Sorca Kelly-Scholte,J.P. Morgan Asset Management
i-v9CPfPp-L.jpg

Door de langetermijnfocus dreigen pensioenfondsen de actualiteit uit het oog verliezen. Terwijl dit wel belangrijk is voor de meest optimale risico-rendementsbalans in de beleggingsportefeuille. Om de beleggingsstrategie robuuster te maken zouden pensioenfondsen naar voorbeeld van Japan er bijvoorbeeld goed aan doen om de obligatieportefeuille te internationaliseren.

Dit zegt Sorca Kelly-Scholte, strateeg Global Pension Solutions bij J.P. Morgan Asset Management, in een gesprek met Fondsnieuws. 

‘Hoewel ik veel sympathie heb voor het concept van langetermijnbeleggen, vind ik dat we ervoor moeten waken dat we geforceerd blijven vasthouden aan een dogma van langetermijnbeleggen terwijl we eigenlijk meer zouden moeten anticiperen op de realiteit waar we ons in bevinden.’

Kelly-Scholte geeft een voorbeeld: ‘Aan de hand van economische ontwikkelingen hebben wij als assetmanager onze langetermijnverwachtingen al geruime tijd geleden neerwaarts bijgesteld en recent zelfs nog meer. Amerikaanse pensioenfondsen zijn hier nu pas net mee begonnen.’  

Als internationaal pensioenstrateeg overziet Kelly-Scholte hoe er in verschillende landen wordt omgegaan met een realiteit van lage rente, vergrijzing, lagere rendementsverwachtingen en een garantiestelsel dat in toenemende mate moeite heeft met het waarmaken van die garanties. Hierin ziet zij veel overeenkomsten.

Garantiestelsel heeft het moeilijk

‘Pensioen was in beginsel een aspiratie, die waar moest worden gemaakt met een langetermijnbelegging. Het pensioenstelsel is echter steeds meer uitgegroeid tot een garantiestelsel, maar nu blijkt dat de beloftes die we vroeger hebben gedaan veel duurder uitvallen. Sterker nog, het is maar de vraag of we ze kunnen waarmaken. Langetermijnbeleggen raakt hierdoor als het ware gegijzeld door “wishful thinking”.’

Wat zijn dan op dit moment de aanpassingen die pensioenfondsen moeten doen om hun beleggingsstrategie robuuster te maken voor de huidige, soms conflicterende ontwikkelingen? Kelly-Scholte en haar team kijken hiervoor onder andere naar Japan, vanwege de ruime ervaring met een aanhoudende lage rente. 

‘In historische data zien we duidelijk terug dat Japanse pensioenfondsen hun vastrentende beleggingsporteuilles internationaler hebben gemaakt. Na de liberalisering van de pensioenen zijn Japanse pensioenfondsen in eerste instantie meer gaan beleggen zoals Europese pensioenfondsen dat ook doen. Dit betekent onder andere een aanzienlijke hoeveelheid binnenlandse, inkomensgerelateerde beleggingen, met de logica dat de verplichtingen immers ook binnenlands zijn en daarmee afhankelijk van dezelfde economie.’

Zoektocht naar rendement

In de zoektocht naar rendement is dit in de laatste jaren veranderd. Zo brachten Japanse pensioenfondsen in eerste instantie een scheiding aan in de vastrentende waardenportefeuille tussen binnenlandse en internationale beleggingen. Die scheiding is uiteindelijk losgelaten en vandaag de dag wordt er volledig internationaal belegd. 

‘We zien soortgelijke ontwikkelingen bij Europese verzekeraars, die bijvoorbeeld steeds meer beleggen in Amerikaans schuldpapier. De vraag is wat ons betreft niet of, maar wanneer pensioenfondsen hiermee gaan beginnen. Als ik bijvoorbeeld naar Nederlandse pensioenfondsen kijk, dan zijn de vastrentende waarden-/ LDI -portefeuilles nog sterk binnenlands of hooguit op buurland Duitsland georiënteerd.’ 

Hetzelfde geldt volgens Kelly-Scholte voor het Verenigd Koninkrijk, maar ook hier ziet ze een trend: ‘De gedachtegang bij Britse pensioenfondsen is “ik heb veel aandacht besteed het matchen van mijn vastrentende beleggingen en mijn verplichtingen middels binnenlandse beleggingen, waarom breid ik die kennis niet uit naar mijn internationale portefeuille?’ 

Dit past in het concept van kasstroom gedreven beleggen. ‘Fondsen zijn volwassener geworden en keren meer uit dan dat er binnenkomt aan premie. Daarmee is de vraag ontstaan hoe die cashflow gemanaged moet worden? Het structureren van de obligatieportfolio is een manier en hierover praten we momenteel met zowel Britse als andere pensioenfondsen in Europa.’

Universele thema’s

Hoewel de pensioenstelsels in Europa op veel vlakken van elkaar verschillen is de thematiek volgens Kelly-Scholte op een aantal vlakken overeenkomstig. Zo staan bestaande structuren onder druk, een bewijs daarvan is de verschuiving van defined benefit (DB) naar defined contribution (DC).

Dit voltrekt zich echter niet in alle landen in hetzelfde tempo. In het Verenigd Koninkrijk, maar ook in bijvoorbeeld Australië verloopt deze ontwikkeling heel vlot. ‘Australië maakt relatief snel de overgang naar DC en daar zien we nu ook al een duidelijk een consolidatie op gang komen. Tien jaar geleden waren hier meer dan 800 zogenoemde superfondsen en nu nog 200’, vertelt Kelly-Scholte.

Daarmee komt zij op een tweede trend: consolidatie. ‘We zien hierin wel een duidelijk onderscheid tussen DC en DB. In het Verenigd Koninkrijk waren er veel kleine DC-regelingen, die door de auto-enrollment wetgeving heel hard zijn gegroeid in deelnemersaantallen. Tegelijkertijd is het aantal regelingen gedaald omdat ze allemaal consolideren in zogenoemde “mastertrusts”. De toezichthouder stuurt hier ook heel actief op aan met regelgeving die het voortbestaan van kleine fondsen bemoeilijkt. Voor DB ligt dit anders omdat het lastiger is om het pensioenfonds los te zien van de sponsor, zeker als je in onderdekking verkeert. Kortom, ook hier speelt de lage rente een bepalende rol.’ 

 

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No