Engagement heeft een prominente plek in het ESG-beleid van menig institutioneel belegger, maar het is nog altijd onvoldoende en te vrijblijvend. Het antwoord ligt in samenwerking tussen pensioenfondsen en een kritische houding naar fiduciair- en asset managers.
Dit zegt Vincent van Bijleveld (foto), directeur duurzaam beleggen en senior adviseur bij Finance Ideas, in een gesprek met Fondsnieuws.
‘Een uitspraak die mij altijd is bijgebleven is dat asset managers ongeveer 99 procent van de tijd besteden aan het proberen te generen van alpha. Terwijl onderzoek uitwijst dat het grootste deel van de performance voortkomt uit bèta, het marktrendement. Die tijd zou dus beter besteed zijn aan het voorkomen of mitigeren van systeemrisico’s door het verbeteren van bedrijven waarin je belegt.’
Een ander punt van zorg volgens Van Bijleveld is dat maar weinig beleggers in de praktijk consequenties verbinden aan de engagementresultaten, met als risico dat engagement in de publieke opinie overkomt als een vorm van greenwashing. De bedrijven waarop engagement wordt gevoerd, zullen er dan ook minder waarde aan hechten.
Activistischer
Volgens Pieter van Stijn, responsible investment specialist bij BMO Global Asset Management (BMO GAM), wordt engagement echter activistischer en minder vrijblijvend. ‘Mede door het IMVB-convenant en de Shareholders Rights Directive, wordt van beleggers verwacht dat ze consequenties verbinden aan engagement zonder resultaat. We gaan een sterkere link zien tussen de verschillende instrumenten van stemmen, engagement en uitsluiting.’
BMO GAM voert haar responsible engagement overlay dienstverlening uit voor 37 klanten wereldwijd. De kern van deze propositie is dat het een “pooled service” is, die gedeeld wordt met meerdere beleggers.
Dit gaat volgens Van Stijn echter niet ten koste van de inspraak en actieve betrokkenheid van de klanten. ‘Onze klanten kunnen jaarlijks stemmen over een longlist van engagement-projecten. Daarnaast hebben ze de mogelijkheid om actief te participeren in de activiteiten. Denk aan het mede ondertekenen van publieke verklaringen en het bijwonen van engagementgesprekken.’
Dutch Engagement Network
Toch gaat deze inspraak niet voor iedereen ver genoeg. Pensioenfonds Horeca & Catering en pensioenfonds Detailhandel bundelden afgelopen september hun krachten in het Dutch Engagement Network (DEN). Het doel is de bedrijven waarin ze beleggen direct te stimuleren tot een duurzamere bedrijfsvoering.
Het is voor Nederlandse begrippen een unieke samenwerking vertelt Wouter Jan Naborn, manager vermogensbeheer van Pensioenfonds Horeca & Catering. In Scandinavië bestaat een vergelijkbaar initiatief, de Nordic Engagement Cooperation.
‘We beogen met het DEN een optimale balans tussen invloed en inspraak, waarbij we zelf de engagement-thema’s bepalen. Op deze manier kunnen we ook meer rekening houden met onze achterban’, legt Naborn uit.
DEN is in september gestart met twee pensioenfondsen die ruim 2,5 miljoen deelnemers vertegenwoordigen. Achmea Investment Management (IM) voert de engagement uit, maar de fondsen hebben zelf ook de mogelijkheid om aanwezig te zijn bij bijeenkomsten, calls etc. De ondersteuning is in handen van Finance Ideas, die tevens een rol als sparringpartner heeft voor de fondsen.
Open toelatingsbeleid
DEN richt zich op proactief engagement op een zogenoemd metathema dat de fondsen samen selecteren. Jeroen Wahlen, investment manager bij Pensioenfonds Horeca & Catering, legt uit hoe dit gaat: ‘We hebben drie mogelijke thema’s geselecteerd en Achmea IM gevraagd om deze uit te werken. Op basis daarvan hebben we een definitieve keuze gemaakt voor het metathema “water in de toeleveringsketen”, met als subthema’s water footprint en toegang tot water.’
Wahlen vervolgt: ‘Om te bepalen met welke bedrijven we een dialoog willen aangaan, heeft Achmea IM aan de hand van onze portefeuilles een longlist van dertien bedrijven gemaakt. Hieruit hebben wij uiteindelijk vijf bedrijven gekozen waarmee we inmiddels contact hebben.’
Zodra meer pensioenfondsen zich aansluiten bij DEN kan het aantal metathema’s verder worden uitgebreid. Er is sprake van een open toelatingsbeleid en volgens Naborn en Wahlen hebben inmiddels drie andere pensioenfondsen hun interesse getoond.
‘We gaan er niet actief mee op pad, want we hebben niet de ambitite om het heel groot te maken. Met een maximum van tien leden kunnen we de overlegstructuur overzichtelijk houden en kunnen we de focussenop de resultaten die we willen bereiken’, zegt Wahlen van pensioenfonds Horeca & Catering.
Samenwerken is cruciaal
Samenwerken op het gebied van engagement is volgens Van Bijleveld cruciaal. Ook op andere aandachtsgebieden zou het volgens hem uitkomst kunnen bieden. ‘Nederlandse pensioenfondsen zouden meer moeten samenwerken bij het aanspreken van hun asset managers op hun inspanningen op het gebied van ESG-integratie en risicomanagement.’
Asset manager acteren volgens hem in de praktijk vaak op basis van een klantvraag of marketingdoelstellingen. Van Bijleveld: ‘Er zijn veel asset managers die maatschappelijk verantwoord beleggen benoemen als een bron van risico en rendement, maar er zijn er maar weinig die het ook echt aantoonbaar en gestructureerd integreren in het beleggingsproces.’
Pensioenfondsen moeten van hun asset managers verlangen dat zij “to the best of their capabilities” nadenken over klimaat- en ESG-risico’s en de in de markt beschikbare risicomodellen daarbij inzetten.
Ook fiduciair managers mogen door pensioenfondsbesturen scherper worden aangestuurd ‘De mate waarin ESG-risico’s en -kansen een rol spelen in de fiduciaire dienstverlening vind ik nog te beperkt. Ook de fiduciairs beoordelen de asset managers nog teveel op de traditionele manier.’
Van Bijleveld ziet wel dat er momenteel grote stappen worden gezet, maar het blijft aan pensioenfondsen om een positief-kritisch tegengeluid te blijven organiseren richting hun uitbestedingspartners.