ing_im_zwol_van_hans.jpg

Asset-backed securities lopen nog steeds achter bij andere beleggingscategorieën en kunnen dit jaar weer een aardige spurt maken.

Dat zegt Hans van Zwol, fondsmanager van het ING Global Obligatie Fonds, in een gesprek met Fondsnieuws.

Het fonds is genomineerd voor een FD Morningstar Award in de categorie Obligaties Wereldwijd.

‘Spectaculair herstel’
Het fonds kan in verschillende soorten leningen beleggen, zoals staatsobligaties, bedrijfsobligaties en obligaties met een onderpand.

Voorbeelden van de laatste categorie zijn asset-backed securities (ABS), waarbij een pool van leningen als onderpand dient, en die doorgaans een AAA-kredietbeoordeling hebben.

Volgens Van Zwol stonden asset-backed securities gedurende de eerste helft van vorig jaar nog in een kwade reuk bij beleggers. Dat kwam omdat het negatieve sentiment van 2008 nog doorwerkte.

‘Ze werden geassocieerd met beleggingsvormen die aan de wieg van de kredietcrisis stonden. Desalniettemin begonnen ze met name na juni aan een spectaculair herstel.’

Achtergebleven
De gemiddelde spread (renteverschillen met risicovrije obligaties) nam in 2009 af van bijna 6 procent tot ongeveer 1,75 procent nu.

‘Ten opzichte van andere beleggingsklassen week het herstel vorig jaar weliswaar niet zoveel af, maar wel afwijkend is dat andere categorieën met de huidige spreads al veel dichter bij de waarderingen zitten van vóór de crisis’, aldus de fondsbeheerder.

Door hier op in te spelen, vormden asset-backed securities als assetklasse één van de belangrijkse drijvende krachten achter de goede prestaties van het ING Global Obligatie Fonds.

Gekozen werd voor een overweging van 20 procent ten opzichte van de benchmark, de BarCap Global Aggregate TR USD.

Zo was het netto-rendement van 8,20 procent voor een belangrijk deel te danken aan asset-backed securities. 

Volg de actuele koers van het ING Global Obligatie fonds

Asset-backed securities zijn volgens Van Zwol nog betrekkelijk achtergebleven bij het herstel en de performance van high yields. Maar hij vindt het moeilijk aan te geven hoeveel er dit jaar nog in zit.

Outperformance
Het fonds behaalde vorig jaar een outperformance vergeleken met de benchmark van 4,60 procent. 

Een kwart van het door de beheerder boven de benchmark toegevoegde rendement was toe te schrijven aan actieve valutabeslissingen en een kwart aan rentebeslissingen. De helft van de outperformance was te danken aan bedrijfobligaties in de brede zin des woords.

Van Zwol voert samen met mede-beheerder Sylvain de Ruijter een zo gediversifieerde strategie om op alle obligatiemarkten in te spelen. ‘We proberen zoveel mogelijk potjes op het vuur te hebben.’

Hoewel ING Investment Management als fondsenhuis nog steeds positief tegenover high yields staat, is het echter voor het ING Global Obligatie Fonds niet toegestaan hierin te beleggen.

Investment grade
Het fonds belegt daarom alleen in bedrijfsleningen met een goede (investment grade) kredietbeoordeling. ‘In de praktijk zet ik het meest in op corporate credits met een rating van Triple B of hoger.’

Van Zwol zoekt het daarbij niet echt in individuele bedrijven. Veel interessanter vindt hij hoe bedrijfsobligaties het doen ten opzichte van staatsobligaties.

‘Zowel in 2009 als in de eerste twee maanden van dit jaar hebben bedrijfsobligaties het beduidend beter gedaan dan staatsobligaties.’

Stevig defensief profiel
Toch heeft het ING Global Obligatie Fonds in obligatietermen een ‘stevig’ defensief profiel. Dat komt omdat staatsobligaties iets meer dan de helft van de portefeuille inneemt. Dat heeft met de benchmark te maken waarin staatsobligaties voor 80 procent zijn vertegenwoordigd.

‘Als we een nog grotere onderweging zouden nemen, dan moet je wel heel overtuigd in bedrijfsobligaties geloven.’ Hij denkt dat credits het in 2010 nog steeds goed blijven doen en dat er nog flinke wat waarde toegevoegd kan worden.

Daarom kiest hij ook voor dit jaar voor een overweging. Deze bedraagt momenteel ongeveer 5 procent. ‘De reden is dat wij denken dat het rendement op bedrijfsobligaties voorlopig hoger zal zijn dan van staatsobligaties’, aldus Van Zwol.

Hij ziet nog steeds een relatief groot renteverschil tussen de twee beleggingscategoriën. Die is gemiddeld circa 1,25 procent. Van Zwol denkt dat dit renteverschil verder kan dalen.

Beleggingsstijlen
Het ING Global Obligatie Fonds onderscheidt zich van andere wereldwijde obligatiefondsen ook door een diversificatie van beleggingsstijlen. 

‘We maken gebruik van drie soorten inputs: kwantitatieve analyse, macro-economische analyse en marktanalyse.’ Deze drie vormen van analyse hebben een gelijk gewicht. 

Lange rente
Volgens Van Zwol zullen de perikelen rond Griekenland en eventueel andere Europese landen nog wel aanhouden, alhoewel hij uiteindelijk een oplossing ziet komen en geen faillissement van Griekenland voorziet.

Minstens zo belangrijk is wat er met de Duitse en Amerikaanse rentes gaat gebeuren. De kans bestaat dat de korte rente toeneemt doordat marktpartijen rekening gaan houden met een verkrappend monetair beleid door de belangrijkste centrale banken.

Hij heeft er echter vertrouwen in dat de lange rente voorlopig vrijwel onveranderd blijft. Het fonds speelt hierop in door de langlopende staatsobligaties te overwegen en kortlopende staatsobligaties te onderwegen.

Andere genomineerde fondsen in deze categorie zijn het DWS Sovereigns Plus Fonds en het Kempen Global Bond Fund.

 

Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No