Edwin Wierda
i-wHBQRw3-L.jpg

Zelfstandige vermogensbeheerders kunnen meer gebruik maken van commercie, willen ze groeien in beheerd vermogen en hoeveelheid klanten. Dat stelt Edwin Wierda, van het jubilerende Wierda en Partners Vermogensbeheer.

‘Ik word er weleens op aangesproken dat ik te commercieel ben, maar het is een bewezen manier om te groeien.’

Vandaag slaat Edwin Wierda samen met compagnon Wim Samsen en werknemers op de gong ter opening van de Amsterdamse effectenbeurs, om het tienjarige bestaan van hun kantoor te vieren. Het kostte enige moeite om dat voor elkaar te krijgen, maar met hulp van depotbank InsingerGilissen Services slaagde Wierda erin de plek op het balkon vandaag te bemachtigen.

Het is niet de eerste keer dat het beheerkantoor in de schijnwerpers staat: sinds 2009 schuift Wierda regelmatig aan bij het televisieprogramma Business Class, en ook in regionale media en bij lezingen geeft Wierda zo nu en dan acte de presence. De media opzoeken, is een bewuste keuze van het kantoor. Samen met de sponsoring van de plaatselijke voetbalvereniging en plaatsing van advertenties is het een belangrijke oorzaak van de groei van 3 miljoen euro tot bijna 300 miljoen euro aan beheerd vermogen, meent Wierda.

Commentaar

Toch krijgt hij soms commentaar op zijn media-optreden. Andere vermogensbeheerders vinden het eng, of not done. Wierda is op zijn beurt van mening dat andere beheerders zijn voorbeeld zouden kunnen volgen. ‘Ik ken heel veel goede vermogensbeheerders. Wat betreft kennis zit het perfect in elkaar, maar de groei krijgen ze niet voor elkaar omdat ze het commerciële gedeelte laten liggen.’

Natuurlijk, beaamt hij, de kennis moet er zijn, net zoals een goed beleggingsbeleid. Dat laatste kenmerkt zich in het geval van Wierda en Partners door een portefeuille met individuele aandelen, obligaties en opties, zonder daarbij té veel te spreiden. Wierda: ‘Volgens de theorie is een spreiding van veertien tot vijftien aandelen ideaal. Hoe meer spreiding, hoe minder je de focus kunt leggen bij een aandeel. Je kunt nooit tweehonderd bedrijven volgen: de reden dat wij weinig tot niet in fondsen en trackers beleggen.’

Het is een beleid dat het kantoor al tien jaar ononderbroken aanhoudt, ondanks de groei in beheerd vermogen en in hoeveelheid klanten. ‘Hoe groter je wordt, hoe lastiger het is om in bepaalde bedrijven te beleggen, bijvoorbeeld uit de smallcap of de midkap. Maar ik ben van mening dat je je beleid niet volledig moet aanpassen als je organisatie groeit. Gelukkig zijn er genoeg landen waar we onze filosofie nog altijd op los kunnen laten, Duitsland en Frankrijk bijvoorbeeld.’

Mooiste aankoop

De mooiste aankoop in zijn periode als zelfstandig vermogensbeheerder vindt Wierda de Nederlandse printerfabrikant Océ, in zijn begintijden als zelfstandige. ‘Je vóelde gewoon dat het bedrijf overgenomen zou worden’, blikt hij terug. Een bezoek aan de aandeelhoudersvergadering in Venlo gaf de doorslag. ‘Ik was een van de weinige aanwezige beheerders; overige beheerders en ook analisten uit Amsterdam vonden Venlo te ver weg. We hebben gekocht en de overname volgde. Daar hebben we een grote klapper mee gemaakt.’

Missers

Missers waren er ook. Wessanen bijvoorbeeld, een bedrijf waarvan Wierda naar eigen zeggen een van de eerste believers was. ‘Hun blik op de toekomst van voeding en gezondheid, daar geloofde ik heel erg in. Maar de koers volgde maar niet, waardoor ik in plaats van winst, verlies maakte. Toen mijn visie eindelijk uit leek te komen, kon ik dat verlies inwisselen voor een kleine winst. Ik stapte uit. Later bleek het pas het begin te zijn van een enorme koersstijging. Ik baal er nog steeds van dat ik heb verkocht.’

Terugblikkend op de fondsindustrie zelf noemt Wierda vooral de ontwikkeling waarbij banken van maatwerk naar standaardportefeuille zijn overgestapt als invloedrijk in het afgelopen decennium.

Wierda gelooft dan ook dat er mede daardoor nog genoeg in het vat zit voor zijn kantoor om verder te groeien. Zijn volgende stip op de horizon is een hoeveelheid beheerd vermogen van 400 miljoen euro. ‘Ik heb niet de illusie dat we richting het miljard gaan. Dat doel heb ik ook niet: groter is niet altijd beter. We willen ons eigen beleid kunnen blijven uitvoeren.’

Author(s)
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No