De inflatie kan flink opleven in de eerste jaarhelft van 2018, maar het zal slechts om een tijdelijke stijging gaan. Ook al zal de economie in de eurozone ‘boven trendmatig’ groeien, de onderliggende inflatiedruk blijft uiteindelijk gematigd volgend jaar.
Dat is de verwachting van ABN Amro. In een rapport rondom de vraag ‘Is inflation dead?’ betitelen strategen Nick Kounis en Kim Liu, en econoom Aline Schuiling inflatie als belangrijkste kwestie voor de rentemarkten in 2018. Dit omdat het zowel de vooruitzichten van de ECB beïnvloedt als de termijnpremies, de compensatie die obligatiebeleggers vragen voor hun obligaties met een lange looptijd boven die met een kortere looptijd.
Vanwege hun gematigde inflatieverwachting, rekenen de drie experts erop dat de ECB heel traag te werk zal gaan bij de afbouw van haar verruimende beleid. ‘Er zit meer speling in de arbeidsmarkt dan het hoge werkloosheidspercentage eerder suggereerde.’
Olie
Toch kan er dus eerst een zetje komen voor die achterblijvende inflatie, richting de 2 procent in de zomer van 2018. Een belangrijke rol is daarin volgens ABN Amro weggelegd voor de olieprijs. Een stijgende olieprijs heeft in de regel een sterke invloed op de prijzen die consumenten moeten betalen. De bank verwacht dat een vat Brent-olie zal stijgen naar 75 dollar, ruim 10 dollar meer dan de huidige koers.
Vanwege de korte duur van de opleving van de inflatie, ziet ABN Amro waarde in obligaties met een looptijd van twee of vijf jaar.
Obligaties
De inflatie is al tijden beneden de doelstelling van iets beneden de 2 procent van de Europese Centrale Bank. Dat lage inflatiecijfer zorgt ervoor - tezamen met de steun vanuit het aankoopprogramma van de centrale bank - dat bijvoorbeeld de yield op de Duitse bund op een extreem laag niveau het jaar lijkt af te sluiten. Met een bijbehorend hoge koers.
Het ondersteunde klimaat voor de rentemarkten uit 2017 is volgens ABN Amro waarschijnlijk ook in 2018 te zien, zij het in mindere mate. Dat laatste omdat de ECB het bedrag waarvoor het maandelijks voornamelijk staatsobligaties opkoopt, terugschroeft naar 30 miljard euro in januari, en omdat een eerste rentestap dichterbij komt.
Kortlopend staatspapier
Concreet rekent de bank erop dat de rentes op kortlopend staatspapier en 5-jarige staatsobligaties in de eerste jaarhelft op het huidige niveau zullen blijven maar aan het einde van de zomer gaan oplopen. Dit vanwege de hints die de ECB rond die periode zal moeten geven over de afbouw van haar verruimingsbeleid en over de timing van een eerste renteverhoging.
‘We denken dat de markt deze belangrijke gebeurtenissen deels zal inprijzen in 2018. Een verandering in ECB’s “forward guidance” zal zwakte veroorzaken aan de korte kant en vooral in de “belly of the curve” (3 tot 7-jaarsrente). We verwachten daarom dat de rente op de Duitse 2-jaars en 5-jaarslening naar -60 basispunten en -15 basispunten zal bewegen (nu -67 basispunten en -23 basispunten) aan het einde van 2018.’
De Duitse bund - ijkpunt voor beleggers - stijgt volgens de experts van het huidige niveau van 0,42 procent naar 0,70 procent.