Het wordt voor beleggers steeds belangrijker om zich in te dekken tegen ‘black swans’, ofwel ongekende gebeurtenissen, die buiten elk normaal verwachtingspatroon liggen.
Dat stelt Jeroen van Bezooijen, productmanager Liability Driven Investing en Solutions bij ‘s werelds grootste obligatiebelegger Pimco, in een gesprek met fondsnieuws.
Lange weg
Hij constateert dat onder beleggers de interesse om zich te beschermen tegen ‘black swans’ sinds het financiële rampjaar 2008 aanzienlijk is toegenomen. Toch is er nog een lange weg te gaan.
Dat geldt in het bijzonder voor pensioenfondsen, waarvan het beheer van beleggingsrisico’s nog sterk verbeterd zou moeten worden. ‘Wij zien dat men nog te vaak de zogeheten staartrisico’s verkeerd inschat’, zegt Van Bezooijen.
Staartrisico komt erop neer dat extreme gebeurtenissen veel vaker voorkomen dan mensen verwachten en risicomodellen voorspellen. Volgens van Bezooijen hanteren pensioenfondsen modellen die zijn gebaseerd op een normale verdeling.
‘Onderschatting’
‘Maar zo’n nomale verdeling is niet realistisch. Financiële markten zijn niet normaal verdeeld. Extreme gebeurtenissen komen vaker voorkomen dan de normale verdeling verwacht.’
Van Bezooijen benadrukt dat bij de inschatting van staartrisico’s traditionele vuistregels of historische correlaties zo goed als irrelevant of zelfs misleidend zijn voor het inrichten van beleggingsportefeuilles.
‘Bij een normaal regulier risicomodel wordt ervan uitgegaan dat een extreme gebeurtenis bijvoorbeeld één keer in de 10.000 jaar voorkomt. Terwijl dergelijke schokken een aantal keren zijn voorgekomen in de afgelopen 100 jaar’, aldus Van Bezooijen.
Hij verwijst daarbij ook naar de wereldwijde neergang op de financiële markten in 2008 die voortduurde tot in begin maart van 2009. Als gevolg daarvan krompen de buffers van Nederlandse pensioenfondsen en kelderden hun dekkingsgraden.
Vergrijzing
Nederlandse pensioenfondsen worden nu streng door toezichthouders op de vingers gekeken om hun buffers op peil te houden. Ze zien zich gedwongen om nadrukkelijker na te denken over beschermingsregelingen voor hun beleggingsportefeuilles.
Hierbij speelt tevens mee dat de vergrijzing fors is toegenomen. ‘De situatie is anders dan twintig jaar geleden. Het aantal jongeren is sterk gedaald. Er moeten meer pensioenen betaald worden door minder mensen. Dat heeft significante consequenties.’
Indien er majeure tegenvallers optreden op de financiële markten, dan kan het wel 20 tot 30 jaar duren om dat in een beleggingsportefeuile weer goed te maken. Die tijd hebben pensioenfondsen niet meer.
In bijvoorbeeld de jaren tachtig was dat anders, gezien de leeftijdsopbouw. Bovendien is het zeer onzeker hoe de inflatie zich zal ontwikkelen, meent Van Bezooijen.
‘New Normal’
De tijd van lage volatiliteit en grote voorspelbaarheid is volgens hem verleden tijd. Pimco spreekt niet voor niets over het ontstaan van een ‘New Normal’, een tijdperk met meer extreme marktomstandigheden en hoge volatiliteit.
‘Het is echter onmogelijk om de timing van risico’s te voorspellen’, zegt de productmanager. Bijvoorbeeld het optreden van een inflatieschok of een deflatoire double dip.
Pimco speelt hierop in door een brede range beleggingsproducten aan te bieden die bescherming bieden tegen staartrisico’s.
Ook heeft de Amerikaanse vermogensbeheerder begin juli een aanvraag in de Verenigde Staten ingediend om een nieuw fonds op de markt te zetten dat beleggers moet beschermen tegen een koersval van 15 procent of meer op de aandelenmarkten.
Opties
Op dit moment kunnen beleggers Pimco al strategisch inzetten om staartrisico’s af te dekken. Dat kan door Pimco een brede portefeuille van goedkope opties op te laten bouwen, die in waarde zullen toenemen in crisisscenario’s.
Het gaat om putopties op onder meer de aandelen-, valuta- en de rentemarkten, die erg liquide zijn en snel uitbetalen als andere financiële markten in een neergaande spiraal terecht komen.
Pimco raadt aan om jaarlijks zo’n 1 procent tot 1,5 procent van het beheerde vermogen opzij te zetten voor een bescherming van 10 procent à 15 procent van de beleggingsportefeuille.
Gedeeltelijke hedge
‘Maar’, zo beklemtoont Van Bezooijen, ‘Men kan zich niet beschermen tegen alles. Er blijft sprake van een indirecte en gedeeltelijke hedge.’ Toch meent hij dat die 1 procent tot 1,5 procent die weggezet dient te worden als hedge zich later altijd weer uitbetaald.
‘In goede jaren gaat het om een kostenpost. Deze kosten betalen zich echter over de jaren heen terug als er slechte perioden aanbreken. Doel van zo’n hedge is om meer diversifcatie aan te brengen zodat het rendement op een behoorlijk peil blijft als er extreme siutuaties optreden.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws
‘Riscobeheer pensioenfondsen moet beter’