De samenwerking tussen AFM en Stichting DSI rondom vakbekwaamheid is verlengd voor twee jaar. De toezichthouder en de stichting hebben het convenant verlengd dat ze in 2018 hebben opgesteld.
Dat blijkt uit een gezamenlijk persbericht van de AFM en Stichting DSI. Met het convenant erkent de AFM DSI-certificering als bewijs van vakbekwaamheid volgens de eisen van Europese toezichthouder ESMA.
De vakbekwaamheidsrichtsnoeren van ESMA zijn sinds 2018 van kracht. Sindsdien moeten ondernemingen in de beleggingssector kunnen aantonen dat medewerkers voldoen aan deze criteria. De AFM houdt hier toezicht op, terwijl DSI op basis van deze richtsnoeren voorwaarden heeft opgesteld waaraan opleidingen en examens voor certificering moeten voldoen.
In het convenant hebben de AFM en DSI afgesproken dat DSI alleen relevante personen toelaat in haar registers die aan de ESMA-richtsnoeren voldoen. Eenmaal in de registers geldt de verplichting om kennis up to date te houden.
Stilzwijgende verlenging
Nu is dat convenant stilzwijgend verlengd met twee jaar, waarmee het dus zonder aanpassingen wordt voortgezet. Tanja Nagel, voorzitter van Stichting DSI, zegt ‘zeer content’ te zijn met de continuering van het convenant met de AFM. ‘DSI-certificeringen zijn een initiatief van de financiële sector zelf om het vertrouwen in de beleggingssector te versterken. Een erkenning van deze certificering door de toezichthouder, biedt een extra bevestiging van de kwaliteit en toegevoegde waarde van een registratie in één van de DSI registers.’
Momenteel zijn ongeveer 5.000 professionals uit de beleggingssector gecertificeerd in één van de zeven ESMA-registers bij DSI. Een DSI-registratie is niet verplicht. Ondernemingen die dit niet willen, kunnen ook zelf per medewerker aantonen aan de AFM dat deze vakbekwaam zijn en hoe dit is georganiseerd binnen de organisatie.