Na de daling en het herstel dat volgde, zijn de beurzen aan het eind van de eerste jaarhelft in rustiger vaarwater gekomen. ‘Realisme’, zo typeert Ben Steinebach van ABN Amro MeesPierson de stemming, waarvan hij verwacht dat deze in de tweede helft zal aanhouden.
Steinebach (foto) begint zijn halfjaarlijkse outlook op het hoofdkantoor van ABN Amro in Amsterdam met een slide waarop de heftige sinus-achtige beweging van de MSCI wereldindex is afgezet tegen de vlakke lijn met een licht negatieve richtingscoëfficiënt van de economische groeiramingen.
Herstel na daling
Ook de Nederlandse AEX-index zakte aanvankelijk met 13 procent, om vervolgens weer 19 procent te stijgen. En dat terwijl er verrassend weinig in het economische beeld veranderde.
‘Tijdens de fluctuatie zijn de groeiramingen voor de wereldeconomie bijgesteld van 3,4 naar 3,2 tot uiteindelijk 3 procent op jaarbasis’, zegt de beleggingsstrateeg met enige verbazing.
In plaats van op economische gronden, wijst hij op beleid van overheidswege als de aanleiding voor het tumult. De Fed had in december de eerste renteverhoging in jaren niet goed ingeleid en de Chinese autoriteiten reageerden paniekerig.
Steinebach ziet dit als een les voor deze instanties. De verwachtingen voor de Chinese groei zijn wat getemperd. Maar de wereldhandel vertoont tekenen van herstel, net als de grondstoffenprijzen.
In het westen zijn intussen ook de ‘economische indicatoren’ wat aangetrokken. Die voor de industrie stijgen weer, al blijft de productie wat achter. Met de dienstensector ging het al niet slecht, voegt de strateeg toe.
Nog belangrijker is volgens hem dat de werkgelegenheid op peil blijft. ‘Het economisch beeld is niet uitbundig, maar je ziet breed gedragen groei’, concludeert Steinebach.
Digitale maand juni
Voor het verdere verloop van het jaar zou de maand juni volgens de ABN Amro-strateeg ‘cruciaal’ kunnen zijn. De ECB en de Fed vergaderen komende weken en aan het eind van de maand zijn het Britse referendum over de EU en de Spaanse parlementsverkiezingen.
‘Deze gebeurtenissen hebben een hoog digitaal karakter’, zegt Steinebach vooral duidend op de mogelijke politieke omwentelingen. ABN Amro schat de kans op een Brexit overigens op slechts 35 procent.
En als het gebeurt is wellicht het effect dat het heeft op andere landen het grootste gevaar, valt Annemijn Fokkelman, hoofd aandelenstrategie van ABN Amro Private Banking, haar collega bij. Dat de kans op een Brexit klein is, ziet ze bevestigd in de geringe daling van de Londense beurs en het Britse pond.
Toch zal de dreiging van nieuwe onzekerheid die zou kunnen voortkomen uit de stembusgangen zowel de ECB als de Fed ervan weerhouden deze maand iets te doen, denkt Steinebach. Na de zomer zullen ze waarschijnlijk de draad weer oppakken.
‘Donderdag doet de ECB niets, om na de zomer weer eens goed op het gas te drukken’, aldus de strateeg. Als de Fed iets doet is het verhogen, maar alleen wanneer de inflatie aantrekt en het duidelijk aangekondigd is. ‘Wij verwachten dat de Fed helemaal niks meer gaat doen dit jaar.’
Portefeuille allocatie
Fokkelman gaat vervolgens over tot de positionering voor de portefeuilles van advies- en beheerklanten van de bank. De overwegingen liggen op cash, aandelen en grondstoffen. Vastgoed en hedgefondsen staan op neutraal en obligaties worden onderwogen.
Cash geld op een bankrekening, waarop 0 tot 0,5 procent rente wordt vergoed, dient puur als buffer. Het mandje grondstoffen waarin ABN Amro belegt, kan profiteren van de verwachte verdere stijging van de olieprijs.
Aandelen hebben al zeven jaar van stijging achter de rug en zijn historisch ‘niet het duurst en ook niet het goedkoopst’. Maar het verwachte omslaan van krimp in de bedrijfwinsten naar groei, moet koersen steun geven.
Ten aanzien van sectoren, adviseert ABN Amro om defensief te blijven met een focus op inkomen uit dividend. Tegelijkertijd worden nutsbedrijven en financials onderwogen, terwijl gezondheidszorg en technologie overwogen worden.
Wat betreft regio’s heeft spreiding de voorkeur, al hebben Europese bedrijven iets meer ruimte om hun marges te verbeteren. Amerikaanse bedrijven zijn immers al wat verder in de cyclus.
Obligaties zijn de meest onderwogen categorie. In een standaard neutraal profiel belegt de bank nu niet meer 55 maar slechts 30 procent in vastrentende waarden. ‘Maar we zien ze nog wel als buffer in portefeuille’, aldus Steinebach.