AFM
i-FdJHR4T-L.jpg

Meer dan de helft van de pensioenfondsen rapporteert in het jaarverslag niet op correcte wijze over de gemaakte (vermogensbeheer)kosten. Tot dat oordeel komt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op basis van een analyse van 166 jaarverslagen.

Bovendien is de toelichting op de kosten soms erg beperkt, waardoor het lastig is inzicht te krijgne waarom het ene fonds beduidend hogere kosten maakt dan het andere, zo schrijft de toezichthouder in een persbericht. 

De AFM heeft de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar de 166 jaarverslagen over 2019 die pensioenfondsen op hun eigen website geplaatst hebben. Pensioenfondsen in liquidatie liet de AFM buiten beschouwing. Daarnaast voerde de AFM gesprekken met pensioenfondsen, de Pensioenfederatie en met aanbieders van kostenbenchmarks.

Geen juiste weergave kosten 

Op basis van die analyse komt de toezichthouder tot de conclusie dat de kosten in de meerderheid van de jaarverslagen niet correct zijn weergegeven; dat hogere kosten weliswaar goede redenen kunnen hebben, maar dat transparantie ook belangrijk is vanwege het nieuw pensioenstelsel en dat maar weinig fondsen de kosten relateren aan de baten. 

Van de 166 onderzochte pensioenfondsen blijkt dat 90 fondsen de gemaakte kosten niet op de juiste wijze in het jaarverslag hebben opgenomen. Daarbij variëren de gemaakte fouten bovendien. Soms ontbreken de verplichte cijfers, maar vallen ze indirect wel af te leiden. In een op de vijf jaarverslagen ontbreekt bepaalde verplichte informatie over kosten in zijn geheel. De wet schrijft echter gedetailleerd voor hoe pensioenfondsen moeten rapporteren over hun kosten.

9 miljard aan kosten per jaar 

Alle pensioenfondsen tezamen maken ongeveer 9 miljard euro aan kosten per jaar: voor bedrijfsvoering, voor vermogensbeheer en voor transacties. Dat komt neer op bijna 0,6 procent van het totaal belegde pensioenvermogen. Maar de kosten per deelnemer verschillen soms sterk tussen pensioenfondsen. ‘Voor bovengemiddelde kosten kan een goede reden zijn, een hoger serviceniveau bijvoorbeeld’, zegt Jos Heuvelman, bestuurslid van de AFM.

De snelheid van klachtenafhandeling, de mate van persoonlijk contact, complexere beleggingen, het bewust spreiden van risico’s of het najagen van hogere rendementen: het kunnen allemaal redenen zijn voor hogere kosten. Juist daarom is het belangrijk dat pensioenfondsen daar transparant over zijn, vindt de AFM. De pensioensector is het daar zelf ook mee eens, stelt de AFM. De Pensioenfederatie heeft concrete aanbevelingen opgesteld voor het rapporteren en het geven van een gedegen toelichting.

Persoonlijk gereserveerd pensioenvermogen

Toch legt nog geen kwart van de fondsen in het jaarverslag een relatie tussen kosten en serviceniveau of complexiteit van de pensioenregeling. En minder dan een derde maakt duidelijk hoe vermogensbeheerkosten samenhangen met hogere risico’s en rendementen. Dergelijke informatie kan belanghebbenden van het fonds helpen bij een goed oordeel over de hoogte van de kosten en het stellen van de juiste vragen. 

De AFM roept pensioenfondsen op in hun jaarverslagen over 2020 de wettelijke regels voor kostentransparantie goed te volgen. Het AFM-rapport geeft pensioenfondsen daarvoor praktische handvatten. Die jaarverslagen moeten voor 1 juli 2021 gereed zijn. Volgens de AFM verhoogt transparantie het vertrouwen in de pensioensector.

De AFM vindt kostentransparantie mede van belang vanwege de komst van het nieuwe pensioenstelsel – vermoedelijk vanaf 1 januari 2022. In dat nieuwe stelsel worden gemaakte kosten door fondsen direct in mindering gebracht op het persoonlijk gereserveerd pensioenvermogen van deelnemers. Zij zien die kosten dus jaarlijks terug in hun Uniform Pensioenoverzicht (UPO).

Reactie

Egbert Berkhoff, directeur van het platform NNEK, reageert op linkedin: ‘Meer dan 80% van de kosten gaat op aan beleggingskosten. De keten is totaal verziekt. Hoe minder betrokken bij de deelnemer hoe minder vergoeding, dat kan niet de bedoeling zijn. De juiste volgorde zou moeten zijn: 1. Deelnemer, 2. Adviseur deelnemer, 3. Uitvoerder, en op 4. de Vermogensbeheerder.’

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No