Na een rampzalig jaar ogen de dividendvooruitzichten weer beter. Wie ‘value traps’ weet te vermijden kan in de eurozone op de wat langere termijn een totaalrendement van circa 5 procent tegemoet zien.
Dat zegt Nicolas Simar (foto), beheerder van het NN Euro High Dividend fonds, in gesprek met Fondsnieuws. Het ruim 500 mijoen euro grote fonds bestaat al twintig jaar en leverde sinds de oprichting gemiddeld 5,2 procent per jaar op, tegen 2,7 procent voor de benchmark. Dit fonds heeft al verschillende crises meegemaakt. Toch is deze anders, vertelt Simar.
‘Vaak zien we dat cyclische bedrijven hun dividend verlagen tijdens een recessie, omdat ze hun cashflow en balans willen beschermen. Maar dit keer is er ook druk vanuit overheden en toezichthouders om uitkeringen op te schorten. Dit trof vooral banken en verzekeraars.’ Europa is het hardst geraakt: hier vielen de dividenden in het tweede kwartaal per saldo 45 procent lager uit. Over geheel het jaar houdt Simar rekening met een winst- en dividenddaling van circa 30 procent.
Ruimte voor sterk herstel
Toch biedt het Euro High Dividend fonds nog een fraai dividendrendement van 3,8 procent op basis van de verwachte uitkeringen in de komende twaalf maanden, tegen het huidige gemiddelde van 2,5 procent voor de brede aandelenmarkt in de eurozone. Daarmee overtreft het fonds nog steeds het historische dividendrendement van 3,5 procent in deze regio. ‘Onze focus op bedrijven met een solide balans en voorspelbare cashflow betaalt zich uit’.
Hamvraag is uiteraard wanneer de dividenden zich weer volledig zullen herstellen. Simar is optimistisch, hoewel veel afhangt van de kracht van het economische herstel. ‘We zien al dat defensieve bedrijven hun uitkeringen hervatten. De meer cyclische sectoren zullen volgend jaar waarschijnlijk snel volgen. Vanaf een laag niveau veren de winsten in 2021 weer op met 20 procent tot 25 procent. Dit zal veel bedrijven in staat stellen om dividend uit te keren.’
Maar er zijn ook ondernemingen die een structureel lager dividend gaan betalen, waarschuwt de beheerder. ‘Denk aan de olie- en gassector die vanwege de gedaalde olieprijzen met blijvende tegenwind kampt en aan sectoren als de retail en winkelvastgoed vanwege de versnelde opmars van internetwinkelen. Voor dividendbeleggers is het zaak om deze value traps te vermijden.’
Verwacht rendement
Zodra het dividendrendement boven de 6 procent uitkomt, dan is dat vaak een voorbode van dividendverlagingen. Simar: ‘Hierop moet je anticiperen door in te schatten in welke mate bedrijven worden geraakt door disruptie, want dit zal de cashflow en dus ook het toekomstige dividend onder druk zetten.’ Om de houdbaarheid van het dividend te bepalen, kijkt hij onder meer naar de verhouding tussen de vrije kasstroom en het dividend. Een voldoende grote buffer verkleint de kans op tegenvallers aanzienlijk. Daarnaast dienen bedrijven over de nodige pricing power te beschikken, om het dividend te laten groeien.
Op de langere termijn acht Simar voor zijn aandelenselectie een dividendgroei van gemiddeld 3-5 procent per jaar realistisch. Samen met het actuele dividendrendement van 3,8 procent biedt dat uitzicht op een totaalrendement van tussen de 4-5 procent per jaar, aldus de dividendspecialist. Wanneer de waarderingen stijgen, dan zit er nog meer in het vat.
Europese dividendaandelen zijn al een tijd uit de gratie. Zo verloor het fonds over de afgelopen drie jaar gemiddeld 0,6 procent per jaar, terwijl de MSCI wereldindex jaarlijks 8 procent wist toe te voegen. Het waarderingsverschil is daardoor opgelopen. Op basis van de verwachte winsten voor de komende twaalf maanden ligt de koers-winstverhouding voor Europese dividendaandelen op circa 14, tegen 18 voor de brede Europese aandelenmarkt en 20 voor de wereldindex.
Waar liggen de kansen?
Beleggers geven de voorkeur aan grote groeiaandelen in met name de technologiesector, maar dat zijn volgens Simar niet de beste dividendbetalers en bovendien vindt hij ze te duur. Meer waarde ziet de fondsmanager in de financiële sector, industrie en in utiliteitsbedrijven. Ze zijn overwogen in de portefeuille. Dit zijn geen sectoren waar je op het eerste gezicht veel dividendgroei mag verwachten, maar dit beeld is volgens hem niet correct.
‘Wat de financials aangaat zijn wij voorzichtig met de grote banken en levensverzekeraars, die gebukt gaan onder de lage rente. Maar voor asset managers, uitbaters van beurzen en herverzekeraars zijn de dividendvooruitzichten prima. Een herverzekeraar als Munich RE bijvoorbeeld beschikt over een enorme pricing power om de winsten en daarmee ook het dividend te laten stijgen.’
Hetzelfde geldt voor de utiliteitssector. ‘Traditionele gereguleerde energieproducenten hebben het weliswaar moeilijk, maar bedrijven gespecialiseerd in de levering en verkoop van elektriciteit en gas aan huishoudens zoals E.ON genereren een stabiele cashflow.’ In de industrie kunnen dividendbeleggers ondanks het cyclische karakter ook aan hun trekken komen. ‘Langjarige trends als digitalisering, automatisering en elektrificatie spelen een bedrijf als Siemens in de kaart en dat biedt perspectief op winst- en dividendgroei.’
Gezien de overweging van waarde-aandelen zal een snel herstel van de wereldeconomie de portefeuille goed doen. Maar een blijvende terugkeer van waarde verwacht Simar pas als de inflatieverwachtingen aantrekken en de rente stijgt. Dit pakt normaliter goed uit voor financials en cyclische bedrijven. ‘Na de recente beleidswijziging van de Federal Reserve is de kans op een hogere inflatie toegenomen, maar dit speelt op zijn vroegst pas over een jaar. Door selectief te zijn en value traps te vermijden, kunnen dividendbeleggers tot die tijd wel degelijk goede zaken doen.’