De fondsenwereld staat niet stil en is, net als zovele segmenten van de financiële markten, onderhevig aan snelle veranderingen. Een goed moment om eens bij Filip Perneel, financieel analist bij Test Aankoop invest en fondsenspecialist, aan te kloppen en te peilen hoe hij de omwenteling ziet.
Wat zijn in 2020 de belangrijkste tendensen op de fondsenmarkt?
Filip Perneel: ‘Bij Test-Aankoop bekijken we de fondsenwereld door de blik van de consument. De niet-professionele retailklant zeg maar. Vaak zien we tendensen die al een tijdje aan de gang zijn in de professionele wereld met enige vertraging doorsijpelen. Voor ons zijn er twee grote tendensen: de almaar grotere vraag naar duurzame beleggingen enerzijds, en het groeiende aandeel van passief beheer via ETF’s in de portefeuilles van de retailbelegger anderzijds. Dat zijn sneeuwballen die enkel maar aan momentum winnen en niet meer zullen stoppen. Eigen aan België is dan weer de blijvende interesse van beleggers in gemengde fondsen. Dat zien we niet in dezelfde mate terug in Spanje, Italië en Portugal, landen waar we ook actief zijn met onze consumentenorganisatie.’
Heeft de sector al antwoorden gevonden om de groeiende concurrentie van passief beleggen via ETF’s het hoofd te bieden?
Filip Perneel: Voor ons blijft het sowieso een ‘en’ verhaal en geen ‘of’ verhaal. Passief én actief kunnen perfect naast elkaar bestaan in een portefeuille. De rol van passief wordt wel steeds groter in het allocatieverhaal. Vanuit sectorperspectief kan ik me voorstellen dat het koud zweet uitbreekt bij bepaalde asset managers die uitsluitend het actieve pad bewandelen. Gemiddeld gezien slagen zij er steeds minder in om even goed, laat staan beter, te presteren dan passief beheerde fondsen en dat in het merendeel van de fondsencategorieën. Hun uitweg zit in minder efficiënte markten, op maat gemaakte producten en bepaalde smart beta categorieën. Maar ook daar zien we dat passief beheer een inhaalbeweging maakt. Zelfs tijdens COVID-19 zagen we het gemiddelde fonds slechter presteren dan de ETF. Dat komt hard aan voor de mensen die denken dat in berenmarkten de ETF’s sterren zullen zien.
Toch een belangrijke nuance bij dat alles. Het debat draait meestal rond historisch rendement. Uiteraard is dat slechts een onderdeel van wat een goed fonds uitmaakt. De keuze uit actief beheerde fondsen is ruimer en veelzijdiger en laat meer mogelijkheden toe om een portefeuille een bepaalde richting te laten uitgaan. Diversiteit is dus zeker een antwoord op die vraag.
Welke nieuwe fondsenproducten zijn u opgevallen?
Filip Perneel: ‘De paden zijn al flink plat gewandeld in fondsenland. Links en rechts duiken wat nicheproducten op, maar of zij interessant zijn voor een standaardportefeuille is twijfelachtig. Wat productaanbod betreft, valt mij vooral de groei van de duurzame fondsen op. Die lijken wel als paddenstoelen uit de grond te schieten. Sommige fondsen ondergaan daarbij een ware metamorfose van niet-duurzame tot duurzame belegging. Het lijkt wel magie.’
Zijn er ook fondsengamma’s, producten of bepaalde producttypes die verdwijnen?
Filip Perneel: ‘De categorie van fondsen met kapitaalbescherming, ooit het kroonjuweel aan het Belgische fondsenfirmament, is zo goed als verdwenen. Dat heeft goede redenen, maar ik blijf het straf vinden dat zoiets uiteindelijk zo snel kan gebeuren. Ook niet meer zo populair als vroeger zijn de klassieke, niet-beursgenoteerde, indexfondsen. Niet zo verrassend als je 5 tot 10 keer meer beheerskosten aanrekent dan de eerste ETF om de hoek. We zien dat type fondsen dan ook stelselmatig vervangen worden in de portefeuilles van andere (dak)fondsen. En terecht.’
Hoe ziet u het kostenplaatje evolueren?
Filip Perneel: ‘In een perfect competitieve wereld kunnen de kosten enkel maar dalen. En dat is zelfs rekening houdende met de steeds zwaarder wegende compliance en regelgeving. De ETF’s hebben daar o.a. voor gezorgd. Voor het eerst kon de man in de straat fondsen kopen aan de kosten die een institutionele belegger betaalde. Een revolutie. Maar op retailvlak zien we tot op vandaag nog altijd stevige kostenplaatjes bij heel wat fondsen omdat het de belegger aan de nodige kennis ontbreekt. De tendens naar kostenreductie is ingezet en onomkeerbaar. Tenzij Vadertje Staat zijn deel komt opeisen natuurlijk.’
Hoe ziet u de fondsenmarkt evolueren? Wat moeten we in de gaten houden?
Filip Perneel: Beleggen is het nieuwe sparen. In een land met een hoge spaarquote en alternatieven die steeds minder opbrengen, of zelfs geld kosten in reële termen, oogt de toekomst voor de fondsenmarkt goed. Er zal altijd vraag zijn naar beleggingsfondsen. “Hoger, Walter” is hier het juiste antwoord. Uiteraard moeten de ontwikkelingen op de financiële markten ook wat meezitten. Maar ook daar blijft de langetermijntrend positief.
In de gaten te houden, en iets waar ik me wél zorgen over maak, is een oud zeer. Namelijk de bemoeienissen op politiek of fiscaal vlak. Denk daarbij aan extra belastingen of – bespaar ons opnieuw van die - retroactieve aanpassingen. De meerwaardebelasting op fondsen met een bepaald aantal schuldvorderingen in de portefeuille was wat dat betreft een gedrocht. De verzekeringstaks van 2 procent op levensverzekeringen is een vermogensbelasting die misschien navolging zal krijgen.’
Wat verwacht een fondsenbelegger vandaag? En wat is de voorbije jaren gewijzigd bij de belegger?
Filip Perneel: ‘Als we kijken naar het aantal vragen dat we wekelijks krijgen, kunnen we enkel maar concluderen dat onze lezers steeds mondiger zijn geworden de voorbije jaren. Hun kennis is groter en ze vergelijken meer. Ook al kan het nog veel beter. Een fondsenbelegger vandaag wil hetzelfde als een belegger van tien jaar geleden: rendement. Hoe meer, hoe beter. En liefst zo snel mogelijk. Wat wel nieuw is, is het groeiende belang aan duurzaamheidscriteria. En dat is niet enkel ingefluisterd door de financiële adviseur uit het bankagentschap. In dat fenomeen zien we meer dan een tijdelijke hype.’
Wat moet een fondsenbeheerder vandaag doen om langdurig succesvol te zijn?
Filip Perneel: ‘Het is zoals bij een voetbalteam. Als je niet wint, dan komt er almaar minder volk kijken. Alfa blijft de sleutel. Presteren de fondsen goed, dan volgt de rest. Maar dat is op zich niet langer voldoende in deze competitieve wereld. Goed communiceren naar de buitenwacht en een duidelijke marktvisie propageren blijft belangrijk. Competitieve kosten hanteren. Het is niet de kwantiteit van de fondsen die op schap staan die telt, maar de kwaliteit.’
Wat moet een fondsenbelegger doen om sterk te presteren op lange termijn?
Filip Perneel: ‘Blijf belegd, in goede en kwade dagen. Beleg doorheen activaklassen, fondsenbeheerders en tijd. Een fondsenspaarplan kan daarbij helpen. Het zorgt bovenal voor discipline. ‘