Het tuchtrecht in de financiële sector kan in de huidige vorm beter afgeschaft worden. In plaats van op instanties, legt het de nadruk op bankmedewerkers. Daarmee zet het in op het randdomein, in plaats van op het kerndomein van de sector.
Dat zei advocaat en hoogleraar Jonathan Soeharno van De Brauw (foto, UVA) donderdag tijdens een seminar over tuchtrecht in de financiële sector. ‘Het kerndomein van een bank wordt nu niet behandeld in het tuchtrecht. Denk aan bankbeleid, producten die verkeerd uitpakken, andere bancaire zaken. Nu is het lage echelon de zondebok voor falend beleid van banken.’
Waarom noemen we het überhaupt Tuchtrecht Banken, als het eigenlijk Tuchtrecht Bankmedewerkers is, vraagt de advocaat zich hardop af. Voor het hekje verschijnen volgens Soeharno voornamelijk lone wolfs en zwarte schapen: bankmedewerkers die de fout in zijn gegaan. ‘Voor deze twee groepen geldt, dat ze al gestraft zijn - meestal via het arbeidsrecht. Daarmee los je één probleem op: de rotte appels kunnen niet meer bij andere banken aan de slag. Maar het daadwerkelijke probleem ligt bij de bank zelf.’
Twintig jaar tucht
Stichting DSI heeft sinds haar oprichting in 1999 een tuchtcommissie, die bijeen komt om tuchtzaken te horen en na weging van de feiten eventueel een oordeel velt. Intussen is de door de NVB opgerichte Tuchtrecht Banken sinds 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van het tuchtrecht in de bankensector, als onderdeel van de wettelijk verankerde Bankierseed.
Naar schatting van advocaat Frank ‘t Hart heeft de tuchtcommissie van DSI tot november vorig jaar, 185 zaken behandeld. Bij de commissie Tuchtrecht Banken waren dat er 111, waarbij een grote hoeveelheid zaken over één en hetzelfde onderwerp ging: de vervalste handtekeningen in hypothekendossiers bij ABN Amro.
Wies Wagenaars, die als head of conduct bij ABN Amro álle betrokken 114 hypotheekadviseurs heeft gesproken, stelt tijdens het seminar dat we ‘in plaats van naar de rotte appels, beter kunnen kijken naar de appelkisten’: financiële instanties en hun leidinggevenden en bestuurders.
Volgens Wagenaars zijn er ‘heel weinig intrinsiek slechte mensen’, en leidt onduidelijkheid rondom de norm en omgevingsfactoren vaak tot ongewenst gedrag. ‘Er heerste een ‘get it done’ cultuur, mensen moesten 1,2 hypotheek per week verkopen. En - met goede bedoelingen - riep de leiding een keer de slechtst presterende medewerkers naar voren onder het mom van “we moeten leren van onze fouten”. Er was schaamte.’
Rol van leidinggevenden
Deze zaak, maar ook andere voorbeelden, maakt dat Wagenaars haar vraagtekens plaatst bij de huidige manier van werken. ‘Ik sta achter de eed, maar naast tuchtrecht staat uitstekend arbeidsrecht. Tuchtrecht is bedoeld om de cultuur te verbeteren, het vertrouwen in de sector te herstellen. Maar doe je dat door deze mensen te pakken? Zijn dit de mensen die de cultuur dragen, het vertrouwen in onze sector bepalen? Bovendien zijn deze mensen al gestraft, via bijvoorbeeld een ontslag of boete. Leidinggevenden moeten de norm zijn, helder communiceren, feedback geven, een omgeving creëren waarin iedereen in staat is het juiste te doen. De rol van leidinggevenden zie ik nu onvoldoende terug in het tuchtrecht.’
Chris Buijnk van de Nederlandse Vereniging van Banken beaamt dat tuchtrecht niet statisch is, en bovendien geen doel op zichzelf is. Tom Loonen, lid Tuchtrecht Banken, concludeert dat het mooi zou zijn om na vijf jaar eens de thermometer in deze wet te steken.