Hoewel de gevolgen op economisch vlak mee lijken te vallen, staan lopende deals van grote Europese en Amerikaanse bedrijven met het Iraanse bedrijfsleven op losse schroeven na het meest recente besluit van de Amerikaanse president Donald Trump. Ondernemingen moeten zich houden aan eventuele sancties die worden opgelegd. Dat kan doorwerken op de aandelenkoersen.
Dat stelt econoom Nora Neuteboom van ABN Amro in een reactie op het gisteren aangekondigde besluit van president Trump om uit het Iran-akkoord te stappen.
Praktisch het hele economische bureau van de bank is dagelijks bezig met de besluiten van de Amerikaanse president, vertelt ze. De maatregel kwam dan ook niet als een verrassing, hoogstens het moment waarop Trump met de mededeling kwam. In veel gevallen rekt hij de deadline tot in het uiterste op, nu kwam hij daags voor de verwachte dag met zijn besluit.
De klap voor de Iraanse economie zal nu niet zo groot zijn als tijdens de invoering van de sancties, verwacht Neuteboom. Het geleidelijk opheffen van de in 2006 opgelegde sancties hebben niet de vooraf verwachte kapitaalinstroom en exportgroei opgeleverd, beargumenteert ze. ‘Waar de verwachting was dat de kapitaalinstroom van Iran in 2016 op 50 miljard dollar uit zou komen, werd daarvan slechts 3,4 miljard dollar gerealiseerd, en de exportcijfers van 2017 waren nog beneden het niveau van voor 2011. Het opheffen van de sancties heeft tot dusver niet het effect gehad waar Iran wellicht op had gehoopt.’
Een ander verhaal kan het volgens haar zijn voor grote Amerikaanse en ook Europese bedrijven, die zich zullen moeten gaan houden aan eventuele nieuwe sancties die Trump oplegt. Vorige keer was het bijvoorbeeld verboden om handel te drijven met Iran. Wordt een dergelijke sanctie opnieuw ingevoerd, dan geldt die voor Amerikaanse bedrijven, maar ook voor andere bedrijven die een vestiging in Amerika hebben.
Financiële sector
Neuteboom noemt in het bijzonder bedrijven in de financiële sector. Gedurende de vorige sancties mochten financiële instellingen geen geld lenen aan de Iraanse overheid of financiering verstrekken aan Iraanse bedrijven in strategische sectoren. Deden ze dat toch, dan konden ze een hoge boete verwachten.
Hoewel deze sancties momenteel niet meer gelden, is na de geleidelijke afschaffing van de sancties het pedaal vanuit de westerse banken slechts lichtjes ingetrapt. ‘In veel gevallen is het niet duidelijk wat nu wel en niet mag. De kosten van de schending van de sancties is veel banken te hoog, waardoor ze nog altijd voorzichtig zijn met het financieren van Iraanse projecten.’ Ook ABN Amro is terughoudend met zakendoen met Iran en bekijkt per case of een klant kan worden gefaciliteerd.
Hoewel de financiering en handel sindsdien dus slechts mondjesmaat op gang is gekomen, zullen nieuwe handels- en financieringsverboden buitenlandse investeringen in het land doen afnemen, banken nog voorzichtiger maken en vervolgens: de import vanuit Iran doen afnemen. Een deal waarbij Boeing en Airbus voor 40 miljard dollar vliegtuigen zouden leveren aan Iran, staat om die reden al op de tocht. Mogelijk volgen andere deals.
Iraanse rial
Dan is er nog de lokale munt, de Iranese rial. De valuta is gedaald sinds de geruchten over een Amerikaanse exit in april in de markt kwamen. Sindsdien proberen particulieren aldaar hun geld om te wisselen in dollars, om toch de waarde van hun spaargeld te kunnen behouden. ‘Dat levert wat problematiek op voor de wisselkoers’, aldus Neuteboom, gevolgd door de opmerking dat de wisselkoers van de rial toch al niet de meest gemakkelijke is vanwege de omvang van de zwarte markt voor buitenlandse valuta en de controle die de overheid uitoefent op de Iranese rial.
Olieprijs
ABN Amro-collega Hans van Cleef wijst nog op de gevolgen voor de olieprijs. Iran is immers het derde land van de in de OPEC verenigde olieproducerende landen, met een productie van ongeveer 4 miljoen vaten per dag. 0,8 miljoen vaten daarvan gaan naar Europa: export die geraakt kan worden met nieuw opgelegde sancties.
Het valt de energie-econoom op dat de markt gepositioneerd is op een verdere stijging van de olieprijs. ‘Ongeveer alle hedgefondsen zitten long in de olieprijs, terwijl ik ervanuitga dat er op de lange termijn genoeg olie is.’
Tenzij de hele situatie escaleert kan Van Cleef zich eigenlijk niet voorstellen dat de olieprijs op de korte termijn veel verder stijgt. Zelf rekent hij erop dat de olieprijs op de korte termijn rond het huidige niveau blijft, om in de eerste helft van 2019 richting de 85 dollar te klimmen als het gaat om een vat Brent-olie. Woensdagmiddag noteert die op 76,6 dollar.