Bij BNP Paribas Fortis hebben ze de private equity activiteiten de afgelopen jaren zien verdubbelen tot zelfs verdrievoudigen. Bedrijfsobligaties hebben geleidelijk de plaats ingenomen van nominale overheidsobligaties, net zoals high yield. En ze beleggen steeds meer actief, wat samenhangt met de opmars van thematisch beleggen.
Dat blijkt uit een gesprek tussen Philippe Gijsels (foto) en Investment Officer BE, in het kader van een reeks over asset allocatie in een lagerenteklimaat. Gijsels is de hoofdstrateeg van BNP Paribas Fortis.
Bandbreedtes
De tactische bandbreedtes (voor een neutrale portefeuille richting de 50 procent in aandelen, met een marge van 7 procent naar boven en 7 procent naar onder) zijn bij BNP niet veranderd. Een dynamische portefeuille belegt nog steeds 80 tot 90 procent in aandelen.
Wel wordt de samenstelling van de portefeuilles steeds meer maatwerk en wordt soms ook ad hoc bepaald hoe de allocatie eruitziet, vertelt Gijsels. ‘Flexibiliteit is dus meer het devies dan vroeger en de allocaties worden actiever en regelmatiger herbekeken dan vroeger. Het is niet meer zoals toen, waarbij je voor eens en voor altijd een contract opstelde en de allocatie niet meer aanpaste.’
In de portefeuilles die het toelaten, kun je volgens de strateeg zoeken naar alternatieven zoals corporates, high yield, dividendaandelen en gestructureerde producten. De manier om rendement te halen zonder te hoog op de risicocurve te gaan, legt hij uit.
‘Maar je mag niet overdrijven. High yield is eigenlijk ‘higher yield’. Het levert iets meer rendement op dan investment grade, maar het verschil is beperkt. Te veel high yield is ook geen optie want dan heb je het risico van een aandeel zonder de upside. Daar ben ik geen voorstander van. Investment grade bedrijfsobligaties zijn ook een optie.’
Het probleem van de lage rentestand speelt vooral bij de defensieve portefeuilles, aangezien de toevoeging van aandelen opnieuw zorgt voor de toevoeging van risico. Cliënten zitten dan met meer risico in de portefeuilles, en dat is niet altijd passend. ‘Het blijft aangewezen om hier voorzichtig mee om te gaan,’ zegt Gijsels.
Beton
Private equity noemen ze bij BNP ‘beton’ omdat dit een belegging is die voor meerdere jaren vastzit. Bij BNP valt private equity buiten het beheer van de portefeuille. Gijsels: ‘Je volgt dit niet dagelijks op. De tickets zijn ook groter, vaak 250.000 euro. Het is dus enkel weggelegd voor de meer vermogende cliënten.’
Bij BNP willen ze een goede spreiding krijgen, zowel in de tijd als qua activaklassen. Gijsels legt uit: ‘Na zeven jaar komt er meestal een stuk vrij, en dat kan je dan beleggen in het volgende project. Op die manier kan je met de vrijkomende gelden een belegging doen die aantrekkelijke gemiddelden opbouwt.’
Private equity is bij BNP een business die twee tot drie keer zo groot is geworden in de wealth portefeuilles de afgelopen jaren. Uiteraard heeft dat te maken met de gemiddelde rendementen van 15 tot 16 procent de afgelopen jaren, waar natuurlijk wel een hoger illiquiditeitsrisico tegenover staat.
Niet goedkoop
Gijsels waarschuwt bovendien voor de enorme populariteit van de markt, waardoor private equity momenteel ‘zeker niet meer goedkoop’ is. ‘Er is te veel cash die op deze markt jaagt, waardoor de rendementen dalen. Wie kan meegaan in PE en het vermogen ervoor heeft, raden we aan het te doen. Je ziet op de beurs immers een golf van IPO’s, de grootste sinds jaren 90. Bedrijven komen pas later naar de beurs, waardoor de waardecreatie vroeger in de levenscyclus van het bedrijf gebeurt, wanneer de bedrijven nog private zijn. Private equity kan trouwens ook mezzanine debt zijn of hybride obligaties, maar meestal toch equity.’
Het voordeel van private equity volgens Gijsels is dat je niet steeds de koers ziet die gevormd wordt. Cliënten hebben soms het gevoel dat ze minder aandelenrisico lopen omdat je niet altijd een notering hebt. Dat geeft ook mentale rust. Het risico is dan minder ‘voelbaar’.
Hij noemt het voorbeeld van Microsoft. Als je vanaf de eerste notering was ingestapt had je een enorm rendement gehaald, maar nu zie je dat bedrijven pas naar de beurs gaan als er al enorm veel toegevoegde waarde gecreëerd is en het vet voor een deel al van de soep is.
Correlatie
Naast de lage rentestand is ook de correlatie tussen aandelen en obligaties een issue geworden onder beleggers. Vroeger was die negatief, maar tegenwoordig is dat minder het geval. Momenteel zijn vooral corporates en high yield sterk gecorreleerd met de aandelenmarkten.
BNP signaleert dat probleem net zo goed. ‘De negatieve correlatie die voor een deel beschermde, is voor een groot deel verdwenen’, aldus Gijsels. ‘Dat hebben we ook gezien tijdens de correctie in februari-maart 2020 en ook tijdens de correctie van 2009. Toen daalde alles unisono. Dat is zeer moeilijk voor asset allocatie-specialisten, want ook grondstoffenmarkten en zelfs goud zijn positief gecorreleerd met de aandelenmarkten. Goud is ook gevoelig voor stijgende rentevoeten.’
Actief of passief
Gevraagd naar de actuele verhouding tussen actief en passief, zegt Gijsels dat BNP niet denkt in termen van actief versus passief, of tenminste: niet initieel. De bank is meer naar thema’s opgeschoven. Gijsels: ‘De laatste paar jaar zijn we opnieuw meer richting actief beheer opgeschoven, omdat we minder naar sectoren kijken en meer naar thema’s zoals alternatieve energie en grondstoffen.’
Dat lost het probleem van de correlatie niet op, benadrukt hij. Integendeel. Ook die thema’s zijn immers met elkaar gecorreleerd. Vorig jaar stegen vooral smart energy en clean energy, maar die zijn ook sterk gecorreleerd. Veel aandelen vind je terug in fondsen rond die thema’s. Gijsels: ‘Vroeger vond je General Electric en Siemens overal terug, nu zijn dat vooral de FANG’s, waardoor alles met elkaar gecorreleerd is.’
Passief versus actief hangt volgens Gijsels ook af van de markt waarop je belegt. Zo is de S&P500 een heel efficiënte markt en daar koopt Gijsels eerder passieve producten. ‘Bij BNP hebben we ook open architectuur naast de eigen huisfondsen. Het komt regelmatig voor dat we van mening zijn dat we een thema beter kunnen bespelen met een externe beheerder. De verdeling bij ons is 50/50 huisfondsen en externe fondsen.’
Vroeger belegde men bij BNP eerder passief en zetten we in op de asset allocatie, en dan pas de invulling ervan. Gijsels: ‘Voor het eerste sinds jaren zie ik een grotere switch naar actief beheer, wat ook logisch is in deze fase van de cyclus. Het heeft voor een groot deel te maken met de thema’s waarin we beleggen. Thema’s zoals robotica, cyberveiligheid en dergelijke wil je meer actief gaan bespelen omdat een onderlegde beheerder hier meer toegevoegde waarde kan opleveren.’
Philippe Gijsels is de chief strategy officer van BNP Paribas Fortis. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor de beleggingsstrategie en de communicatie naar de markt. Eerder was hij hoofd research en marketing capital markets en structured product strateeg bij de bank. Zijn loopbaan nam een aanvang bij General Bank en Fortis Bank.
Dit artikel is onderdeel van een drieluik over asset allocatie in het huidige lagerenteklimaat, gemaakt door Fondsnieuws en zusterplatforms Investment Officer België en Luxemburg. Andere gesprekken waren met Richard de Groot van ABN Amro en Bill Street van Quintet Private Bank.