Pensioenfondsen zijn volop bezig met het integreren van duurzaamheidsrisico’s in de risicomanagementcyclus. DNB heeft daarover richtlijnen gepubliceerd, maar ondanks deze Good Practice ESG-Risicobeheer voor Pensioenfondsen zien wij dat de integratie nog niet op een passend niveau is. Pensioenfondsen zoeken naar de optimale aanpak; wij pleiten hier voor een pragmatische benadering.
Onder duurzaamheidsrisico’s verstaan we alle risico’s die verband houden met het klimaat, sociale aspecten en governance. Hoewel deze risico’s variëren van ethische kwesties tot operationele uitdagingen, gaat de discussie vooralsnog over klimaatrisico’s. DNB benadrukt in de Good Practice voornamelijk klimaatrisico’s, omdat het concretiseren van de overige risico’s simpelweg nog uitdagender is. Desondanks zouden duurzaamheidsrisico’s breder moeten worden gezien dan enkel betrekking hebbend op het klimaat.
Opvallende ontwikkelingen
Pensioenfondsen zijn begonnen met het integreren van duurzaamheidsrisico’s in hun risicomanagementprocessen. Op dit moment zien we de volgende ontwikkelingen:
- Focus op liquide portefeuille. Pensioenfondsen richten zich voornamelijk op klimaatrisico’s die van invloed zijn op hun liquide portefeuille. Ze maken daarbij vaak gebruik van ESG-scores.
- Geringe focus op sociaal en governance. Er is nog weinig aandacht voor de integratie van sociale en governance risico’s in de risicomanagementcyclus.
- Verschillende aanpak liquide en illiquide portefeuille. Er zijn verschillen in de integratie van klimaatrisico’s tussen de liquide en illiquide portefeuille. Voor de illiquide portefeuille gebeurt dit voornamelijk op transactiebasis, waarbij de relevante duurzaamheidsrisico’s worden geëvalueerd bij de aankoop van de belegging en niet doorlopend.
- Grote verschillen tussen pensioenfondsen. De grote(re) pensioenfondsen hebben een voorsprong bij het integreren van klimaatrisico’s. Zij beschikken over meer capaciteit. Pensioenfondsen van gemiddelde omvang boeken vooruitgang in het integreren van klimaatrisico’s, vooral voor hun liquide portefeuille. Zij staan echter voor de uitdaging om ook de illiquide portefeuille te integreren. Kleinere pensioenfondsen daarentegen, die doorgaans afhankelijk zijn van hun eigen bestuursbureau en/of geen fiduciair manager hebben, hebben nog stappen te zetten. Er zijn uitzonderingen, maar het merendeel is nog niet begonnen aan dit proces.
De uitdagingen bij implementatie
Bij het integreren van duurzaamheidsrisico’s in hun risicomanagementprocessen staan pensioenfondsen voor meerdere uitdagingen, namelijk:
- Impact is lastig kwantificeerbaar. Het kwantificeren van de impact van duurzaamheidsrisico’s op het rendement blijkt complex. De gebruikte methoden zijn nog niet betrouwbaar en het is (nog) niet wenselijk om hier actief op te sturen. Het gebrek aan betrouwbare resultaten komt vooral doordat er onvoldoende data beschikbaar zijn en bovendien zijn er vragen over de kwaliteit.
- Verschillen in de mate van duurzaamheidsrisico’s. Pensioenfondsen maken vaak gebruik van de SASB Materiality Map om op portefeuilleniveau potentiële duurzaamheidskwesties te identificeren. Deze matrix geeft op sectorniveau inzicht in welke duurzaamheidskwesties van belang kunnen zijn. Binnen de verschillende sub-sectoren van de SASB Materiality Map zijn er aanzienlijke verschillen in de mate van duurzaamheidsrisico’s. Dit bemoeilijkt het beheren van duurzaamheidsrisico’s.
- Illiquide beleggingen vereisen een andere aanpak. Het beheer van illiquide beleggingen vraagt om specifieke methoden en strategieën door het ontbreken van geschikte databronnen. Pensioenfondsen gebruiken een combinatie van verschillende databronnen, waarbij ze nu te afhankelijk zijn van externe managers.
- Formulering risicolimieten en prestatiemaatstaven. Het vaststellen van duidelijke risicolimieten en prestatiemaatstaven voor duurzaamheidsrisico’s vormt een uitdaging. Zelfs als het mogelijk is om concrete limieten te bepalen, rijst de vraag of je direct moet sturen op deze limieten.
- Vertaling duurzaamheid naar risicohouding. Het vertalen van duurzaamheidsrisico’s naar een algehele risicohouding op pensioenfondsniveau vereist aandacht en precisie. Aangegeven wordt dat bestuurders vaak moeite hebben met het onderscheid tussen duurzaamheidsdoelstellingen en duurzaamheidsrisico’s.
Perspectief
Op de lange termijn zien we duidelijk de meerwaarde van de integratie van duurzaamheidsrisico’s, aangezien ze, net als andere risico’s, reëel zijn. Het in kaart brengen van deze risico’s wordt daarmee steeds relevanter. Als financiële instellingen zijn pensioenfondsen ook verplicht om alle materiële risico’s, waaronder duurzaamheidsrisico’s, effectief te beheersen. Dit vereist dat ze deze risico’s volledig integreren in hun risicobeheerprocessen en besluitvorming.
Op de korte termijn verwachten we echter veel uitdagingen op het gebied van beschikbaarheid van data en de ontwikkeling van een gestandaardiseerde methode. Momenteel zijn er beperkte gestandaardiseerde methodes om de impact van klimaatrisico’s te kwantificeren, laat staan voor alle duurzaamheidsrisico’s. Bijvoorbeeld, het in kaart brengen van overstromingsrisico’s binnen de beleggingsportefeuille is goed mogelijk, maar als het gaat om sociale en governance risico’s, ligt de situatie veel complexer. Daarbij hebben deze risico’s vaak nog geen directe impact op de portefeuille, laat staan hoe ze effectief geïntegreerd kunnen worden in de risicomanagementcyclus. Ondanks deze uitdagingen is het belangrijk om te beginnen. Ook al is het nog niet volledig, ga pragmatisch te werk en kijk welke stappen er al wel gezet kunnen worden.
Stappenplan
Begin met het integreren van duurzaamheidsrisico’s in de risicomanagementcyclus. Het is een iteratief proces dat tijd vergt, dus laat onbekende factoren en onvolledige informatie u niet ontmoedigen om ermee te beginnen. Doe dit als volgt:
Stap 1: Educatie
Start met educatie van het bestuur, beleggingscommissie en/of ESG-commissie op het gebied van duurzaamheidsrisico’s.
Stap 2: Begin met de focus op klimaatrisico’s
Het is logisch om bij de identificatie van duurzaamheidsrisico’s te starten met klimaatrisico’s, maar door ook te kijken naar mensenrechten en behoorlijk bestuur zijn de ‘S’ en ‘G’ relatief gemakkelijk mee te nemen.
Stap 3: Identificeer uw duurzaamheidsrisico’s
Voer een grondige analyse uit om de duurzaamheidsrisico’s binnen uw fonds te identificeren en de blootstelling binnen de verschillende beleggingscategorieën in kaart te brengen.
Stap 4: Bepaal een algemene risicohouding
Bepaal een algemene risicohouding gebaseerd op de bestaande risicotaxonomie. Bijvoorbeeld ‘laag, gemiddeld en hoog’. Zeker in eerste instantie is dit voldoende.
Stap 5: Vastleggen in processen en monitoren
Onderzoek en identificeer mogelijkheden om het vast te leggen in bestaande processen en het formuleren van duidelijke prestatiemaatstaven om deze duurzaamheidsrisico’s aan te pakken en te verminderen.
Met andere woorden: implementeer duurzaamheidsrisico’s op een pragmatische en stapsgewijze manier en blijf realistisch over wat uiteindelijk bereikt kan worden.
Frank van Zeijl is analist bij AF Advisors. AF Advisors is een van de kennisexperts die maandelijks een bijdrage voor Investment Officer schrijft.