De laatste jaren is het probleem in veel opkomende landen geweest dat het bruto binnenlands product wel groeide, maar dat dit niet automatisch ook leidde tot hogere beurskoersen.
Praktijk was dat als gevolg van stijgende lonen en hogere grondstofprijzen de omzet wel groeide, maar de bedrijfswinsten niet.
De hoop is nu dat als gevolg van de sterker wordende dollar ten opzichte van veel lokale valuta en de iets afzwakkende groei, de looninflatie zal afnemen en de prijzen van grondstoffen minder hard zullen stijgen. Dit zou de winsten en daarmee ook de beurskoersen ten goede komen. Dat zegt Eddie Perkin, chief investment officer en portfoliomanager bij Goldman Sachs Asset Management, in een gesprek met Fondsnieuws.
Goldman Sachs heeft zowel een fonds dat belegt in de zogenoemde BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) als een fonds dat belegt in de landen die Goldman Sachs beschouwt als ‘de volgende elf’ groeilanden. Dat is het Goldmans Sachs Next 11-fonds, opgenomen in de database FN Universe.
Niet in Iran
Dit fonds, gelanceerd in 2011, belegt in Bangladesh, Egypte, Indonesië, Zuid-Korea, Mexico, Nigeria, Pakistan, de Filippijnen, Turkije en Vietnam. Ook Iran behoort tot de next 11, maar het fonds heeft in dit land geen posities.
Als gevolg van de aankondiging van Fed-voorzitter Ben Bernanke eerder dit jaar dat hij wil beginnen met het afbouwen van zijn opkoopprogramma en door de twijfel over de groei in China zijn veel opkomende marktenfondsen hard geraakt. Veel beleggers hebben hun geld weggehaald uit deze markten, waardoor de beurskoersen zijn gedaald. Tegelijkertijd steeg de dollar aan kracht.
De Goldman Sachs Brics Equity Portfolio stond woensdag volgens data van VWD Group bijvoorbeeld op een rendement van -15,24 procent (Year to date).
Perkin denkt dat hiermee de angst voor de aanstaande zogenoemde tapering nu grotendeels is ingeprijsd. Hij verwacht als gevolg hiervan dus geen significante koersdalingen.
Anders dan in de grotere opkomende landen, bleven beurzen in veel zogenoemde frontier markets (Vietman, Egypte) de laatste tijd behoorlijk goed overeind.
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
Frontier markets ontspringen de dans
Volgens Perkin maken beleggers onderscheid tussen landen die met een tekort en landen met een overschot op de lopende rekening. ‘Landen met een tekort zoals India, Indonesië en Turkije worden afgestraft.’
De zogenoemde frontier markets zijn volgens Perkin vaker binnenlands gericht. Daardoor hebben deze landen minder last van de economische situatie in de rest van de wereld. Los hiervan spelen er in sommige landen, zoals Egypte, ook nog andere ontwikkelingen.
Het Next 11-fonds belegt in een aantal frontier markets, maar ook in een enkele meer traditionele opkomende markten. Als gevolg hiervan is het rendement van het fonds dit jaar tot nu toe wel negatief (-7,52), maar minder negatief dan dat van het BRIC-fonds.
Perkin wijst er op dat het BRIC-fonds een hogere exposure heeft naar grondstoffen en infrastructuur-gerelateerde beleggingen. Het Next 11-fonds is meer gericht op de stijgende binnenlandse consumptie in de ‘nieuwe’ groeilanden.
Bbp-gewogen benchmark
Next 11 belegt voor 24 procent van het fondsvermogen in Mexico, voor ruim 22 procent in Zuid-Korea en voor bijna 16 procent in Indonesië. Perkin legt uit dat dit het gevolg is van het feit dat het fonds een bbp-gewogen benchmark hanteert, in plaats van een benchmark gebaseerd op marktkapitalisatie zoals meer gebruikelijk is en het BRIC-fonds bijvoorbeeld ook doet.
‘Als gevolg hiervan beleg je meer in landen die het hardste groeien en niet in de winnaars van gisteren of bedrijven die al te duur zijn geworden – bedrijven bereiken soms een grote marktkapitalisatie doordat ze duur aan het worden zijn.’
Landenallocatie
Als het gaat om de landenallocatie volgt het fonds deze alternatieve benchmark – die op verzoek en in samenspraak met het fonds is ontwikkeld - nauwgezet, al is de exposure naar Egypte als gevolg van de ongeregeldheden daar wel afgebouwd.
Perkin: ‘Mexico is gewoon een heel stabiel land. Korea heeft het wel moeilijk gehad, maar daar zijn de waarderingen nu heel aantrekkelijk. Indonesië was daarentegen vrij duur geworden en is ook na de terugslag nog niet helemaal goedkoop. Nigeria is een minder liquide markt, maar de bouw van nieuwe elektriciteitscentrale daar kunnen enkele knelpunten in de infrastructuur tackelen.’
Bij de selectie van bedrijven wordt wel meer van de benchmark afgeweken en actief naar bedrijven gezocht om alpha mee toe te voegen.
Nieuw te lanceren fonds
Goldman Sachs is enthousiast over het gebruik van de bbp-gewogen index en heeft al een nieuw fonds geregistreerd dat zal beleggen in de vier BRIC-landen plus de vier grootste next 11-landen (Mexico, Zuid-Korea, Turkije en Indonesië). Ook dit fonds zal een bbp-gewogen benchmark hanteren.
Het Next 11-fonds staat sinds juni dit jaar niet meer open voor nieuwe beleggers. Dit besluit is genomen om de huidige beleggers te beschermen, zegt Perkin, en is het gevolg van de beperkte liquiditeit van een aantal landen in de portefeuille. Pas als dit verandert, zal het fonds weer voor alle beleggers open gaan.
Het fonds heeft 179 bedrijven in portefeuille. Onder de top-10 posities is ook een Nederlands bedrijf. Dit is OCI, een in Nederland genoteerd moederbedrijf van de Egyptische cementproducent Orascom Construction Industries.