Met nieuwe financiële producten kunnen vermogensbeheerders het hoofd bieden aan de toenemende concurrentie en de oplopende druk op fee-inkomsten. Operationeel, commercieel en qua regelgeving komt daar wel het een en ander bij kijken.
Nederlandse vermogensbeheerders hebben te maken met toenemende concurrentie in een verzadigde markt. Door innovatieve financiële producten toe te voegen aan de portefeuille kunnen zij hun aanbod differentiëren en meer waarde bieden aan klanten. Denk aan het gebruik van putopties voor het creëren van kansen in neergaande markten. Het benutten van een bredere variëteit aan instrumenten stelt hen in staat een competitief voordeel te behalen en hun positie op de markt te versterken.
De vraag die dan rijst is of de kosten van een dergelijke uitbreiding de baten overstijgen. Er zijn namelijk veel belanghebbenden bij veranderingen in de beleggingsportefeuille. Die belangen en de (kosten)impact daarvan, moeten goed worden afgewogen.
Risicospreiding en hogere fees
Het begint met de analyse van de meerwaarde van nieuwe instrumenten in de portefeuille, bezien vanuit de beheerder en vanuit de klant. Voor de beheerder is (risico)spreiding door middel van verschillende instrumenten een belangrijk argument. Daarnaast kunnen nieuwe instrumenten zoals bijvoorbeeld OTC-derivaten de mogelijkheid bieden in te spelen op verschillende marktomstandigheden. Denk aan alphacreatie in zowel op- als neergaande markten middels shortposities. Een ander belangrijk argument is de mogelijkheid hogere fees te bedingen op het gebruik van complexere producten. Door de lagere liquiditeit van OTC-producten kan een premie worden gevraagd. Dit is uiteraard alleen gunstig als het toevoegen van het instrument leidt tot extra rendement voor het product.
Voor de klant liggen er ook kansen. Stel dat een long-short instrument geïmplementeerd wordt. Dan kan de klant een product ontvangen met meer mogelijkheden voor alphacreatie of beperking van het neerwaartse risico. Een ander voordeel van het gebruik van nieuwe instrumenten kan een effectiever portefeuillemanagement zijn. Dat kan voordeel opleveren voor de klant als die besparingen worden vertaald in lagere fees. De beheerder kan zelf de afweging maken tussen margeverhoging of feeverlaging. Dit resulteert in elk geval in een meer op maat gemaakte en mogelijk veerkrachtigere portefeuille, die zowel voor de asset manager als de klant meerwaarde biedt.
Uitdagingen
Het toevoegen van nieuwe instrumenten aan een portefeuille brengt wel meerdere operationele, commerciële en juridische uitdagingen met zich mee.
Operationeel gezien kan sprake zijn van (grote) IT-impact, zoals het inregelen van het instrument in de administratie en in de front office en de risicomanagementsystemen. Veel beheerders hebben echter de administratie uitbesteed en maken gebruik van software van derde partijen. Dat betekent dat de beheerder te maken krijgt met specifieke vereisten, mogelijkheden en beperkingen. Een goede planning en afstemming vooraf met alle stakeholders is dus belangrijk. Tijdslijnen kunnen namelijk snel langer worden dan gehoopt.
Een ander belangrijk aspect is de inrichting van het risicomanagement. Nieuwe instrumenten vereisen wellicht dat het risicomanagementbeleid moet worden aangepast. Verder is het cruciaal om voorafgaand de mogelijkheden af te stemmen met de custodian: komen de gewenste instrumenten wel in aanmerking voor acceptatie? Al met al vereist het gebruik van complexere producten geavanceerdere technologieën, systemen en kennis. Dit kan de operationele kosten verhogen.
Commerciële risico’s
Commercieel gezien kunnen de kosten bij het verhandelen van niet-standaard instrumenten hoger uitvallen dan bij reguliere producten. Dit brengt prijsrisico’s met zich mee. Verder kunnen klanten zelf bezwaar hebben tegen het gebruik van bijvoorbeeld leverage of derivaten in de portefeuille. Zijn deze bezwaren vastgelegd in de vermogensbeheerovereenkomst? En leidt het gebruik van het instrument tot een wijziging van het beleggingsbeleid? In deze gevallen is het noodzakelijk om met de klant om tafel te gaan zitten om de overeenkomst en investment guidelines aan te passen aan de nieuwe situatie.
Ten slotte is er de regelgeving: het gebruik van bepaalde instrumenten brengt nalevingseisen met zich mee. Denk hierbij aan rapportageverplichtingen, wijzigingen in de fondsdocumentatie en mogelijke beperkingen op het gebruik van bepaalde instrumenten. Een belangrijke bepaling die bijvoorbeeld aan de orde komt is de MiFID Target Market: Door deze MiFID-vereiste moeten beheerders grondig analyseren of instrumenten in een portefeuille geschikt zijn voor vastgestelde doelgroepen en klantprofielen. Bovendien kan de structuurkeuze voor Ucits of Aifmd van invloed zijn op het gebruik van derivaten. Binnen Ucits is het gebruik van derivaten immers beperkt. Dit alles maakt de naleving van voorschriften steeds complexer.
Afstemming met belanghebbenden
Deze uitdagingen benadrukken de noodzaak voor nauwkeurige planning, expertise en een grondige kennis van klantwensen en regelgeving. Zorg daarom vooraf voor goede afstemming met en toewijding van alle interne en externe belanghebbenden. Dit vergroot de kans op een succesvolle integratie van nieuwe instrumenten in de beleggingsportefeuille.
Arun Dihal is consultant bij AF Advisors. AF Advisors is een van de kennisexperts die maandelijks een bijdrage voor Investment Officer schrijft.