Er zijn in Nederland zo’n 260 banken en vermogensbeheerders die vanaf 1 januari volgend jaar te maken krijgen met het provisieverbod rondom beleggingsdienstverlening, zoals dat dinsdag is gepubliceerd in het Staatsblad. Niet alle partijen zijn hier echter al goed op voorbereid.
Dat zei Tim Mortelmans (foto), hoofd van de toezichtsgroep financiële ondernemingen donderdagmorgen tijdens een workshop voor journalisten over het verbod.
Volgens Mortelmans zijn er tien tot vijftien voornamelijk kleinere partijen die de komende weken nog heel hard aan de slag moeten.
Overgangsregime
Hij wees erop dat er voor wat betreft het aannemen van distributievergoedingen een overgangsregime komt, maar dat deze wel inhoudt dat ontvangen distributievergoedingen moeten worden doorgegeven aan de klant. Daar moeten de gebruikte systemen op ingericht zijn.
Daarnaast is het zo dat er voor wat betreft retourprovisies geen overgangsregime geldt. Deze zijn vanaf 1 januari volgend jaar echt verboden.
Distributievergoedingen zijn vergoedingen die asset managers aan vermogensbeheerders en banken betalen die hun producten verkopen.
Retourprovisies
Retourprovisies zijn de vergoedingen die vermogensbeheerders die zelf geen toegang hebben tot de beurs en hiervoor gebruik maken van een derde partij, van deze derde partij terug krijgen. In deze constructie betaalt de klant voor de transactie en krijgt de vermogensbeheerder vervolgens een deel van deze transactiekosten teruggesluisd.
Volgens Mortelmans hebben grootbanken vooral te maken met distributievergoedingen, en onafhankelijke vermogensbeheerders vooral met retourprovisies.
Onder hen zijn volgens hem nog steeds partijen die voor 60 tot 70 procent van hun inkomsten afhankelijk zijn van deze provisies. Deze 10 tot 15 partijen zal de AFM ‘extra in de gaten houden’, aldus Mortelmans.
‘Een handje vol’ van deze partijen zal de stap mogelijk niet tijdig kunnen of willen maken en daardoor omvallen, verwacht de toezichthouder. ‘Maar we zullen zien.’
Aanbrengvergoedingen
Ook de zogenoemde aanbrengvergoedingen vallen buiten het overgangsregime en worden dus vanaf 1 januari helemaal verboden. Dit zijn de vergoedingen die sommige vergelijkingssites bijvoorbeeld ontvangen voor het aanbrengen van klanten.
Onder het nieuwe regime is alleen een eenmalige vergoeding voor het verstrekken van naam, adres en woonplaatsgegevens van potentiële klanten nog toegestaan. Maar deze vergoeding mag dus nadrukkelijk niet gekoppeld zijn aan de beleggingsdienst die deze potentiële klant mogelijk gaat afnemen.
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
VV&A: Nu snel naar Total Cost of Ownership
Overgangsregime in provisieverbod aangepast
Dossier provisieverbod: Uur U nabij