Het is erg moeilijk om ESG-criteria consequent toe te passen op louter passieve beleggingen. Actieve beleggingen lenen zich daar veel beter toe. Het is eenvoudiger om een integratiebenadering te hanteren die verder gaat dan uitsluitingen in actief beheer. Uiteindelijk gaat het om het profiel van de klant, dat moet overeenstemmen met het risico/rendementsprofiel van een fonds of strategie en met diens duurzaamheidsvoorkeuren.
Dat komt naar voren in een interview met Michaela Zhirova (foto), hoofd ESG-producten en -onderzoek bij Nordea AM. Zij sprak met Investment Officer, het Belgische zusterplatform van Fondsnieuws.
‘Het moet aansluiten bij het profiel van de cliënt, wiens behoeften variëren naargelang het profiel. Onze aanpak is niet in de eerste plaats gebaseerd op uitsluitingen. Dat is een tool dat naar mijn mening veel beperkingen heeft. Wij zijn meer geïnteresseerd in ESG-integratie. Als duurzame belegger hebben wij op dat vlak een lang trackrecord opgebouwd, waardoor we een grote voorsprong hebben op andere spelers. Het is enerzijds positief dat de lat in de sector steeds hoger wordt gelegd, maar de cliënten hebben anderzijds ook meer expertise nodig om een landschap van verschillende labels en uitdijende regelgeving de bomen door het bos te zien.’
ESG-kenmerken
Nordea AM heeft een beperkt aantal artikel 9-fondsen (donkergroen) in zijn assortiment en veel artikel 8-fondsen (lichtgroen). Zhirova nuanceert echter: ‘We hebben ook een bepaald aantal artikel 6-fondsen (grijs, red). Onze ambitie is om over de hele lijn een minimale ESG-overlay te hebben. Er is een sterke wisselwerking tussen het responsible investment committee en het beheer. Voor bepaalde fondsen zijn de drempels om in aanmerking te komen voor de portefeuille gebaseerd op interne scores die door het responsible investment team zijn vastgesteld. Overigens vloeit het meeste vers geld naar fondsen met ESG-kenmerken.’
Zhirova noemt een wijziging in de Mifid-regelgeving die van belang is voor duurzame beleggers. ‘Artikel 8 en 9 zijn uiteindelijk disclosurenormen en ze gaan niet over het veranderen van het gedrag van beleggers. Het zijn dus zeker geen duurzaamheidscertificaten op zich. Dat is duidelijk geworden door de laatste wijziging van Mifid, die voorschrijft dat producten moeten aangeven welk percentage ze in duurzame beleggingen investeren. Het is in theorie denkbaar dat sommige artikel 9-producten daarom een lager percentage duurzaam beleggen zullen hebben dan sommige artikel 8-producten.’
Volgens de specialiste bestaan er nog geen specifieke drempels die bepalen hoeveel duurzame beleggingen een product onder een bepaalde categorie moet bevatten. Wat is een geloofwaardige drempel? Zal een klant een artikel 9 product kopen met 60 procent duurzaam beleggen, of hoger? Deze verduidelijking is een must en dit debat zal uiteindelijk belangrijker zijn dan alleen de vraag of producten onder artikel 8 of 9 vallen. Vooraleer we doelen stellen, moeten we daarom beter definiëren wat duurzaam is.’
‘Duurzaam beleggen is geen sincecure’
In het gesprek komt ook een recent interview met criticaster Tariq Fancy aan bod, die vroeger bij BlackRock werkte op het thema duurzaam beleggen, en die zich in een recent interview in de Financial Times bijzonder kritisch uitliet over de wijze waarop marktpartijen duurzaam beleggen. ‘Ik respecteer klokkenluiders. Ze zetten het debat in gang en herinneren ons eraan dat we onze geloofwaardigheid op de helling kunnen zetten met inhoudsloze marketingpraatjes. Het loont de moeite om openlijk te spreken over onze uitdagingen, want duurzaam beleggen is geen sinecure.’
De specialiste plaatst echter ook een kanttekening en zegt dat het perspectief van Fancy tot op zekere hoogte bepaald wordt door de context waarin hij gewerkt heeft, met name volstrekt passieve beleggingen.
‘Als passieve belegger is het veel moeilijker om duurzaamheidscriteria op een zinvolle manier toe te passen dan als actieve beheerder. Als actieve beheerder kun je namelijk accepteren dat de performance sterker schommelt. Als passieve belegger word je beperkt door de tracking error die je nu eenmaal moet respecteren.’
Ze haalt het voorbeeld aan van de fossiele brandstoffensector. ‘Dat is duidelijk geen duurzame sector, dus zou een onderwogen positie daarom gerechtvaardigd zijn in een duurzaam financieel product. In een actief beheerd fonds kun je dat standpunt gemakkelijker innemen en rechtvaardigen. Als je product echter de index moet schaduwen, is dat al een stuk moeilijker. Daarom is een diepgaande ESG-integratie meestal eenvoudiger te realiseren in een actief beheerd fonds.’