Groen, foto via Flickr door ~Cytryna~
15884817062_3f7cd1e919_k.jpg

Hoewel asset managers hun engagement-aanpak volop delen, stelt de AFM dat het lastig is voor klanten om te beoordelen wat de daadwerkelijke impact en intenties zijn van een fondshuis op dit vlak.  Daarbij beleggen veel duurzame fondsen vooral in namen die ook in fondsen zitten die niet als duurzaam worden gepresenteerd.

Dat schrijft AFM in de verkenning “De retailmarkt voor duurzaam fondsbeleggen”, die dinsdag is gepubliceerd samen met het jaarverslag van de toezichthouder. De toezichthouder heeft hiervoor een literatuurstudie gecombineerd met een quick scan van twaalf duurzaam aangeprezen beleggingsfondsen van “prominente aanbieders” op de Nederlandse markt.

“Algemene duurzame fondsen”, fondsen die streven naar een goede allround duurzaamheidsscore in plaats van een specifiek duurzaamheidskenmerk, beleggen volgens het onderzoek vooral in middenmoters. De uitgesproken niet-duurzame namen sluiten ze uit, maar ook de beperkte groep koplopers bevindt zich volgens de AFM vaak niet in deze algemene duurzame fondsen. De meerderheid van de aandelen in portefeuille, zijn aandelen die tussen de achterblijvers en koplopers inzitten, aldus de toezichthouder. 

Vooral tech-aandelen

Deze algemene duurzaamheidsfondsen bestaan volgens de AFM gemiddeld voor 30 procent uit techaandelen, een percentage dat hoger is dan bij niet-duurzame fondsen. ‘De hypothese is dat deze aandelen een groot aandeel krijgen in de duurzaam aangeprezen fondsen vanwege hun hoge liquiditeit en rendement, in combinatie met een goede allround ESG-score.’

Bovendien blijkt uit de verkenning dat veel aandelen die in duurzaam aangeprezen beleggingsfondsen zitten, voor een belangrijk deel ook in fondsen zitten die niet als zodanig worden aangeprezen. Het onderscheid tussen duurzame fondsen en niet-duurzame fondsen wordt wat betreft de AFM daarom niet altijd duidelijk uit de fondsposities.

Selectiecriteria onduidelijk

Met name bij de algemene duurzaamheidsfondsen is volgens de AFM bovendien niet eenvoudig te begrijpen hoe streng de selectie is en op welke criteria aandelen worden in- of uitgesloten.

‘Deze fondsen maken doorgaans gebruik van algemene ESG-ratings om de fondsselectie te maken, die een gemiddelde zijn van diverse indicatoren die onder de E, S en G-noemers vallen. Het is daarom niet te zeggen welke daarvan doorslaggevend zijn bij de in- of uitsluiting een gegeven aandeel.’ 

Bij thematische duurzame fondsen is het duurzame karakter duidelijker te zien in de portefeuilleselectie, merkt de AFM op. ‘Veel thematische fondsen hebben een water- of energiethema. In de portefeuille van deze fondsen zien we meer namen in de selectie die op het eerste gezicht een actieve bijdrage leveren aan de duurzaamheidstransitie.’

Engagement

Over engagement concludeert de toezichthouder dat dit niet wordt niet ingezet als onderscheidende factor voor specifieke duurzame beleggingen, maar om het duurzame profiel van de aanbieder als geheel te versterken. ‘Het engagementbeleid wordt gevoerd over de gehele portefeuille, dus ook en soms vooral gericht op de minst duurzame aandelen in de portefeuille. Bij de minst duurzame aandelen is immers de grootste duurzaamheidswinst te behalen.’

Deze aandelen zitten echter doorgaans niet in de duurzaam aangeprezen fondsen van de aanbieder, ontdekte de toezichthouder. ‘Hoewel het engagementbeleid dus een belangrijk onderdeel is van het duurzaamheidsbeleid waar een aanbieder een belangrijke bijdrage kan leveren, wordt engagement in beginsel niet ingezet voor het behalen van doelen van specifieke duurzaam aangeprezen fondsen. Een belegger die duurzaam wil beleggen moet de kwaliteit van het engagementbeleid dus beoordelen op het niveau van de aanbieder en niet op het niveau van een specifiek duurzaam aangeprezen fonds.’

Regelgeving

De toezichthouder beaamt dat huidige en aanstaande regelgeving zoals de Taxonomie kan helpen bij het vergroten van de beschikbaarheid van informatie over de duurzame kenmerken van een fonds, maar schrijft tegelijkertijd in de verkenning dat er momenteel nog geen eenduidigheid is over welke strategieën of welke claims bij specifieke fondsnamen of -titels horen. ‘Hierdoor is er een grote diversiteit aan
strategieën die verschillen in hun duurzame bijdrage, maar allemaal ‘duurzaam’ heten.’

De AFM schrijft er grote waarde aan te hechten  dat de invulling van duurzaamheid door aanbieders en de verwachtingen van beleggers daarover niet uit elkaar gaan lopen. Met toezichtsonderzoeken zal de toezichthouder dit jaar naleving van de Europese duurzaamheidsverordening SFDR gaan controleren. Op basis van deze regelgeving moeten fondsbeheerders immers transparant zijn over de manier waarop een product invulling geeft aan duurzame doelstellingen of kenmerken.

De toezichthouder merkt op dat uitsluiting van de meest vervuilende beleggingen een dominante strategie lijkt te worden die onder de noemer ‘duurzaamheid’ wordt gevoerd. Er zijn echter veel meer mogelijkheden, schrijft de AFM. ‘En het is de vraag of de invulling die aanbieders kiezen in voldoende mate aansluit bij de verwachtingen van beleggers.’

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No