Toezichthouder AFM heeft haar jaaragenda voor 2017 gepubliceerd. Hierin beschrijft de toezichthouder de belangrijkste maatschappelijke en financiële trends en risico’s. De toezichthouder maakt zich onder andere zorgen om de gevolgen van een langdurig lage rente.
De agenda is een aanscherping op de vorig jaar gepubliceerde agenda 2016-2018. De toezichthouder onderscheidt nog dezelfde trends als vorig jaar, maar heeft de risico’s die hieruit volgen wel wat aangescherpt.
De vier maatschappelijke trends die invloed hebben op het AFM-toezicht zijn:
- De rol van technologie en data neemt toe
- Toezicht wordt internationaler
- De samenleving verwacht meer van het toezicht
- Het draagvlak van het toezicht is geen vanzelfsprekendheid meer
De vijf belangrijkste trends in de financiële markten die de AFM onderscheidt zijn:
- De lage rente-omgeving
- Een verschuiving van een collectief stelsel naar individueel gedragen risico’s
- Veranderen is voor traditionele partijen een taai proces
- Technologische veranderingen zorgen voor de opkomst van nieuwe spelers
- De verschuiving van bankfinanciering naar marktfinanciering verplaatst risico’s naar de kapitaalmarkten
De lage rente
Vervolgens gaat de toezichthouder in op de belangrijkste risico’s die voortvloeien uit de trends. Hierbij wordt uitvoerig stilgestaan bij de lage rente. Deze zet volgens de toezichthouder niet alleen druk op de winstgevendheid en soliditeit van financiële instellingen, maar zorgt er ook voor dat consumenten binnen hun pensioenregeling mogelijk niet het kapitaal opbouwen waar ze op rekenen.
Ook kunnen huishoudens en bedrijven gaan wennen aan een combinatie van hoge schulden en lage rentelasten, waardoor de ‘kwetsbaarheid voor (onverwachte) rentestijgingen’ toeneemt.
Als beleggers en financiële ondernemingen als gevolg van de lage rente op zoek gaan naar meer rendement kan dat vervolgens gepaard gaan met een onderschatting van (toekomstige) risico’s, schrijft de AFM.
De AFM merkt verder op dat producten die worden ingegeven door de lage rente niet noodzakelijk in het voordeel van consumenten zijn, als voorbeeld noemt de toezichthouder hier de door de lage rente zeer dure garantie-uitkeringen bij pensioenen. ‘Ook is het denkbaar dat banken maximum spaarbedragen gaan bepalen voor spaarrekeningen waarover nog een rentevergoeding wordt betaald’.
Risicovollere fondsstrategieën
De zoektocht naar rendement lijkt volgens de toezichthouder vervolgens tot risicovollere fondsstrategieën en producten van fondsbeheerders te leiden. ‘Ten eerste omdat fondsbeheerders geneigd kunnen zijn om delen van hun portefeuille te beleggen in investeringen met een hoger risico-rendementsprofiel om de lage rendementen op bijvoorbeeld vastrentende waarden te compenseren. Ten tweede kunnen financiële ondernemingen de vraag naar alternatieve producten gebruiken om (complexere) producten aan te bieden die niet in het belang van de klant zijn’.
De toezichthouder gaat in kaart brengen in hoeverre dit voorkomt.