ABN Amro wordt nog dit jaar deels naar de beurs gebracht. Dat heeft het kabinet vrijdagmiddag bekendgemaakt. In een eerste tranche wordt 20 tot 30 procent verkocht.
Minister Dijsselbloem van Financiën zegt in een toelichting vertrouwen te hebben in een opbrengst van pakweg 15 miljard euro. De ’eerste reële mogelijkheid’ voor een beursgang is volgens hem in het laatste kwartaal van dit jaar, waarschijnlijk oktober of november. Het alternatief is begin 2016.
De verkoop van de eerste tranche moet naar verwachting tussen de 3 en 4,5 miljard euro opbrengen. Dit geld zal worden gebruikt voor aflossing van de staatsschuld.
Dijsselbloem maakt duidelijk dat hij naar langetermijnaandeelhouders streeft en aan deze groep bij de plaatsing van de eerste tranche de voorkeur zal geven. Hij stelt als voorwaarde aan de beursgang dat de financiële sector stabiel blijft, dat er voldoende geïnteresseerde kopers zijn en dat de bank ook echt klaar is om naar ‘de markt’ te worden gebracht.
Beschermingswal
Het kabinet wil als eigenaar ABN Amro een beschermingsconstructie meegeven. Dat zal zijn door certificaten van aandelen uit te geven. De aandelen zullen dan worden uitgekeerd aan een Stichting Administratie Kantoor (Stak) met een eigen onafhankelijk bestuur.
De Stak geeft vervolgens certificaten uit van gewone aandelen ABN Amro. Met die certificaten kunnen aandeelhouders op de algemene vergadering stemmen alsof het echte aandelen zijn. Het administratiekantoor kan in geval van een vijandige overname of anderszins het stemrecht op de aandelen tijdelijk intrekken.
Het kabinet denkt dat de beursgang in totaal naar schatting 90 miljoen euro zal kosten.
Eerder dit jaar zei minister Dijsselbloem de beursgang nog (voor onbepaalde tijd) uit te stellen vanwege maatschappelijke onrust die ontstond naar aanleiding van een salarisverhoging van 100.000 euro voor bestuursleden ter compensatie van een wettelijk beperkte bonus.
Kritiek zwelt aan
De aangekondigde beursgang valt niet bij iedereen even goed: vakbond FNV vindt dat zij te vroeg komt en de politieke partij SP spreekt van de ‘grootste bankroof’ ooit.
De redding van ABN Amro in 2008 heeft naar schatting 22 miljard euro gekost, waardoor de Staat op de reddingsoperatie een ‘verlies’ zou (kunnen) lijden van grofweg 7 miljard euro. Het Financieele Dagblad schrijft dat de opgetuigde beschermingsconstructie de Staat in de opbrengst ongeveer 10 procent van de geschatte beurswaarde kost.