De financiële markten zijn om verschillende rendenen nu minder bezorgd over China dan een jaar geleden. Een daarvan is de verbeterde beleidscommunicatie vanuit Beijing.
Dat stelt senior econoom Arjen van Dijkhuizen van ABN Amro in bijgevoegde marktvisie.
‘Naast een algehele verbetering van het marktsentiment zijn er nog meer redenen waarom de “China-fobie” (voorlopig) is vervaagd’, schrijft hij.
‘Ten eerste wijzen de macrocijfers, mede dankzij stimulerend beleid, nog steeds op een geleidelijke vertraging en niet op een harde landing. Sommige indicatoren zijn ten opzichte van vorig jaar zelfs verbeterd.
Ten tweede zijn de Chinese aandelenmarkten gestabiliseerd. Ten derde hebben de grondstofprijzen zich hersteld. Ten vierde hebben beleggers wel andere zaken aan het hoofd, bijvoorbeeld de gevolgen van Brexit of andere politieke risico’s in Europa en daarbuiten.’
Een laatste, maar volgens de econoom zeker zo belangrijke reden is dat de beleidscommunicatie vanuit Beijing ‘duidelijk is verbeterd’.
‘Vooral na het Chinese nieuwjaar in februari 2016 heeft de centrale bank meer duiding gegeven aan wisselkoers- en andere relevante ontwikkelingen. Hoewel de communicatie een aandachtspunt blijft, heeft Beijing volgens ons een steile leercurve laten zien. Dat verklaart ook waarom markten minder bezorgd zijn geworden over een forse yuandepreciatie versus de dollar, waarom de kapitaaluitstroom is afgenomen en waarom de deviezenreserves zijn gestabiliseerd, na een scherpe daling eind 2015.’