Met ingang van volgend jaar eist de wetgever specifiekere transparantieregels voor duurzaamheidsinformatie in de financiële sector. De AFM stelt op basis van eigen onderzoek dat er de nodige verbeterpunten zijn, waarmee de sector aan de slag moet. Dat stelt de toezichthouder vandaag in een persbericht.
Het onderzoek is door de AFM gedaan bij zowel banken, verzekeraars, pensioenuitvoerders, beleggingsondernemingen en beheerders van beleggingsfondsen. Daaruit blijkt dat duurzaamheidsinformatie wel wordt verstrekt, maar dat het naar het oordeel van de toezichthouder begrijpelijker en concreter kan. Kleinere partijen hebben meer moeite aan de regels te voldoen dan de grotere instellingen.
Over de hele linie valt op dat organisaties vaak nog niet kunnen aangeven of ze beleggen in activiteiten die in lijn zijn met de door Brussel - in samenwerking met experts uit de markt - opgestelde taxonomie, die een Europese definitie kent van wat als “groen” kan worden betiteld.
De AFM heeft op basis van zijn onderzoek vastgesteld dat duurzaamheidsinformatie over de hele linie begrijpelijker en concreter kan; dat 93 procent van de deelnemers van pensioenfondsen bij een pensioenregeling zit die duurzame kenmerken promoot, maar dat geen enkel pensioenfonds een regeling aanbiedt die een positieve impact als primair doel heeft; dat beheerders van beleggingsfondsen voorzichtiger zijn geworden met duurzaamheidsclassificaties; dat de sector zich intensiever moet voorbereiden op specifiekere regelgeving over duurzaamheidsinformatie en dat transparantiewetgeving over duurzame financiering ‘groenwassen’ moet voorkomen.
Verbeteringen
Na het SFDR-onderzoek van 2021 ziet de AFM dat beheerders verbeteringen hebben aangebracht in de door hen verstrekte duurzaamheidsinformatie. Dit wordt deels bevestigd in dit onderzoek, waaruit blijkt dat meerdere beheerders de classificatie van hun fondsen hebben bijgesteld naar minder groen. Het lijkt duidelijker geworden hoe de classificatie moet worden toegepast.
De Dufas erkent in een reactie op de onderzoeksresultaten dat sec aangeven dat je als fondsbeheerder rekening houdt met duurzaamheidsrisico’s - zonder enige toelichting te geven over de wijze waarop dit gebeurt - onvoldoende is. ‘Maar uiteindelijk is de mate van detail van deze informatie op entiteitsniveau in de SFDR niet in detail uitgewerkt en verklaart dat de verschillen’, aldus de branchevereniging voor vermogensbeheerders. ‘Meer concretere details over de wijze waarop duurzaamheidsrisico’s zijn geïntegreerd ga je wel terugzien op financieel productniveau bij implementatie van SFDR level 2.’
De nadere regelgeving die per 1 januari 2023 van kracht wordt, geeft meer duidelijkheid over wat er precies wordt verwacht. De sector moet zich daarop voorbereiden. Het is belangrijk dat de sector hier stappen blijft zetten en consumenten goed informeert. De inzichten uit de drie onderzoeken kunnen daarbij helpen.
De Europese transparantiewet duurzame financiering, neergelegd in de ‘Sustainable Finance Disclosure Regulation’ (SFDR) die sinds 10 maart 2021 op hoofdlijnen geldt, heeft als doel om consumenten inzicht te geven in hoe ‘groen’ producten of partijen echt zijn. Zodat ze kunnen kiezen voor een aanbod dat aansluit bij hun verwachtingen. Ook vereist de wet duidelijkheid over wat duurzaamheidsrisico’s betekenen voor het rendement van een investering, zoals overstromingen en CO2 beprijzing. De Taxonomie geldt vanaf 1 januari 2022.
De sector klaagt overigens al geruime tijd dat de regels veel te vaag zijn en dat de data (nog) niet voor handen is, die nodig is om bedrijven in voldoende mate te beoordelen.