 

Groeiaandelen hebben dankzij de lage rente de wind mee en kunnen wel eens achterblijven bij de markt als de rente stijgt. ‘Een hogere rente betekent normaliter lagere koers-winstverhoudingen. Veel hangt echter af van het tempo van de rentestijging. Bij een geleidelijke stijging door een aantrekkende economie zal onze portefeuille het niet slechter doen dan de markt. De bedrijven hebben ook relatief weinig schuld op de balans, zodat een hogere rente de winst niet drukt. Bovendien zet de winstgroei gewoon door, waardoor de koers-winstverhoudingen zakken’, zegt Wijsman. 

De huidige ‘forward’ koers-winstverhouding van de portefeuille van circa 28 vindt hij redelijk en ligt ook niet ver boven het historische gemiddelde van ruwweg 25. ‘Bij een verwachte winstgroei van 12-14 procent per jaar in de komende vijf jaar, zakt de koers-winstverhouding naar slechts 15 bij gelijkblijvende koersen. Wij verwachten daarom een goede performance op basis van een drie- tot vijfjaars beleggingshorizon’.  

Het gaat volgens hem om een unieke groep ondernemingen met een aantrekkelijke risico-rendementsverhouding, die in elk economisch klimaat goed kunnen presteren. Wat deze bedrijven ook interessant maakt, is dat ze dankzij hun sterke marktpositie over de nodige pricing power beschikken. ‘Mocht de inflatie aantrekken dan kunnen ze de prijzen verhogen en hun winstmarges beschermen. Vergeleken met de markt zijn ze relatief inflatiebestendig. Ze zouden daardoor een outperformance moeten kunnen realiseren bij reflatie.’  



 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No