Het vermogen onder beheer van de private bankingtak van ABN Amro is in het tweede kwartaal gedaald van 209,0 miljard naar 206,1 miljard euro als gevolg van het ongunstige beursklimaat.
Dit blijkt uit de resultaten over de periode van april tot en met juni, die vrijdag zijn gepubliceerd. De onderliggende winst van het onderdeel was ook lager dan in het eerste kwartaal, maar wel hoger ten opzichte van een jaar eerder.
Vermogen doorverwezen
De netto-instroom aan nieuw vermogen bedroeg 1,5 miljard euro. Een deel hiervan was afkomstig van andere onderdelen van ABN Amro, zoals retail en corporate banking. De negatieve stemming op de beurzen sloeg 4,4 miljard euro af van het beheerd vermogen.
De onderliggende winst over de driemaands periode kwam uit op 72 miljoen euro, tegen 44 miljoen euro een jaar eerder. In het eerste kwartaal stond nog een bedrag van 87 miljoen onder de streep.
Bij een groeiend aantal werknemers, stegen ook de personeelskosten. Dit leidde mede tot verslechtering van de cost-income ratio naar 77 procent, van 72 procent in het eerste kwartaal.
Kredietvoorzieningen laag
Voor het gehele concern verbeterde deze ratio juist tot 59 procent, van 61 procent over de eerste drie maanden. Dit schreef bestuursvoorzitter Gerrit Zalm (foto) in zijn toelichting vooral toe aan ‘uitzonderlijk lage’ kredietvoorzieningen.
De onderliggende kwartaalwinst voor heel ABN Amro kwam uit op 600 miljoen euro, een stijging van 86 procent ten opzichte van 322 miljoen euro in dezelfde periode een jaar eerder.
Zalm: ‘Al met al geven deze prestaties, waaronder ook het financiële resultaat, de vooruitzichten voor de Nederlandse economie en de voorbereidingen van de beursgang, die goed op schema liggen, ons vertrouwen in de toekomst.’