In de rubriek ‘Actualiteit in beeld’ deze keer aandacht voor de S&P 500, die vorige week donderdag een bescheiden, maar niet onopgemerkte koerscorrectie beleefde. Volgens de één was het een gezonde pas op de plaats, volgens de ander een wake up-call voor naderend onheil.
Beurzen zijn niet alleen graadmeters van marktkapitalisaties, en van zero sum games van winnaars en verliezers, maar ze zijn ook indicatoren van sentiment. Wat omhoog gaat, gaat ook weer omlaag en vice versa. Op de lange termijn gaat de beurs doorgaans echter omhoog, omdat er steeds meer geld in de wereld is en verhoudingsgewijs steeds minder wat van waarde is.
Toen kwam corona
Die stemmingswisselingen openbaarden zich dit jaar weer in volle glorie in de S&P. Na het geweldige beursjaar 2019, weerklonken aan het slot van dat jaar al de waarschuwingen dat het hoge testosteron gehalte van de markt er een beetje uit was. Dat het wijs was het risico wat af te bouwen, wat een aantal banken ook deed. Toch denderde de Amerikaanse beurs nog door, naar een all time high van 3389 punten.
Toen kwam corona. Dat werd een probleem, toen het virus in alle hevigheid bleek te hebben toegeslagen in Italië en het Aziatische probleem daarmee een Europees probleem was geworden. De combinatie van een volksgezondheidsprobleem (pandemie) en een economisch probleem (lockdown) maakte dat beleggers op de markten massaal naar de uitgang zochten. In amper vier weken tijd stuiterde de S&P meer dan 35 procent omlaag.
De bodem werd gelegd op 23 maart, nadat de Amerikaanse Federal Reserve had aangekondigd dat zij de markten zou ondersteunen, indien nodig tot “infinity”. Vanaf die 2192 punten zette het herstel in. Eerst de kwaliteitsaandelen, die luisteren naar het acroniem FAANG + M (Facebook, Amazon, Apple, Netflix, Google en Microsoft) - later gevolgd door de bredere markt. Uiteindelijk werd zelfs gespeculeerd op het herstel van diep gevallen waardebedrijven en zelfs nagenoeg failliete bedrijven, zoals autoverhuurbedrijf Hertz.
De eerste golf van dat koerspatroon, vervat in de zogenoemde Elliott Waves (genoemd naar zijn uitvinder Ralph Elliot) kwam uit op 2637 punten. In de tweede week viel de graadmeter terug: van 2637 naar 2447 punten. Aansluitend zette de derde golf in, traditioneel een zeer krachtige: de S&P steeg ruim 500 punten: van 2447 naar 2955. Vandaar weer een kleine terugval: van 2955 naar 2767 punten. Vervolgens zette de vijfde golf in, aldus global macro strateeg Jurrien Timmer van Fidelity Investments. Bij die golf werd een steunniveau gevonden van rond de 2950 punten. Dat is namelijk het 200 daags gemiddelde van de S&P.
‘2020 lijkt op 2009’
Afgelopen donderdag was een kleine koerscorrectie, maar inmiddels lijkt de S&P zich weer herpakt te hebben. Technische analisten stellen zelfs 3233 punten als doel. Opvallend, zo stelde Jurrien Timmer in zijn gesprek met Fondsnieuws - het Nederlandse zusterplatform van Investment Officer - is dat het koersverloop van dit jaar sterk lijkt op dat van 2009.
Toen werd een bodem gelegd op 9 maart, waarna in korte tijd een koersherstel volgde van meer dan 40 procent. Aansluitend volgde een correctie die 25 procent van de behaalde koerswinst wegsloeg, maar daarna werd de poort geopend naar een heuse bullmarkt, die maar liefst 11 jaar zou duren.

Bron: Fidelity. Infographic: Core Digital Strategy
De theorie van Ralph Elliott stelt dat er vijf golven zijn, waarvan drie in de richting van de hoofdtrend gaan en twee in tegenovergestelde richting: 1,3 en 5 zijn de hoofdrichting, 2 en 4 niet. Volgens Elliott mogen drie regels niet overtreden worden: golf 2 mag nooit onder de bodem van golf 1 komen; golf 3 mag nooit de kortste van de drie zogenoemde “impuls waves” zijn (1, 3 en 5) en golf 4 mag niet onder de top van golf 1 komen.
Timmer zegt in het interview met Fondsnieuws dat de Elliot Waves moeten worden gezien als een instrument ter interpretatie van de markt. De theorie zegt niet wat er gebeurt, maar wat er kán gebeuren. Kortom, je moet het volgens hem vooral als één van de denkbare scenario’s zien, en je moet het altijd in combinatie met fundamentele analyse gebruiken.
‘Interpretatie is niet gemakkelijk’
Jaap van Duijn, de voormalige beleggingsstrateeg van Robeco en schrijver van het boek ‘Trends en cycli’, ziet veel heil in technische analyse. Maar hij heeft wel zijn bedenkingen bij de leer van Ralph Elliott.
‘Deze leer kan alleen worden toegepast op indices die door grote aantallen beleggers worden gevolgd en waarvan de bewegingen niet afgeleid zijn van die op andere markten. De Dow Jones en de S&P voldoen aan die eis, maar de Nederlandse AEX bij voorbeeld veel minder’, schrijft hij in zijn boek.
‘Toepassing van het Elliott-principe is in de praktijk een gecompliceerde affaire, omdat de verschillende stappen van 1 tot en met 5 en van de patronen a tot en met c niet altijd even gemakkelijk te duiden zijn. Bovendien onderkende Elliott allerlei additionele patronen die goede lezing en interpretatie van de Elliott Waves tot een ware beproeving maken.’
De gedachte achter de golfbewegingen is echter wel fascinerend, vindt de gewezen Robeco-strateeg: ‘de stemming van de massa’s die zich op hoofdlijnen volgens vaste patronen ontwikkelt en daarmee koersontwikkelingen voor de bedreven gebruiker van het golfprincipe van Elliott een beetje voorspelbaar maakt.’
Jaap van Duijn zelf is vooral gecharmeerd van de Kondratieff-cyclus die zegt dat sinds de 19de eeuw sprake is geweest van vijf golven in de wereldeconomie. Die laatste golf - van de digitalisering -bevindt zich volgens hem nu in een eindstadium, wat volgens hem gepaard gaat met economische stagnatie en lagere rendementen.