
Achmea Investment Management wil groeien in Nederland en werkt aan nieuwe producten, gericht op onder meer koopkrachtbehoud en alternative fixed income. Ondertussen kijkt het fondshuis zijdelings naar kansen in het buitenland.
Olaf Van den Heuvel vertrok vorig jaar als CIO bij Aegon Asset Management om dezelfde rol te vervullen bij Achmea IM. Hij werkte mee aan een nieuwe strategie voor 2030, gericht is op schaalgrootte creëren, processen datagedreven en impactvolle beleggingsoplossingen ontwikkelen voor Nederlandse pensioenfondsen.
Hoewel de focus van Achmea IM op thuismarkt Nederland ligt, heeft Van den Heuvel ook internationale ambities. ‘Ik zou het leuk vinden om de vleugels uit te slaan’, aldus de beleggingsexpert in gesprek met Investment Officer.
Concrete groeidoelen noemt hij niet, maar volgens hem zijn de plannen ‘behoorlijk ambitieus’. Om dit te realiseren zijn forse investeringen in IT noodzakelijk. ‘We moeten even door de grote IT-projecten heen, daarin liggen we goed op koers.’ Ook staat een verhuizing van Zeist naar Amsterdam op de planning.
Van den Heuvel wil bovendien inzetten op ‘nieuwe, innovatieve beleggingsvormen’ die inspelen op belangrijke thema’s in de wereld na de transitie naar een nieuw pensioenstelsel. Centraal staan minder aandacht voor rentegevoeligheid en meer focus op koopkrachtbehoud. ‘Een goed aanbod aan inflatieproducten is voor onze pensioenfondsklanten belangrijk’, zegt Van den Heuvel.
Grote impact Wtp
De nieuwe Wet Toekomst Pensioenen zal een grote impact hebben op de rol van fiduciair managers, beaamt Van den Heuvel. Het beleggingsbeleid hoeft niet langer sterk te worden afgestemd op de verplichtingen van een pensioenfonds, waardoor meer nadruk komt op rendement en risicobeheer. De rol van fiduciair manager verdwijnt niet, ook al ontwikkelen sommige beleggers meer in-house kennis. ‘De toetredingsdrempel voor fiduciair managers is door wet- en regelgeving erg hoog geworden, schaalgrootte is noodzakelijk om klanten goed te kunnen bedienen.’
Wel verwacht Van den Heuvel consolidatie in de pensioen- en vermogensbeheermarkt: middelgrote partijen zullen verdwijnen of fuseren, waardoor uiteindelijk een paar grote spelers overblijven. ‘Achmea IM is daar zeker één van’, zegt hij.
Hij voorziet een situatie in Nederland die vergelijkbaar is met Denemarken, dat eerder overstapte op een nieuw pensioenstelsel. Aldaar zijn na een consolidatieslag nog maar acht grote fiduciair managers over. De markt is er competitiever, maar ook transparanter op geworden. ‘Rendementen staan iedere maand in de krant en zijn beter vergelijkbaar met elkaar. Dan ga je echt zien waar de kwaliteit zit. Dat wordt confronterend.’
Beleggingsoplossingen zijn in Denemarken sterk op elkaar gaan lijken, terwijl de concurrentie tussen aanbieders is toegenomen. ‘Niemand wil in de krant lezen dat zijn pensioenfonds het slechter heeft gedaan dan de rest, dus aandelen, maar ook alternatieven als private equity en vastgoed worden steeds vaker opgenomen in portefeuilles.’
Hogere risicopremie
Intussen houdt Van den Heuvel al een tijdje rekening met een hogere risicopremie in de samenleving op lange termijn, vanwege het veranderde economische klimaat en een nieuwe wereldorde. ‘Trends die twintig tot dertig jaar lang zorgden voor een lagere inflatie, waaronder technologische innovatie, verbeterde communicatiemogelijkheden en de opkomst van productie uit lageloonlanden, lijken nu te draaien. De vergrijzing zorgt voor een veranderende vraag naar consumptie en investeringen.’
Ook de Amerikaanse importheffingen, die tot een lichte handelsoorlog hebben geleid, laten zien dat de wereldwijde vrijhandel onder druk staat. ‘Vooruitkijkend komt de AI-revolutie er wel aan. De vraag blijft echter boven de markt hangen hoever de productiviteitswinsten zullen gaan.’
Van den Heuvel vervolgt: ‘We zitten echt op een kruispunt. Er zijn veel factoren die zullen leiden tot een hogere risicopremie, hogere rentes en een bewegelijke inflatie, maar anderzijds draagt AI een grote belofte mee. We hebben intern best discussies over wat uiteindelijk het beeld op lange termijn zal bepalen.’
In Nederland ziet Van den Heuvel voorlopig nog geen verschuiving in de risicobereidheid van pensioenfondsen. Nu de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel loopt, zijn fondsen vooral bezig met de praktische uitvoering van het invaren, en minder met het herzien van de beleggingsmix. Pas na het invaren verwacht hij dat fondsen zich daar echt op gaan richten.
Volgens Van den Heuvel is de situatie in Nederland overigens niet een-op-een te vergelijken met Denemarken. ‘Het vertrekpunt was anders. Ons systeem is al geïnnoveerd en is groter. En om inflatie het hoofd te bieden, hebben we al veel oplossingen in het leven geroepen, zoals beleggingen in vastgoed en infrastructuur - een real assets-toolkit. In Denemarken is dat niet het geval. Sterker nog, wij zouden voor de Denen veel kunnen betekenen. We kunnen internationaal de boer op.’