Achtergesteld schuldpapier van financiële instellingen blijft ook in 2010 interessant, al nemen de risico’s wel weer toe.
Dat zegt Anne Velot, hoofd credits voor continentaal Europa, van AXA Investment Managers, in een gesprek met Fondsnieuws.
Velot is betrokken bij het AXA WF Euro Credit Plus A-Cap EUR fonds, dat genomineerd is voor een FD Morningstar Award in de klasse Obligaties Bedrijven Eur.
Schuldpapier van lagere orde
Het zogenoemde ‘subordinated debt’ is schuldpapier dat van een lagere rangorde is en dat bij een faillissement van een bedrijf of bank achtergesteld wordt ten opzichte van ander schuldpapier.
Volgens Velot is in 2009 outperformance behaald dankzij een overweging in achtergestelde financials en cyclische secotren. De blootstelling aan deze hoogrentende markt is ook in 2010 onveranderd gebleven op ongeveer 10 procent.
‘We besloten in 2009 om onderwogen te gaan in senior paper van financials en overwogen in achtergesteld schuldpapier van financials. Dat zorgde voor de outperformance van het fonds’, stelt Velot.
Volg de actuele koers van het AXA Euro Credit Fonds
Volgens haar werd hiertoe in de loop van 2009 besloten, toen de stresstesten van banken in de Verenigde Staten werden gedaan.
Stresstesten
‘Die stresstesten hadden naar onze mening niet zo veel om het lijf, maar belangrijker was dat de regeringen duidelijk maakten dat ze alle denkbare maatregelen zouden nemen om het faillissement van banken te voorkomen. Toen werd subordinated debt van banken interessant.’
Het inspelen op kansen die dergelijke schuldpapier biedt, past goed bij het AXA WF Euro Credit fonds dat een gedisciplineerd beleggingsbeleid kent. Daarmee kan worden ingespeeld op het momentum in de markt.
Risico’s nemen toe
Volgens Velot kan dat door goed te kijken naar de secondary markt. Ook kan gekeken worden naar de prijs van nieuw uit te geven obligaties en naar de spread.
Velot verwacht dat door de schuldencrisis in meerdere Europese lidstaten de economische groei onder druk komt te staan en dat er sprake zal zijn van lastenverzwaringen.
Ze denkt dat bedrijfsobligaties als assetclass echter interessant blijft, omdat het faillissementsrisico afneemt en het rendement beter gewaarborgd is dan bij aandelen.
Het fonds richt zich op beleggers die een hoge return (met aangepaste risico-spreiding) in euro’s nastreven met een bedrijfsobligatie-portefeuille die via een tactische spreiding is verdeeld tussen investment grade en high yield obligaties.
Wijzigingen in team
Het fonds moest in 2009 het vertrek incasseren van Philippe Berthelot, de zeer ervaren strateeg. Hij werd vervangen door Anne Velot, terwijl het management van het fonds bij Eleonore Bunel ligt.
Het team van bijna 20 mensen combineert top-down en bottom-up, waarbij voor dat laatste geldt dat iedereen zijn inbreng kan hebben.
Niet meer dan 10 tot 15 procent van de portefeuille mag worden belegd in high yields, waarbij de tracking error van de benchmark (Merill Lynch ER00-index) maximaal 2 procent is.
Hoog rendement in 2009
Per februari ligt de tracking error ongeveer op 1 procent, terwijl de volatiliteit vrijwel in lijn is met de index: licht hoger dan 2 procent. Wel ligt de rendement/risicoverhouding over het afgelopen jaar beter dan van de benchmark.
De Year to Date van het fonds bedraagt 1,65 procent, tegen 2,17 procent voor de index. In 2009 werd daarentegen een rendement geboekt van 18,47 procent, tegen 17,36 procent voor de index.
Het fonds behoort zowel op drie- als op vijfjaarsbasis tot het hoogste quartiel.