In de top-16 van veelbelovende opkomende landen, zouden beleggers vooral moeten kijken naar landen als Indonesië, Maleisië en Vietnam. Dat zijn landen waar de economie de afgelopen jaren met ten minste 5 procent per jaar gemiddeld groeien. De groei in deze landen houdt aan.
ABN Amro denkt dat de wereldwijde productie steeds meer in deze landen gaat plaatsvinden. Marijke Zewuster, hoofd emerging markets van ABN Amro, stelt dat door de aanhoudende groei in de 16 opkomende landen staat tegenover de groeivertraging in de industrielanden. Volgens haar zal dat ervoor zorgen dat het economische zwaartepunt steeds verder zal verschuiven.
Opvallend bij deze sterke ontwikkeling is dat de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) daarentegen minder goed presteren. Het zijn met name de grondstoffenrijke BRIC-landen Brazilië en Rusland die het moeilijk hebben.
Dat de groei in de BRICs de laatste tijd tegenvalt, heeft volgens ABN Amro ondermeer te maken met de toegenomen welvaart. Zo verschuift de nadruk in China geleidelijk van investeringen naar consumptie. Daar hoort volgens de bank een lager groeitempo bij. Brazilië en Rusland zijn al geruime tijd een stuk rijker. Dat houdt in dat groeipercentages die langdurig boven de 5 procent liggen hier niet te verwachten zijn, zelfs met grootschalige hervormingen.
Mede door (geo)politieke issues en een gebrek aan die noodzakelijke hervormingen lijkt de groei in Brazilië en Rusland de komende twee jaar niet boven de 2 procent uit te komen en zijn de neerwaartse risico’s daarentegen aanzienlijk. In India, het armste van de vier BRIC-landen, zijn de groeiperspectieven juist enorm verbeterd nu de nieuwe regering wel vaart maakt zet achter de noodzakelijke hervormingen.
Op basis van eigen onderzoek komt ABN Amro tot de volgend top-16: